'Het blijvende boek'
Henk Valstar, olie/doek.

Preek gehouden tijdens de dienst van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Flevoland op zondag, 1 augustus 2010, te Dronten

De lezingen waren:
Prediker 2:1-11
Lucas 12:13-21

Preek: "Doet God ertoe?"

Wat willen wij met ons leven? De schrijver van het boek Prediker vertelt dat zijn ideaal ooit was om veel te presteren en om te genieten van de goede dingen van het leven. Maar, zo zegt hij, wie daarop uit is komt bedrogen uit! Lucas vertelt over een voorval waarbij ook de vraag naar een zinvol leven aan de orde komt. Zomaar iemand uit de schare spreekt Jezus en vraagt hem om zijn broer tot de orde te roepen. Het gaat om de erfenis. Maar Jezus vraagt zich af waarom die man zich zo druk maakt: alsof er geen belangrijker dingen in het leven zijn dan wat je bezit! De man zou er beter aan doen zich zorgen te maken over zijn ziel. 'Weest niet bezorgd om wat je moet eten of hoe je je moet kleden', zegt Jezus een andere keer. Lijf-en-ziel is meer dan het voedsel.

Spreekt ons dit aan? Wij leven in een cultuur die we wel 'christelijk' noemen, maar inmiddels door en door materialistisch is. Je hoeft de krant er maar voor open te slaan om te zien dat alles draait om koopkracht, welvaart, levensverzekeringen, goede pensioenen en de bestrijding van armoede (waarbij dan nog even de vraag is wat dan precies armoede heet). En de gezondheidszorg. Want ons lijf: daar moeten we goed voor zorgen. Maar de ziel? Daar lees je niets over. Hoe staat het daarmee? Om nog maar te zwijgen van 'onze rijkdom bij God'?

Natuurlijk: wij leven in een andere tijd. De schrijvers van de wijsheidsliteratuur en van het evangelie leefden in een tijd dat er heel anders werd gedacht over de wereld waarin wij leven. Destijds hielden veel mensen ernstig rekening met een leven na de dood. En geloofden - in het voetspoor van Plato - in de onsterfelijkheid van de ziel. En spreken over God, de wil van God en andere goden was heel vanzelfsprekend.

Vandaag de dag ligt dat anders. Veel mensen geloven niet meer in een hiernamaals. 'Als ik dood ga ben ik er geweest', schrijft Kuitert. Hoe ligt dat voor ons? Voor U? En wat betekent dit voor wat toch altijd het hart van het Christelijk geloof is geweest: de opstanding? En wat die ziel betreft: het is opvallend dat dit woord al decennia lang wordt vermeden: klaarblijkelijk is het maar slecht in te passen in het wetenschappelijke denken over de werkelijkheid. Psychologen benadrukken dat psychologie toch wel iets heel anders is dan zorg voor de ziel; vroeger sprak men nog wel over zielzorg: maar dat is toch ook een begrip uit een tijd die voorbij is.

Veel mensen hebben moeite met het legen van verbindingen tussen de traditionele geloofstaal en de moderne door de wetenschap gehanteerde benadering van de werkelijkheid. En je ziet dan ook dat het woord 'christelijk' steeds vaker louter ethisch wordt begrepen: Christelijk leven is dan de rechten van de mens respecteren; verdraagzaam zijn; je sociaal gedragen; en elkaar omzorgen. Maar dat alles doet niets af aan het feit dat de grootste zorg is: het eigen geluk! De mens is in de eerste plaats verantwoordelijk voor zijn eigen leven, zijn eigen toekomst, zijn eigen gezondheid.

"Dwazen!" Zo noemt de schrijver van het boek Prediker de mensen die zo denken: zij komen bedrogen uit. Lucas laat Jezus zeggen: 'lijf-en-ziel is meer dan voedsel'. Hij haalt er God bij en de ziel. Is dat nou nodig?

De schrijver van het boek Prediker spreekt uit ervaring. Mensen met levenservaring hoor je wel eens zeggen dat het leven er heel anders uitziet wanneer je erop terugkijkt Toen je nog jong was en alleen vooruitkeek dacht je nog dat je het moest maken. En dat je jezelf moest waarmaken. Maar je komt er wel achter. Zo ongeveer spreekt Prediker ons toe. Weten we daarover mee te praten?

Er zijn ervaringen, die erop wijzen dat er verborgen essenties zijn die zich niet gemakkelijk laten benoemen. 'Wij zijn dan wel van sterrenstof, maar juist wie materialistisch denkt zou misschien uiteindelijk tot de conclusie moeten komen, dat dit denken niet bevredigend is. Alles wat de wetenschap ons heeft gebracht aan kennis, inzichten, technieken en mogelijkheden zijn toch niet toereikend zijn als het gaat om de grote levensvragen. Juist over die verborgen essenties heeft de wetenschap zo goed als niets te melden. We kunnen er alleen over spreken in zinnebeelden: beeldspraken waarmee we elkaar iets wellicht iets kunnen duidelijk maken over wat we aan het leven en de tijd ervaren. We spreken dan over 'de weg', en 'de stroom'; over 'oorsprong' en 'bestemming'; en over de tijd als 'duur'.

Wanneer mensen, die op hun leven terugkijken, over hun levensweg bedoelen zij de keuzes die zij gemaakt hebben en wat daar de gevolgen van waren. Het beeld zegt iets over de wijze waarop zij het proces hebben ervaren zoals zich dat voltrok. Ze spreken over hun leven als een gang door de tijd. Maar die tijd zelf is een ongrijpbaar mysterie. En de keuzes die je maakt bepalen alleen in zekere mate wat er van je wordt. Want achteraf moet je vaak concluderen dat het soms heel anders is uitgepakt dan je 'in de reken had' (zoals dat in Groningen zo kernachtig wordt gezegd). Omdat er zoveel ongrijpbaar is, spreken mensen ook wel over de stroom: de stroom is niet iets van jezelf. Je staat in de stroom. Die kan je dragen en meenemen; maar die kan je ook meesleuren. Ook dit beeld maakt iets duidelijk over de tijd. Men zegt wel dat het bij levenskunst hoort om te leren omgaan met die stroom: zoals een zwemmer met het water. De stroom heeft een dragende kracht. Maar dat moet je eerst hebben ervaren voor je het kunt geloven. Iemand zij me eens: 'Je doet er goed aan je niet zoveel zorgen te maken; laat de tijd nu eens even voor je werken. Je zult zien dat het er allemaal over een tijdje anders uitziet.'. Je kunt je toevertrouwen aan de stroom. Maar het is niet vanzelfsprekend dat de stroom je draagt: wanneer je je niet blijft bewegen zink je naar de bodem en loop je de kans te verdrinken.

Zulke zinnebeelden zijn méér dan loutere beeldspraak: ze verwijzen naar ervaringen waar de ratio geen weg mee weet. Vandaar dat ik spreek over 'verborgen essenties'. We doen de werkelijkheid tekort, wanneer we ons verbeelden dat het leven maakbaar is. Wanneer we verwachten dat de wetenschap op den duur voor alles een oplossing biedt. Dwazen zijn het die zo denken. Want zij zien voorbij aan die verborgen essenties.

De ervaring leert dan ook dat de betekenis van belangrijke levensmomenten meestal ook maar moeilijk is vast te stellen. Wie op zijn huwelijksdag meent dat het de mooiste dag is van zijn leven kan daar soms jaren later wel eens heel anders over oordelen. 'Ik had nooit moeten trouwen' heb ik wel eens iemand horen zeggen. Ik ben niet geschikt voor het huwelijk. Je hoort hoort ook wel eens mensen klagen over hun lot en zeggen dat het toch maar oneerlijk is verdeeld in de wereld. Maar ook zoiemand kan je soms na jaren verzekeren, dat het destijds wel een heel moeilijke periode is geweest, maar dat er juist toen diepgang in het leven ontstond. Levensmomenten hebben - als je erover nadenkt - eigenlijk altijd een lichte en een donkere kant. Soms heb je vooral oog voor de ene kant, en dan weer voor de andere kant. Leven is: leren zien dat ons hele bestaan zich afspeelt tussen die beide polen.

Moet je daar nou God bij halen? Om te beginnen zou je moeten stellen dat het traditionele spreken over God aan herziening toe is. Maar dat wil nog niet zeggen, dat we buiten God kunnen als een zinnebeeld dat ook verwijst naar wat er schuil gaat achter de zichtbare werkelijkheid. Zelfs achter de verborgen essenties van het bestaan: de tijd, het leven, goed en kwaad,
hergeboorte, dood en nog zoveel meer.

"Lijf-en-ziel is meer dan het voedsel". "Ik nam alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw: en ik zag in dat het allemaal maar lucht was. En dat het geen enkel nut had onder de zon." Maar: waar draait het dan om in het leven? Wat maakt een leven tot een vruchtbaar leven?

Je zou, met de bijbel in de hand, misschien kunnen zeggen dat het allemaal begonnen is met een God, die zich bekommert om een onbetekenende, en ook ongelukkige kleine gemeenschap in gevangenschap. Het verhaal vertelt hoe deze God, in zijn barmhartigheid, besloot om een verbond te sluiten met dit volkje: "Ik zal jullie bevrijden op twee condities: dat jullie je om mij bekommeren, en dat jullie je om elkaar bekommeren". Dan zul je merken dat je een volk van betekenis wordt. Dat er niemand om jullie heen kan. En dat mensen van heinde en verre zullen komen om met eigen ogen te zien wat hier gebeurt. Je zult er dan ook nooit meer alleen voor staan; want Ik beloof je: Ik zal er zijn, troostend en bevrijdend nabij.
Zo is het allemaal begonnen.

En hoe gaat het verder? Dat hangt van ons af. Iedere generatie zal de betekenis van dit verbond opnieuw moeten doordenken. En zich afvragen: gedenken wij God? Of menen wij, zoals ons wordt verteld is het zondevalverhaal, dat wij beter af zijn zonder God?
Jezus zegt tegen zijn leerlingen: weest niet bezorgd; want je eigen lijf-en-ziel is meer dan stof alleen. Je ziel: dat is die innerlijke dimensie, die ons gevoelig laat zijn voor wat verborgen is, je eigen levensgeheim. Die ziel heeft zorg nodig: zielzorg. En ook God, de bron van jouw ziel.



DE LEZINGEN:

Prediker 2:1-11
1 Ik zei tegen mezelf: Kom, laat ik proberen de genoegens van het leven te smaken en te genieten van het goede. Maar ook dat, ontdekte ik, is enkel leegte. 2 Vrolijkheid, zei ik tegen mezelf, is niet meer dan dwaasheid. En waar leidt vreugde toe? 3 Ik heb mezelf ondergedompeld in de vrolijkheid van de wijn, en ik greep die dwaasheid aan om te onderzoeken of ik in mijn wijsheid - want die behield altijd de overhand - kon ontdekken wat een mens het beste doen kan, dat luttel aantal levensdagen dat hij doorbrengt onder de hemel.
4 Ook heb ik grootse dingen ondernomen: Ik heb voor mezelf paleizen gebouwd en wijngaarden geplant. 5 Ik heb tuinen en parken aangelegd en daarin een keur van vruchtbomen geplant. 6 Ik heb waterbekkens gegraven om een bos met jonge bomen te bevloeien. 7 Ik heb slaven en slavinnen gekocht, en ook hun kinderen werden slaven in mijn huis. Ik bezat talrijke runderen, schapen en geiten, meer dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. 8 Ik heb goud en zilver opgestapeld en in de rijkdom gedeeld van koningen en landen. Ik heb zangers en zangeressen aangesteld en het genot geproefd van vele, vele vrouwen. 9 Grootse dingen heb ik ondernomen en meer bezit vergaard dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. En bij alles wat ik voor mezelf verworven had, behield ik ook mijn wijsheid. 10 Alles wat mijn ogen vroegen heb ik ze gegund, elke vreugde die mijn hart verlangde heb ik het gegeven, en ik genoot naar hartelust van al het goede dat ik had verworven. Het was het loon voor mijn gezwoeg. 11 Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. Het had geen enkel nut onder de zon.

Lucas 12:13-23 (Naardense Bijbelvertaling)

12:13 Dan zegt zomaar iemand uit de schare
tot hem:
leermeester, zeg tot mijn broer
dat hij moet zorgen
dat hij het erfgoed met mij deelt!
12:14 Maar hij zegt tot hem:
wie heeft mij over u aangesteld
als rechter en verdeler?
12:15 Dan zegt hij tot hen:
ziet toe en waakt
voor alle veelhebberij,
want ook als iemand overvloed heeft
is zijn leven niet iets
dat hemzelf toebehoort!
12:16 Hij zegt als gelijkenis
tot hen dit woord:
van zomaar een mens, een rijke,
bracht het gebied rijkelijk op;
12:17 hij is bij zichzelf gaan overleggen
en zei: wat zal ik doen?,
want ik heb geen plek meer
om mijn vruchten erin te vergaren!-
12:18 hij zegt: dít ga ik doen:
ik breek mijn schuren af
en bouw grotere;
daarin vergaar ik dan
al mijn graan en goederen,
12:19 en ik zal zeggen tot mijn ziel:
ziel, je hebt vele goederen liggen,
voor vele jaren;
rust uit, eet, drink en wees vrolijk!-
12:20 maar dan zegt God tot hem:
stuk onverstand!, deze nacht nog
zullen ze je ziel van je afeisen;
wat je hebt klaargemaakt,
voor wie zal het zijn?-
12:21 zó gaat het met
wie schatten verzamelt voor zichzelf
en geen rijkdom zoekt bij God!
12:22 Hij zegt tot zijn leerlingen:
daarom zeg ik u:
weest niet bezorgd voor lijf-en-ziel
wat ge zult eten,
of voor het lichaam
wat ge moet aantrekken;
12:23 want lijf-en-ziel is meer dan het voedsel.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS. ..

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2010.