EEN DIENST ROND IKONEN
ZONDAG, 21 MAART 2004
REMONSTRANTSE GEMEENTE HENGELO

DE MEDITATIES

HET GELAAT


Wanneer je lang kijkt naar een gelaat, kan het gebeuren dat er zoiets als een blikomslag komt: het gaat dan niet meer om wat ik zie; het gaat om hoe ik gezien word. Niet ik kijk naar dat gelaat, maar die ogen kijken mij aan.
Hoe word ik gezien? Zijn er ogen die beter zien wie ik ben dan mijn eigen ogen? Zijn er ogen die zien, wat ik nodig heb?

Ogen die mij peilend aankijken: een belangrijk moment in je groei is, dat het onderscheid tot je doordringt tussen de oppervlakte en de kern; tussen de veelheid en dat, wat er werkelijk toe doet; tussen de facade en je werkelijke wezen. Het gelaat dat je aankijkt nodigt je uit om helder te gaan zien, wat er verborgen ligt - misschien onder het stof van jaren - wie je werkelijk bent.

Door onze oppervlakte heenkijken: dat is niet altijd een aangename bezigheid. Want naarmate we ons meer vereenzelvigd hebben met ons buitenkant-verhaal en dat ook naar anderen toe demonstreren, naar die mate is het pijnlijker als iemand door deze schone schijn heenkijkt. Anderzijds: een mens kan ook worden ontdekt, als een dierbare, in zijn/haar ontroerende schoonheid, uniciteit.

Ps. 139 slot
Peil nu mijn hart, o God, en ken mij,
toets mij en weet wat er in mij omgaat.
Ik ben toch niet op een doodlopende weg?
Leid mij voort op de weg naar mijn bestemming.

DE OPWEKKING VAN LAZARUS


We zien een ruimte, omgrensd door bergen, stadsmuren en architectonische elementen. Een vreemde werkelijkheid. Wat zijn dit voor een bergen, die daar machtig oprijzen - bedekt met het wit van de stilte? Wat zijn het voor een plaatsen, waar al die mensen vandaan komen? Het zwart doet vermoeden, dat zij in duisternis leven?

Het licht valt op de gestalte, in de opening van een grot. Van links komt een stoet mensen - volgelingen van Jezus. In het midden zien we een andere stoet: toeschouwers, een beetje terzijde. Jezus wordt begroet door twee vrouwen, die hem binnenhalen als een vorst: de ene smekend op haar knieën; de andere voorover in het stof, in aanbidding. Zij hebben in Jezus de Christus, de bevrijder herkend.
Waar zie jij jezelf staan: onder de volgelingen van Jezus?
Onder de mensen terzijde? Of bij de vrouwen in aanbidding?

Of herken jij jezelf in Lazarus: zó ingekapseld en gebonden, dat hij geen kant meer op kan? Dat is geen leven. Ze hebben Lazarus gebracht naar de plaats van zijn onmacht - de plaats waar je, menselijkerwijze gesproken - alle hoop moet laten varen.

Jezus kijkt geschokt: "Kom daaruit!", roept hij. "Maak zijn windsels los!" Dat is de roep om op te staan, levend te worden, uít te komen.

Waar een mens de plaats van zijn onmacht bereikt, zal blijken of er zoiets bestaat als bevrijding, verlichting, genezing, een andere manier van kijken naar jezelf, naar de anderen, naar Christus - en wie hij was, wie hij is, wat hij doet:
zegenen - hen, die geen kant meer opkunnen.

Vooraan op de ikoon zien we twee harde werkers: zij lijken niet onder de indruk van het wonder. Ze doen wat gedaan moet worden: open dat graf. Weg met die steen. Is dat: geloven op gezag? De armen uit de mouwen: gewoon doen wat gedaan moet worden?

Psalm 4.
Bij tijden dacht ik mij door u bevrijd.
Sta hoop wéér toe: weer in nood
beroep ik mij, en zeg dat u er bent.
U moet mij willen, zeg ik
want ik ben. Ik zeg dat u mij wilt
en in de kamers van mijn hart word ik gehoord.
Dat ik mij met u samen noem
blijft mij tot teken: ik heb u vermoed.
Niet ik leg mij neer:
u laat mij hier
alleen en in uw stilte.
Als u er bent, is stilte mij genoeg.
(Bewerking door Lloyd Haft)

DE ZEEREIS VAN PAULUS


Een schip met daarin een aantal reizigers: Paulus in het midden - naast de mast - met de kerk in top. Een soort ark, die ons draagt over de wateren des doods. Want wat is het leven anders, dan een drijven op een kwetsbaar, gammel schip dat het op elk moment kan begeven.

Zo wordt de levensweg van Paulus verbeeld. Hij tuurt naar de wonderlijke gestalte aan het roer: de ochtendster. Is het Jezus incognito? Wie/wat bepaalt de koers in jouw leven? Waar leidt de tocht heen? Wat is "aankomen"?

Zoals het geloven in God een weg is, zo is ook het geloven in jezelf een weg. Jij mag jouw weg gaan, in het spoor van jouw verlangen dat diep in je leeft. Wie met God op weg gaat, mag erop vertrouwen dat er een aankomst is, in dit leven.

Psalm 8 (Lloyd Haft):
Mijn heerlijkheid is
dat ik u mag noemen.
Heeft de aarde een stem? De hemel?
Mijn heerlijkheid is
dat ik het ben die zegt:
u leidt mij!
Ik, geen ijle engel:
bij vleze in staat aan u te denken,
het werk uwer handen te noemen
over velden, door zeeën.
Mijn weg een weg naar u te noemen:
vinden.

DE ZEGENENDE CHRISTUS

Als wij mensen zijn geschapen naar Gods beeld: zou dat dan om ons uiterlijk gaan? Of gaat het om wat diep in ons verborgen - tot leven gewekt kan worden: Gods Geest.

Jezus is gekomen voor allen, heeft geleefd voor allen en is gestorven voor allen: persoonlijk begrijp ik uit die oeroude woorden, dat de Geest die Jezus bezielt ook ons kan bezielen. Zijn zegenend gebaar is een uitnodigend gebaar: "Ik wil jou te gast aan mijn tafel; ik wil jouw vrijheid respecteren." Dat is pas gastvrijheid?
Je mag er zijn, zonder voorwaarden vooraf: kom aan mijn tafel. Dan kunnen we het over alles hebben. Weet je welkom zoals je bent.
Ik weet niet of je in jezelf gelooft. Ik ken je twijfels en je angsten niet. Ik weet niet wat er in de kelders van jouw ziel verborgen ligt onder het stof van jaren: welke belemmeringen in jou het vertrouwen in het leven in de weg staan. Maar ik geef je alle ruimte. Kom aan tafel, die ook de tafel is van mijn Vader. Dit is zijn gemeente. Wij zijn gelijken: kinderen van dezelfde Vader.

* Slotbede en zegen:

Moge de wind, die waait waarheen hij wil,
genezing over ons ademen, en over heel deze wereld;
moge ze ons leven schenken, en troost aan allen die
gebukt gaan onder leed.
O wind, gij zijt ons een Vader, een Moeder,
een vriend en broeder:
adem in ons en wek ons tot leven!
AMEN.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2004.