Engeltje (zonder trompet),
Monestir de Pedralbes (Clarissen),
Barcelona, 14de eeuw.

Preek gehouden tijdens de dienst op 11 december 2011, de derde zondag van advent, van de Remonstrantse gemeente te Hoogeveen.

De lezingen waren:
1 Thessalonicenzen 5:12-24
Johannes 3:22-30

Preek: "Onderzoek alle dingen en behoud het goede."
                                                  (I Thessalonicenzen 5:21)

Er zijn vragen, waar iemand eigenlijk nooit een definitief antwoord op vindt. Bijvoorbeeld de vraag: "Hoe moet ik leven?" Er wordt wel gesproken over 'levenskunst'. Maar via de media bereikt ons een overweldigend aanbod van diverse goeroes en leermeesters, die allemaal zeggen ons bij de hand te willen nemen om ons de weg te wijzen, die we in het leven het beste zouden kunnen volgen. Opvallend genoeg ontbreekt een duidelijk aanbod vanuit de kerk - ik denk dan in het bijzonder aan de Remonstrantse Broederschap - als het gaat om geestelijke begeleiding.

"Onderzoek alle dingen, en behoud het goede!", schrijft Paulus. Ook dat klinkt alsof we maar beter zelf kunnen uitzoeken wat we als onze roeping verstaan; en wat we als onze levensopdracht zien. Iemand zou natuurlijk kunnen besluiten - op grond van de woorden van Paulus - om dat brede aanbod dan maar te gaan verkennen.

Wat kom je dan zoal tegen op de markt van spiritualiteit? Volgens sommige geestelijk leiders moeten we positief leren denken: wie positief denkt vindt daarin de kracht om het leven aan te kunnen. Anderen raden ons aan om vooral 'maat te houden' en naar ons lichaam te luisteren; het belang van innerlijke rust te herkennen; of om naar onze eigen bronnen op zoek te gaan. Nog weer anderen raden ons om toch vooral te genieten van het leven zolang het kan: het is immers maar kort en ongewis! Dus: pluk de dag! De laatste tijd hoor je ook wel zeggen, dat levenskunst bestaat uit de kunst om het leven goed te plannen: te zorgen voor een goed curriculum, en niet te vergeten een uitgebreid netwerk. Levenskunst is in dat geval de kunst om de mogelijkheden en kansen goed in te schatten en daar weloverwogen mee om te gaan: 'zelfmanagement' heet dat. Alleen zo ligt het geluk binnen je bereik. Als je de glossy tijdschriften mag geloven word je alleen gelukkig wanneer je steeds de nieuwste trends volgt en meegaat met de mode. En tenslotte zijn er ook nog goeroes die, onder invloed van oosterse wijsheid (zenboeddhisme), ons aanraden om te leren het leven te doorzien en tot het inzicht te komen dat het ultieme heil alleen gevonden kan worden in compassie: d.w.z. door aanvaarding van het bestaan; door het aanvaarden van de werkelijkheid met alle schaduwkanten daarvan; en een zich ook opgenomen weten in die werkelijkheid met alle tekorten en onmogelijkheden, die zo kenmerkend zijn voor ons bestaan: en dat dan ook in verbondenheid met de anderen, die nu eenmaal in hetzelfde schuitje zitten.

Wat is de goede weg? "Onderzoek alle dingen", schrijft Paulus. Zou hij bedoelen dat we geen tijd te verliezen hebben en dat we maar eens de markt op moeten om te gaan experimenteren met een en ander?
Dat denk ik niet. Ik vermoed dat Paulus, wanneer hij dit moderne brede aanbod zou overzien, al betrekkelijk snel zou concluderen dat hij toch iets heel anders op het oog heeft. Wat namelijk opvalt in dit moderne aanbod is, dat de mens steeds wel erg centraal staat. Je kunt ook niet veel anders verwachten in een geseculariseerde samenleving. Volgens Paulus moet de mens het hebben van charisma - genade. Charisma is een woord dat een transcendente werkelijkheid veronderstelt; het veronderstelt dat God - wat dat woord dan ook maar moge betekenen - dat God van dag tot dag, van uur tot uur scheppend en vernieuwend met ons bezig is.

Als Paulus schrijft "onderzoek alle dingen" dan bedoelt hij met name de krachten, die ons leven richting kunnen geven. Het gaat hem er niet zozeer om wat we vanuit onszelf kunnen doen of laten; het gaat hem er in de eerste plaats om wat het leven met ons doet: om wat we gewaar kunnen worden aan heilzame en aan destructieve krachten - wanneer we tenminste open staan voor zulke krachten waar we zelf niet de hand in hebben. Dat hij die op het oog heeft blijkt ook uit het zinnetje, dat vooraf gaat aan 'beproeft alle dingen'. Daar schrijft hij: "Veracht de profetieën niet die de geest - d.w.z. de Heilige Geest - u ingeeft". En daar nog weer aan voorafgaand: "Bid onophoudelijk". Paulus veronderstelt dat de mens - als het goed is - voortdurend in dialoog is met een onzienlijke, ondefinieerbare essentie, waarover eigenlijk verder niets te zeggen valt - behalve dan dat je je daarvoor open kunt stellen. Alhoewel: misschien is dat wel iets, wat je moet leren.

In herinner me dat ik lang geleden, toen ik als theologiestudent (verplicht) zanglessen moest volgen, van mijn zanglerares oefeningen kreeg die zij betitelde als 'earcleaning'. Ik moest leren om zo te luisteren dat ik in staat was toonhoogten en zwevingen te horen zodat ik 'valse' van 'reine' akkoorden kon onderscheiden. Als Paulus schrijft "Onderzoek alle dingen" gebruikt hij een term die ontleend is aan de geldwisselaars in de oudheid. Die hadden een stenen tafeltje, waarop ze munten lieten vallen; en dan konden ze aan het geluid horen of het echte munten waren of valse munten. "Zo", zegt Paulus, "moet de mens ook leren te onderscheiden tussen wat van de Heilige Geest afkomstig is en wat niet". Wat de constructieve krachten, scheppende, opbouwende en dragende krachten zijn en welke alleen destructief en verwarrend zijn. Dat noemt hij 'het onderscheiden van de geesten'. En: het onderscheiden van valse profetie van ware profetie. Je zou ook kunnen zeggen: het onderscheid maken van wat 'de Stem van God' is en wat niet. Dat is wat hem betreft levenskunst.

Elders in zijn brieven schrijft hij uitgebreid over deze 'kunst' van het leren onderscheiden. En reikt hij ook criteria aan, die daarbij kunnen helpen:
- wat de gemeenschap ten goede komt is van Godswege
- waar liefde uit spreekt is van Godswege
- wat uit Jezus is is van Godswege; want Jezus is een spiegel, een ikoon, waarin zichtbaar wordt wat van Godswege is: in zijn trouw, zijn solidariteit met verdrukten, zijn vergevingsgezindheid, en bovenal in zijn bereidheid om zichzelf weg te cijferen wordt zichtbaar wat ons leven betekenis geeft.

De gelovige doet er dus goed aan zich aan Jezus te spiegelen. Maar daar blijft het niet bij. Johannes de doper verwijst naar Jezus en zegt dat hij zich verheugt over wat ons daarmee in Jezus wordt geschonken. Hij zegt, wanneer hem gevraagd wordt wie hij is: "De vriend van de bruidegom staat te luisteren en is blij dat hij de stem van de bruidegom hoort. Dat vervult hem met grote vreugde."

Opvallend is, dat ook Paulus - naast ethische leefregels - schrijft over dankbaarheid, vreugde en vrede als kenmerken van een waardig leven. Klaarblijkelijk heeft Christelijke levenskunst ook wat hem betreft twee polen; enerzijds het luisteren naar de geest; anderzijds de vreugde over een werkelijkheid waarin God altijd weer sporen nalaat doordat Hij in mensen aanwezig wordt: altijd weer nieuw en verrassend anders, en in die zin ook tegelijkertijd onverwacht en ook verwacht.

We worden dan ook uitgenodigd om onze tijd van leven op te vatten als een tijd van advent: van een aandachtig uitzien naar sporen van heil.

Door te geloven herken je het zaad
door je bereidheid ontvang je de groeikracht
door je inzicht voldraag je de vrucht
op een dag zul je het beleven:

dat de weg je verheft, je doet opstaan
en je leidt naar het licht
dat het kwaad achterblijft als as in de oven
dat het dorre blad wordt tot vruchtbare grond

Zo leer je je weg gaan in vertrouwen
zo vinden je ogen de ogen van anderen
zo word je wijs en ga je binnen
in het onuitsprekelijke.
                                  (Catharina Visser)


DE LEZINGEN:
I Thessalonicenzen 5:
12 Wij vragen u, broeders en zusters, diegenen onder u te erkennen die zich op gezag van de Heer ervoor inzetten u te leiden en terecht te wijzen. 13 U moet hun om hun werk veel liefde en respect betonen. Leef in vrede met elkaar. 14 Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben. 15 Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. 16 Wees altijd verheugd, 17 bid onophoudelijk, 18 dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. 19 Doof de Geest niet uit 20 en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft. 21 Onderzoek alle dingen en behoud het goede. 22 Vermijd elk kwaad, in welke vorm het zich ook voordoet. 23 Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. 24 Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand.

Johannes 3:
22 Daarna ging Jezus met zijn leerlingen naar Judea. Daar bleef hij enige tijd en hij doopte er. 23 Johannes doopte toen ook, in Enon, dicht bij Salim, een waterrijk gebied. Daar kwamen de mensen naartoe om zich te laten dopen. 24 Johannes was immers nog niet gevangengezet. 25 Er ontstond een discussie tussen de leerlingen van Johannes en een Jood over het reinigingsritueel. 26 Ze gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: 'Rabbi, de man die bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!' 27 Johannes antwoordde: 'Een mens kan alleen ontvangen wat hem door de hemel gegeven wordt. 28 Jullie kunnen van mij getuigen dat ik gezegd heb: "Ik ben de messias niet, maar ik ben voor hem uit gezonden." 29 De bruidegom krijgt de bruid; de vriend van de bruidegom staat te luisteren en is blij dat hij de stem van de bruidegom hoort. Dat vervult mij met grote vreugde. 30 Hij moet groter worden en ik kleiner.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2011.