De lezingen:
Jesaja 40:1-2
I Thessalonicenzen 3:12 - 4:2
Lucas 21:25-28.34.36
PREEK
"Bemoedigt, bemoedigt mijn volk!". Klaarblijkelijk was dat in de dagen
van Jesaja nodig. Was dat omdat men niet veel goeds te verwachten had?
En wij: wat verwachten wij van de toekomst?
Lucas en Paulus.
De actualiteit ten tijde van Lucas was, dat in het centrum van
de wereld, Jeruzalem, met daar middenin de tempel, een
bloedbad was aangericht dat zijn weerga niet kent - en dat de
stad volledig was verwoest. De gruwelijke beelden daarvan
bepalen in belangrijke mate wat Lucas verwacht van de
toekomst.
De actualiteit van Paulus was anders: hij schreef zijn brief
aan de gemeente van geloofsgenoten in Saloniki zo'n 25 jaar
eerder - in een periode dat de beweging van Jezus nog heel
pril was. Zijn grootste zorg was de enorme onderlinge
onverdraagzaamheid: vandaar zijn adagio "Geloof in God, hoop
op Christus en heb je naaste lief". Dat is wat later zou
uitgroeien tot de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en
liefde. Hoop op Christus: wat zou dat moeten betekenen?
En onze actuele situatie: hoe ziet onze actualiteit eruit? En
hoe proberen wij ons staande te houden?
Onze situatie.
Maar je zou ook kunnen nadenken over het grotere
verband: wat is er van deze wereld geworden? Wat is tijdens ons leven zoal
gebeurd? Wat zullen zij die na ons komen van ons "erven"?
Betekenis?
BEMOEDIGT! BEMOEDIGT MIJN VOLK... is de opdracht die Jesaja
denkt te hebben. Maar: wat hebben wij - zoals we hier zitten -
dan te melden?
Het geloof.
Verhalen.
De verhalen laten zien, dat wij deel hebben aan twee werelden:
een binnenwereld en een buitenwereld, en dat het tot onze
mogelijkheden behoort om ons te laten inspireren door de
"scheppende geest".
Advent
Zijn we in staat om ons eigen leven te zien als "heilsgeschiedenis"?
Het zou al heel wat zijn, wanneer we er in de komende weken
eens over zouden nadenken, wanneer en hoe we in ons eigen leven nu
en dan misschien dingen hebben ervaren die ons deden zeggen:
kijk, hier gebeurt het nu, waarover het gaat in al die verhalen,
wanneer daar wordt verteld over een hemel die soms opengaat, over een
toekomst die soms onverwacht weer wordt geboren, over hemelbrood dat
ons wordt aangereikt, over een gemeenschap in de naam van Jezus,
die het leven verheft, omdat het Jezus is die ons op het spoor
zet van andere mensen in wie God zich aan ons toont.
Wees waakzaam: want alleen wie oplettend zijn en waakzaam
kunnen aan het leven ervaren wat ons gangbare begrippenkader overstijgt.
DE LEZINGEN:
Jesaja 40:1-2
Terug naar het begin van deze pagina
Reactie? Zend een E-mail
Terug naar de REGISTERS
© A.E.J. Kaal, 2003.
Elke toekomstverwachting wordt in sterke mate gekleurd door
de wijze waarop mensen de actualiteit ervaren.Hoe ligt dat bij ons?
We lazen vanochtend twee teksten: een gedeelte uit het evangelie van Lucas en
stuk uit een brief van Paulus.
Je kunt daarbij natuurlijk denken aan je persoonlijke
situatie: - als je fysiek niet in orde bent, en ervaart hoe
kwetsbaar een mens is; of als je gebukt gaat onder het ouder
worden, en de noodzaak om steeds meer uit handen te geven;
of als je geconfronteerd bent met verlies -.... Al zulke zaken
bepalen in sterke mate hoe we de toekomst zien en wat we wel
of niet verwachten.
Op grond van wat er in de afgelopen eeuw zijn gebeurd, zijn we
gaan beseffen dat we er niet meer zo zeker van kunnen zijn, dat de
geschiedenis goed afloopt. Het optimisme van een eeuw geleden,
daar is niet zoveel van over.
Zonder dat dit ooit de bedoeling was, hebben we als
tovenaarsleerlingen processen op gang gebracht, waarvan het
maar zeer de vraag is of we die kunnen beheersen.
Zo zijn er evenwichten verstoord, en het is maar zeer de vraag
of
en in hoeverre moeder aarde/de natuur zich herstelt.
Niet alleen blijkt ons geheugen buitengewoon onbetrouwbaar te
zijn;
maar ook geschiedschrijving blijkt heel onbetrouwbaar.
Lang hebben we gedacht dat de geschiedenis vastligt; en dat
die
bestaat uit een opeenvolging van gebeurtenissen, die zijn
vastgelegd
in dikke boeken.
Maar meer dan ooit zijn we ervan doordrongen geraakt, dat
geschiedschrijving dikwijls het product is van propaganda en
welbegrepen eigenbelang. Dat het eigen leed breed wordt uitge-
meten,
omdat het zwaarder weegt dan dat van degenen die zijn gemargi-
naliseerd.
Wat betekent dit voor ons? Hoe breng je God nog ter sprake,
nu zo ongeveer alles wat ooit leek vast te staan, onzeker is
geworden?
Wat wij kunnen verwachten is dat de vergrijzing nog verder
toeneemt,
dat de kerk nog verder leegloopt, dat het fundamentalisme het
zal
winnen van het modernisme, dat de ongelijkheid in de wereld
nog
verder zal toenemen, ... en zo meer. Maar hoe zit het met de
verwachting
dat "Gods koninkrijk" zal komen?? Dat bidden we wel altijd,
maar:
wat moeten we ons daarbij voorstellen?
We moeten, om te beginnen, vast stellen dat we vast lopen
wanneer we enkel oog hebben voor historische processen. Alle
spreken over God (theologie) spreekt over toekomst en
verleden om het heden te kwalificeren als "heilige tijd".
Al ons hopen en verwachten kan alleen maar gebaseerd zijn op
de ervaring, dat het nú betekenisvoller kan zijn wanneer we
in staat zijn om het te ZIEN in een ander - goddelijk - licht.
Niet voor niets staat de bijbel vol verhalen: want door elkaar
verhalen te vertellen zijn mensen door de eeuwen heen in
staat geweest om hoogte en diepte te geven aan hun bestaan.
Wie veel in de bijbel leest zal merken, dat de verhalen vaak
gaan over uittocht: alsof gezegd wil zijn - "doe nu maar wat
jij moet doen, dan zul je merken dat IK er ben". Of over terugkeer:
alsof gezegd wil zijn - "wie zoekt om te vinden, zal gevonden
worden" of over goddelijk geduld, alsof gezegd wil zijn "dat een leven
vol toewijding en liefde nooit tevergeefs is." Of over een onherroepelijk
"te laat", omdat tijd van leven wel verdaan kan worden en zo
verloren kan gaan.
In het verhaal dat ons in deze tijd van advent wordt verteld
wordt ons aangezegd, dat er iets kan doorbreken van goddelijk
licht wanneer we bereid zijn om te gaan naar Bethlehem, waar het
verhaal begint over Jezus, wiens leven - historisch gesproken - uitliep op een
fiasco, maar wiens leven tegelijkertijd tot een bron werd van
inspiratie, brood voor mensen die hongeren naar gerechtigheid, water voor
mensen die dreigen om te komen in de woestijn van verlatenheid en
liefdeloosheid, teken van eeuwigheid: omdat elk kind dat wordt geboren weer
opnieuw gezien kan worden als een herinnering aan wat ons werd geschonken,
toen we zelf het levenslicht aanschouwden.
Bemoedigt! Bemoedigt mijn volk -
zo spreekt uw God.
Spreekt tot het hart van Jeruzalem
en roept het toe
dat de tijd van ellende is volbracht
dat de schuld is voldaan
dat het uit Jahwe's hand ontvangen heeft
een dubbele straf voor al zijn zonden.
Hoort, iemand roept:
"Bereidt Jahwe een weg in de woestijn,
in het dorre land een rechte baan."
I Thessalonicenzen 3:12 - 4:2
Gemeente, moge de Heer u overvloedig doen toenemen in de
liefde voor elkaar en voor alle mensen, zoals ook mijn liefde
uitgaat naar u. Hij sterke uw hart, zodat gij onberispelijk
zijt en heilig voor het aanschijn van God onze Vader bij de
komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen.
Voor het overige vragen en vermanen wij u in de Heer Jezus,
dat gij de overlevering die ge hebt ontvangen - omtrent een
aan God welgevallige levenswandel - nog trouwer naleeft dan ge
al doet. Ge kent de aanwijzingen, die wij - op gezag van de
Heer Jezus - hebben gegeven.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Er zullen tekenen
zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen volkeren
in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de
onstuimige zee. De mensen zullen het besterven van schrik, in
spanning om wat de wereld gaat overkomen. Want de hemelse
heerscharen zullen in verwarring raken.
Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht
en grote heerlijkheid. Wanneer dit alles begint zich te
voltrekken richt u dan op en heft uw hoofden omhoog want uw
verlossing komt nabij. Zorgt ervoor dat uw geest niet
afgestompt raakt door een roes van dronkenschap of door de
zorgen van het leven. Maar weest te allen tijde waakzaam en
bidt dat ge stand moogt houden voor het aangezicht van de
Mensenzoon.