Het lam van God dat wegdraagt de zonde der wereld
(Johannes 1:29)

Preek gehouden tijdens de dienst van de Parkstraatgemeente te Arnhem op zondag 2 oktober 2011
De lezingen waren:
Jesaja 5:1-7
Matteüs 21:33-43

Onterfd worden

Wie bekend is met de taal van de bijbel weet dat de Vinea Domini, de wijngaard des Heren, een beeld is dat verwijst naar de wereld waarin wij leven: het land van belofte. Wij, het volk aan wie de zorg voor de wijngaard is toevertrouwd, wordt aangeduid als 'bruid'.

In het lied bezingt Jesaja wat de bruidegom, de eigenaar van de wijngaard, zoal heeft gedaan om de omstandigheden zo optimaal als mogelijk te laten zijn. De hoop is dan ook gerechtvaardigd dat de oogst overvloedig zal zijn. Want niets heeft Hij aan het toeval overgelaten.

Maar het loopt uit op een teleurstelling. Want de bruid, zo wordt ons verteld, blijkt ontrouw. Het resultaat: alleen 'stinkbessen'! Wij zouden zeggen: 'Stank voor dank!' En daarom neemt de bruidegom het besluit om de wijngaard aan zijn lot over te laten: de heggen worden verwijderd; en de wijngaard verwildert. Aldus Jesaja.

===

Deze beelden worden door Jezus opnieuw verwerkt: maar nu in een gelijkenis die overigens ook betrekking heeft op een gedroomde, veelbelovende toekomst. De bewoners heten nu pachters. Van hen wordt verwacht dat zij een deel van de oogst afstaan, als pachtsom. Maar, wanneer er knechten van de Heer komen om de pachtsom te incasseren worden die door de pachters mishandeld. Dan besluit de eigenaar nu om zijn eigen zoon dan maar te zenden - in de veronderstelling dat de pachters die met enig respect zullen behandelen. Maar ook dat pakt anders uit: de pachters denken namelijk slim te zijn. Ze vermoorden die zoon - in de veronderstelling dat zij, nu er geen erfgenaam meer is, de wijngaard kunnen exploiteren ten eigen bate. Maar of dat ook zo is, dat staat nog te bezien. Dat zou wel eens een misrekening kunnen zijn.

Nadat Jezus de schriftgeleerden deze gelijkenis heeft verteld vraagt hij hen hoe het volgens hen zal aflopen. Zouden de schriftgeleerden zich in die pachters hebben herkend? Als je Matteùs mag geloven is daar geen sprake van: zij zijn van oordeel dat het misdadig is, wat die pachters doen; en zij verwachten dat de Heer van de wijngaard deze pachters zwaar zal straffen.

Dan neemt het verhaal een verrassende wending. Jezus maakt de schriftgeleerden eerst duidelijk, dat de gelijkenis weldegelijk betrekking heeft op hen; hij weet dat zij van plan zijn om hem ter dood te brengen. En Matteüs weet dat dit uiteindelijk ook is gebeurd. Vervolgens voorzegt Jezus dat God niet zal doen wat volgens de schriftgeleerden in de lijn van hun verwachting ligt: God zal de misdaad niet bestraffen. Maar de erfenis zal gaan naar anderen. Dat is misschien wel het hart van het evangelie!

Want wat daarmee wordt gezegd is dat de God van Jezus anders is, anders handelt dan de God zoals die de schriftgeleerden denken te kennen. 'De steen die zij afkeuren zal als hoeksteen worden gebruikt'. Voor Matteùs is dit een sleuteltekst: de sleutel voor zijn Christologie. Die vormt de aanzet tot een verklaring van het grote mysterie rond Jezus: rond de vraag wie hij is en hoe zijn leven, zijn lijden en sterven geduid moet worden in het licht van zijn herrijzen.

Volgens Matteüs hoort de dood van Jezus niet zozeer thuis in de geschiedenis van de misdaad, als wel in de finale openbaring van wie God is, die eigenaar van de wijngaard. In plaats van een vergelding gebeurt er iets waaraan zichtbaar wordt dat Jezus - met alles wat hij leert en hoe hij leeft en lijdt - de belichaming van het Godsrijk dat er - hoe dan ook - zal komen. Zijn rijk is een rijk waarin liefde het wint van wrok.

===

"Hebben jullie dan nooit gelezen...: die woorden doen denken aan de gesprekken die Jezus onderweg had met de Emmaüsgangers, toen hij hen de oude geschriften uitlegde. Hebben dan noch die Emmaüsgangers, noch de schriftgeleerden die oude profetieën goed tot zich laten doordringen? Hebben ze zo slecht gelezen? Dat zou kunnen. Maar veel waarschijnlijker is het, dat ze alles heel goed hebben gelezen, maar dat ze het gelezene inpasten in hun eigen rationele denkkaders. De taal die wij spreken, woorden en begrippen, zijn altijd geïnfecteerd door hoe wij denken, door onze logica.

Maar bij profetische, poëtische taal ligt dat anders: om die machtig te worden moet een mens leren inzien hoe beperkt de mogelijkheden zijn van woorden en begrippen uit de omgangstaal. In de taal van dichters en profeten zijn woorden als vensters, die bedoeld zijn om er doorheen te kijken en te ontwaren hoe het landschap van 'de waarheid' eruit ziet: de goddelijke waarheid. Waar het bij om die 'waarheid' om gaat kan veelal niet worden gezegd, hoogstens tot op zekere hoogte ervaren.

Het probleem van de schriftgeleerden is dat zij wel goed gelezen hebben, maar dat ze wat ze lazen louter vanuit hun eigen, rationele wettische denkkaders hebben geduid.

We zouden het bij die constatering kunnen laten. En net doen alsof het een historisch voorval beschrijft, dat zich 2000 jaar geleden heeft afgespeeld. Maar we zouden ons ook kunnen afvragen of de gelijkenis van Jezus ook ons vandaag de dag iets te zeggen heeft. Zou het ook ons wellicht aan visionaire denkkaders kunnen ontbreken, nodig om te begrijpen wat ons als goddelijke waarheid wordt aangezegd? Zou het niet zo kunnen zijn, dat ook de kerk op enig moment wordt onterfd, bij gebrek aan oogst? Omdat de denkkaders, waarbinnen theologie wordt bedreven, te rationeel, te dogmatisch en te weinig spiritueel zijn? Omdat we ons woorden zoals 'God' en 'waarheid' hebben toegeëigend, alsof het aan ons is om die begrippen inhoud te geven?

===

Gemeente, ik ben geen profeet en zal dan ook de laatste zijn om op deze vragen een antwoord te geven. Maar ik denk wel, dat het vragen zijn die ons, juist in onze tijd van ontkerkelijking, zouden kunnen verontrusten.

Tot slot wil ik, naar aanleiding van de tekst, me bepalen tot een aantal Christologische notities. Het moge duidelijk zijn dat Matteùs Jezus heeft gezien als een mens die al tijdens zijn leven door velen als een bevrijder werd ervaren: omdat hij mensen genas; omdat hij relaties herstelde; omdat hij geloofde in vergeving en verzoening en daaruit ook leefde; omdat hij zich niet aan situaties onttrok wanneer mensen hem naar het leven stonden maar bleef volharden bij zijn zwijgend protest tegen het onrecht. Juist dat was de grond voor zo'n eretitel als 'Zoon van God' als uitdrukking van de overtuiging dat hij de belichaming was van de goddelijke waarheid. Vandaar ook die andere eretitels die hij kreeg: de Gezalfde, de Heer, de Mensenzoon en zo meer.

De hoogste wáárheid komt doorgaans in deze wereld niet aan het licht. Misschien wel omdat we allemaal de neiging hebben om ons, als het er werkelijk op aankomt, terug te trekken, af te haken. De wáárheid komt alleen daar aan het licht waar die scheppende kracht zichtbaar wordt waaruit de wereld ook is voortgekomen: het oneindig goede, zoals dat ook in Jezus gestalte kreeg; een kracht die altijd oneindig veel sterker is dan al het kwaad en onrecht dat de wereld vaak zo afzichtelijk maakt.

Een mens wordt wáár voorzover die tot zijn eigen wezen komt: d.w.z. beelddrager wordt van de goede God in scheppende zin. De oogst wordt steeds zichtbaar waar een mens, die uit die waarheid leeft, ervaart dat er uit elk dal een uitweg: omdat God zijn waarheid bevestigt. Is dat niet wat we opstandingsgeloof noemen? Durven we het aan om daaruit te leven? AMEN.


DE LEZINGEN:

Jesaja 5:1-7

5:1 Laat ik toch zingen van mijn geliefde,
het lied van mijn liefste,
over zijn wijngaard!-
een wijngaard had mijn geliefde,
op een helling heel vruchtbaar.
5:2 Hij woelde hem om, ontsteende hem,
beplantte hem met edelwingerd,
bouwde een toren op zijn plek
en ook een perskuip hakte hij erin uit;
hij mocht hopen
dat hij druiven voortbracht
maar hij bracht stinkbessen voort!
5:3 Welnu, ingezetene van Jeruzalem
en manvolk van Juda,-
spreekt toch recht
tussen mij en mijn wijngaard!
5:4 Wat nog te doen aan mijn wijngaard
dat ik niet aan hem heb gedaan?-
waarom mocht ik hopen
dat hij druiven voortbracht
en bracht hij stinkbessen voort?
5:5 Welnu, laat ik u toch doen weten
wat ik ga doen aan mijn wijngaard:
zijn doornhaag weghalen,
dat hij wordt om kaal te plukken,
bressen slaan in zijn muur,
dat hij iets wordt om te vertrappen.
5:6 Ik maak een wildernis van hem:
hij wordt niet gesnoeid en niet behakt,
oprukken zal doorn en distel;
en over de wolken zal ik gebieden
geen regen over hem te regenen.
5:7 Want de wijngaard van de Ene,
de Omschaarde,
is het huis Israël
en het manvolk van Juda
is de planting waarin hij zich verlustigde;
hij mocht hopen op recht
en zie, het werd slecht,
op gerechtigheid, en zie geschrei!

* Matteüs 21:33-43

21:33 Hoort een andere gelijkenis!
Een mens, bezitter van huis-en-goed,
'plant een wijngaard aan,
zet een omheining eromheen,
graaft erin een perskuil uit
en bouwt een toren erbij' (Jes. 5,1-2).
Hij geeft hem uit aan landarbeiders
en gaat op reis.
21:34 Wanneer de tijd van de vruchtenpluk
nadert, zendt hij zijn dienaren uit
naar de landarbeiders
om de vruchten in ontvangst te nemen.
21:35 Maar de landarbeiders
nemen zijn dienaars vast
en geven de ene slaag,
slaan de andere dood
en gooien een derde dood met stenen!
21:36 Weer zendt hij dienaars uit, andere,
een groter aantal dan eerst,-
en met hen doen ze evenzo.
21:37 Als laatste zendt hij tot hen zijn zoon,
zeggend:
mijn zoon zullen ze ontzien!
21:38 Maar als de landarbeiders de zoon zien
zeggen ze onder elkaar:
dit is de erfgenaam!- kom op,
laten we hem doden, dan
hebben wij zijn erfgoed!
21:39 Ze nemen hem vast,
werpen hem de wijngaard uit
en brengen hem ter dood.
21:40 Wanneer dan de heer van de wijngaard komt,
wat zal hij met zulke landarbeiders doen?
21:41 Ze zeggen tot hem:
deze kwaadstichters
zal hij een kwaad einde bezorgen,
en de wijngaard zal hij uitgeven
aan andere landarbeiders
die hem vruchten zullen afgeven
telkens als het er de tijd voor is!
21:42 Jezus zegt tot hen:
hebt ge nooit gelezen in de Schriften
'de steen die de bouwvakkers afkeurden,
die is geworden tot de hoeksteen, het hoofd;
van de Heer uit is dit geschied,
voor onze ogen!- wonderbaar is het!'
(Ps. 118,22-23)?
21:43 Daarom zeg ik u:
het koninkrijk van God
zal van u worden weggehaald
en worden gegeven aan een volk
dat de vruchten daarvan opbrengt.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2011.