Ikoon van de doop van Jezus in de Jordaan
Ikonenatelier Kerkwinkel Koinonia

Preek gehouden in de dienst van de Remonstrantse Gemeente te Hoogeveen, op zondag 9 januari 2011
De lezingen waren:
Johannes 1: 1-4a
Jesaja 42: 1-8a
Matteüs 3: 7-12

PREEK

Bijbellezen is eigenlijk een kunst op zichzelf: je moet daarbij eigenlijk alles wat je al weet vergeten. De Naardense Bijbel, waaruit wij het evangelie-verhaal lazen heeft een gebruiksaanwijzing opgenomen. Die begint met de onthutsende zin: "De bijbel is een boek dat nergens over gaat en dient ook als zodanig vertaald en gelezen te worden". Uit het vervolg blijkt wat de bedoeling is van deze merkwaardige openingszin: waar het om gaat is, dat je niet moet denken dat het in de bijbel gaat om dingen die lang geleden ooit zijn gebeurd. De bijbel gebeurt hier en nu, op het moment waarop er hardop uit wordt gelezen. Waar het op aankomt is, wat de woorden ons nu, op dit moment te zeggen hebben. Vandaar dat de verhalen ook zijn vertaald in de tegenwoordige tijd: dus niet 'toen deed hij dit en zei hij dat...', maar 'hij doet dit en zegt dat...'. Zo is het net alsof je er zelf bij bent - alsof je deel uitmaakt van het verhaal.

De Oosters Ortodoxe kerk kent dit principe al eeuwen: vandaar de ikonen. Die representeren, stellen present en nodigen je zó uit om erbij te zijn, om getuige te zijn van wat daar gebeurt. Als je de ikoon goed bekijkt zie je ook dat wat daar gebeurt, betrekking heeft op een diepere werkelijkheid - een werkelijkheid die verborgen is. We zien een slang, die het kwaad representeert; en engelen, die gespannen toekijken. Zo krijgt wat daar gebeurt een kosmische betekenis.

Jezus gaat op de Jordaan af. De wijze waarop dit klinkt wekt de suggestie, dat daar moed voor nodig is. Hij gaat erop af. Weet U wat "Jordaan" betekent? JRD is een Hebreeuws woord voor 'neerdalen', 'bergafwaarts gaan', 'er onderdoor gaan'. Ik geloof dat dit het enige verhaal is, waarin Jezus zich zó doelbewust in beweging zet: hij trekt weg uit Galilea en kiest de weg bergafwaarts - naar de Jordaan. Onwillekeurig moet je daarbij denken aan dat andere verhaal - over Elia. Misschien kent u het wel. Van Elia wordt verteld, dat hij weet dat zijn leven er zo ongeveer opzit: hij krijgt dan ook de opdracht van JHWH om af te dalen naar de Jordaan. Elisa wil hem niet alleen laten gaan en besluit om mee te gaan. Tot drie maal toe vermaant Elia hem en zegt hem terug te keren, niet nog verder mee te gaan. Maar Elisa laat zich niet ontmoedigen: hij wil Elia volgen, liefst tot over de grens van de doodsrivier - de Jordaan. Het is misschien wel het meest ontroerende verhaal, dat in de bijbel staat - dit verhaal over Elisa die zijn meester niet alleen wil laten.

Jezus gaat op de Jordaan af: om zich te laten dopen. Het is een cruciaal besluit. Vroeg of laat wordt elk mens "gedoopt", ondergedompeld in de realiteit van zijn/haar bestaan, doordrenkt van het besef dat wij vergankelijk zijn, voorbij gaan en dat jij niet de spil bent waar alles om draait. Op momenten dat je dat beseft, word je bescheiden, en ga je je de betrekkelijkheid realiseren van je bestaan. Je laten dopen: is dat niet deze realiteit onder ogen zien en die aanvaarden? Op dit keerpunt in het leven van Jezus splijt de hemel open, en klinkt een stem die zegt:
"Dit is mijn zoon, de geliefde,
in wie ik een welbehagen heb" (Jes. 42:1)!

Opvallend is dat er staat: ZIE (!), een stem uit de hemel. Dat wordt begrijpelijk, wanneer je beseft, dat de woorden die volgen een citaat zijn: uit Jesaja. Alsof gezegd wil zijn dat, op het moment, dat Jezus zich liet dopen, het tot hem doordrong wat zijn roeping was: 'de dienaar te zijn van de Heer', zoals die al door Jesaja wordt bezongen:
"Zie mijn dienaar, ik ondersteun hem,
mijn uitverkorene,
in hem heeft mijn ziel behagen;
geven zal ik mijn geest over hem,
recht zal hij doen naar de volkeren."

Wat binnen het verhaal over de doop is gecomprimeerd tot één moment weerspiegelt een proces dat zich in de loop van elk mensenleven kan voltrekken; een proces dat in werkelijkheid jaren in beslag neemt: het groeiende besef dat het leven eindig is; en het zich opdringende besef dat het bestaan alleen betekenis krijgt in het kader van wat onze levensopdracht is: een leven dat vervuld is van het goddelijk geheim. De vraag die daar doorheen speelt is dan ook de vraag wanneer en hoe God zich manifesteert in ons leven. In jouw leven.

Als ik mijn eigen levensweg in gedachten neem, besef ik dat het woord 'God' vele jaren lang niet in mijn vocabulaire voorkwam. Tot op de dag van vandaag gebruik ik het woord uiterst spaarzaam: omdat het zo verweven is met voorstellingen, die onmiddellijk een correctie behoeven. Er bestaan zoveel misverstanden rond dit woord!

Als ik mijn eigen levensweg in gedachten terugloop dan zie ik, dat ik er met name in mijn jonge jaren van ben uitgegaan dat alles draait om je eigen groei, je eigen ontwikkeling, je eigen toekomst. Je gaat ervan uit dat je ook maar beter niet kunt rekenen op een hemel die zich opent. Dat je maar beter kunt bouwen op je gezond verstand; en gebruik maken van de kansen die zich voordoen, en van de mogelijkheden die het leven je biedt. Een mens moet zich toch immers zèlf een weg zoeken door het leven? En natuurlijk is er ook nog zoiets als het lot. Het lot kan de zaak aardig verpesten. De één treft het in het leven beter dan de ander. Niet voor niets wensen we elkaar geluk in het nieuwe jaar!

Maar er komt een dag waarop je je gaat realiseren, dat het leven niet maakbaar is. Dat niet jij jouw weg zoekt, maar dat jouw weg zich aandient. Je hebt geen keus. Het is jóuw weg, die jij moet gaan. Het komt erop aan dat je dat leert aanvaarden. Soms kunnen zich situaties voordoen, die ondragelijk, ondoenlijk zijn - naar menselijke maatstaf. Draaikolken, die doodsangst wekken. Driften, waarvan je schrikt. Een machteloosheid die je zelfs kan vervullen met een zeker verlangen naar de dood. Het kan je zelfs zo verwarren dat je je afvraagt: wie ben ik? Ben ik dit of ben ik dat? Ben ik zus of ben ik zo? Ben ik oprecht of houd ik mezelf voor de gek? Is dat niet ook "de Jordaan"? De plaats, waar een mens de grond onder zijn voeten voelt wegzinken?

Misschien zou je ook kunnen zeggen: de "Jordaan" dient zich aan wanneer we onder ogen moeten zien, dat de werkelijkheid niet die werkelijkheid is waarin we altijd meenden te kunnen geloven. Dat niet alleen de werkelijkheid buiten ons, maar ook in onszelf anders is dan het beeld dat we altijd hebben gekoesterd en waarmee we vertrouwd zijn geraakt.

Klaarblijkelijk kan het gebeuren dat juist dan de hemel opengaat, en dat het besef doorbreekt: Jij, jij bent het in wie Ik een welbehagen heb. Wees niet bang. Jij mag er zijn. Ik heb jou lief! Alles wat je nodig hebt schenk ik je. Vertrouw op mij en laat zien hoe het leven geleefd moet worden. Want - hoe zwaar het lot ook moge zijn - het gaat om je menselijkheid, je menswaardigheid, je medemenselijkheid.

Soms kom je hen tegen: mensen, die zwaar beproefd worden, en desondanks hun waardigheid en medemenselijkheid niet verliezen. Die zichzelf overstijgen. Die hebben leren zien dat alles ons is gegeven. Die vol dankbaarheid zijn voor elke nieuwe dag. Die ondanks alles betrokken blijven op anderen. Je ziet dat ook wel bij kinderen die weten dat ze vroegtijdig zullen sterven: en die zelfs in staat zijn om hun ouders te troosten. En ook bij mensen, die zwaar gehandicapt zijn en toch niet verbitterd raken; maar eerder een toonbeeld zijn van levenslust. Hoe kan dat? Hoe kunnen zij dat? Wat is hun geheim? Hebben zij bronnen van wijsheid ontdekt, die voor anderen verborgen zijn gebleven? Het moet stoelen op ervaring: niet een ervaring van 'iets' in het leven, maar de ervaring van het leven zelf: van het mysterie. Van die Andere Ogen, die je vanuit je oorsprong aankijken. Die ervaring is in staat om je te doen ontwaken uit de droom van je eigen pretenties, je bewust te maken van het feit dat je geneigd bent om het belangrijkste te vergeten: dat je niet jezelf in het leven hebt gesteld. Ons leven is onlosmakelijk verbonden en opgenomen in het mysterie dat ons draagt zolang wij ademen.

"Geven zal ik mijn geest over hem", profeteert Jesaja. Zou het zó kunnen zijn, dat wie eenmaal begint het leven te ervaren als een geschenk, daarmee ook op zoek gaat naar al het andere dat ons in staat kan stellen om dit mysterie te blijven zien als iets kostbaars? Om in de kleine dingen van alledag het heilige te herkennen? Zou zo'n levenshouding niet ook verstrekkende gevolgen hebben voor de wijze waarop wij ons verhouden tot anderen?

Zo'n levenshouding is - denk ik - niet iets waar je voor kiest; het is er één, waarmee je langzaam vertrouwd kunt raken; een vorm van volwassenheid. Een levensvoorwaarde, die kan worden tot een vanzelfsprekendheid - een tweede natuur - die een mens in staat stelt om onder alle omstandigheden te beamen: ja, ook dit is mijn leven. Ik zou er geen dag van willen missen.

Sinds het begin
is er het spreken;
dat spreken is God nabij,
ja, God zelf is dat spreken;
het is er al sinds het begin,
God zo nabij:
alles geschiedt daardoor
en buiten dat om
geschiedt niet één ding
dat is geschied.
Daardoor is er leven.



DE LEZINGEN:

Johannes 1: 1-4a

Sinds het begin
is er het spreken;
dat spreken is God nabij,
ja, God zelf is dat spreken;
het is er al sinds het begin,
God zo nabij:
alles geschiedt daardoor
en buiten dat om
geschiedt niet één ding
dat is geschied.
Daardoor is er leven.

Jesaja 42:1-8a

1 Ziehier mijn dienstknecht, die Ik ondersteun;
mijn uitverkorene, die Ik met genoegen gadesla.
Ik heb mijn geest op hem gelegd,
en hij maakt het recht bekend aan de volken.
2 Hij roept niet en schreeuwt niet,
hij laat zijn stem niet horen op straat.
3 Het geknakte riet zal hij niet breken
en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit.
Werkelijk, hij zal recht brengen.
4 Hij zal niet zwak worden en niet worden geknakt,
maar hij vestigt het recht op de aarde
en de eilanden zullen naar zijn boodschap uitkijken.

5 Zo spreekt de HEER God,
die de hemel geschapen en uitgespannen heeft
en de aarde heeft gespreid met alles wat zij voortbrengt,
die adem geeft aan de mensen die er wonen
en levensgeest aan iedereen die er zijn weg gaat.
6 Ik, de HEER, heb u geroepen om heil te brengen,
Ik neem u bij de hand,
Ik vorm u, en bestem u
tot een verbond met het volk, tot een licht voor de naties;
7 om blinde ogen te ontsluiten,
om gevangenen uit de kerker te bevrijden,
degenen die in de duisternis van de gevangenis wonen.
8 Ik ben de HEER, dat is mijn naam.

Matteüs 3:7-12

Dan
treedt Jezus aan,
uit Galilea op de Jordaan af
naar Johannes,
om door hem gedoopt te worden.
Maar die heeft hem tegengehouden,
zeggend: ik heb het nodig
door jou gedoopt te worden,
en jij komt tot mij?
Maar ten antwoord zegt Jezus
tot hem: sta het nu toe;
zó immers past het ons
alle gerechtigheid te vervullen!
Dan staat hij het hem toe.
Als Jezus is gedoopt
loopt hij meteen uit het water
de wal op;
en zie, geopend worden de hemelen
en hij ziet de Geest van God
neerdalen alsof het een duif is
en komen op hem,
en zie, een stem uit de hemel
die zegt: dit is
mijn zoon, de geliefde,
in wie ik een welbehagen heb (Jes. 42:1)!

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2011.