"Het blijvende Boek"
Henk Valstar, olie/doek.
Preek gehouden tijdens de dienst van de Doopsgezinde-Remonstrantse Gemeente Deventer, op zondag 25 februari 2007
De lezingen waren:
Psalm 81
Lucas 4: 1-13

PREEK: "De Geest"?

Gemeente,
Lucas heeft in zijn evangelie een belangrijke plaats ingeruimd voor de Geest. Onmiddellijk aan het begin wordt verteld dat Johannes de Doper met de Geest zal worden vervuld terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is; van zijn moeder wordt vermeld dat ze, vervuld van de Geest, Maria zegende; en van Maria wordt vermeld dat de Geest over haar zou komen zoals een schaduw, en dat ze op die manier zwanger zou worden. Maar ook worden vervolgens nog Zacharias en Simeon genoemd, waarvan vermeld wordt dat de Geest hen vervulde. En in het verhaal van vanochtend werd de Geest opnieuw twee maal genoemd: nu in relatie tot Jezus: door de kracht van de Geest is hij bestand tegen de verzoekingen.

Reden genoeg om eens na te denken over het woord 'geest'. Wat is dat eigenlijk. We gebruiken het woord regelmatig, maar weten we ook wat we ermee bedoelen? Met taal is het vreemd gesteld. We gebruiken woorden - soms met een grote vanzelfsprekendheid - maar weten we ook waar de woorden, die we gebruiken, naar verwijzen? Eén ding mag duidelijk zijn:
woorden wijzen. Met woorden wijzen we iets aan. Je ziet dat al bij kleine kinderen, die leren praten: stoel; bal; pappa. Het is heel boeiend om te zien hoe een kind leert praten en hoe het langzamerhand zijn woordenschat uitbreid. Maar ook heel wonderlijk. Want, terwijl bij stoel en bal de relatie tussen het woord en de zaak die wordt aangewezen vrij duidelijk is, is dat bij woorden zoals honger al wat moeilijker. Maar wat te denken van God? Geest? Liefde? Men neemt ook wel aan dat veel mensen zo weinig herinneringen hebben aan hun vroege kinderjaren, omdat ze voor bepaalde ervaringen nog niet beschikten over woorden. Er zou dan dus ook een verband zijn tussen ons geheugen en onze woordenschat. Professor Kuiper merkte eens op: er gebeurt in een mensenleven altijd van alles, maar het wordt pas een ervaring als het wordt benoemd. Daar zit veel in.

Een bijkomende moeilijkheid is, dat het instrument waarmee we waarnemingen - ons lichaam - beperkt is: we beschikken over zintuigen (ogen, oren, een zenuwstelsel); daarmee kunnen we dingen buiten onszelf waarnemen; maar lang niet alles. En we hebben ook een binnenkant: we kunnen bij onszelf naar binnenkijken en dingen waarnemen. In dit verband spreken we over bewustzijn en gewaarwordingen. Maar het is vaak moeilijk, zo weten we allemaal om onze gewaarwordingen en gevoelens onder woorden te brengen. En: we kunnen niet bij een ander naar binnen kijken. Als u en ik het met elkaar dus over emoties hebben, dan weten we eigenlijk nooit zeker of we wel naar hetzelfde wijzen. Dan realiseren we ons vaak ineens hoe moeilijk taal te hanteren is. Soms leidt dat ertoe dat iemand verzucht: ik geloof dat niemand mij begrijpt. Of: misschien kun jij dat op jouw leeftijd nog wel niet begrijpen. Wie kan - als hij jong is - nou begrijpen wat het is om oud te zijn? Wie kan als hij gezond is en altijd gezond geweest is nu begrijpen wat het is om ziek te zijn; om gehandicapt te zijn. "Je moest het zelf maar eens hebben", hoor je dan wel eens zeggen. Veel eenzaamheid hangt samen met dit taalprobleem.

Maar hoe zit het nu met de Geest. De vertalers schrijven het soms met een kleine letter, en soms met een hoofdletter. In dat laatste geval verwijst het naar Gods geest, de heilige Geest. In het eerste geval naar onze geest. Als het gaat om de heilige Geest is dat vergelijkbaar met uitdrukkingen als: Gods hand, Gods oog, Gods zegen, enz. Of zoals Kuitert schrijft: er is nog nooit iets over God gezegd anders dan door mensen. Al het spreken over God is beeldspraak. Maar om die beeldspraak te kunnen begrijpen moet je toch op zijn minst weten naar wat voor een ervaring het woord 'geest' verwijst.

Als je in de literatuur op zoek gaat naar een antwoord zul je merken, dat men bij de verklaring van dit woord vaak teruggrijpt op metaforen: met de geest is het net zoals wanneer.... Zo'n verhalende manier van spreken is soms heel raak! Met de geest is het net als met een vogel: zo'n vogel kan ook verder kijken dan jij! De vogel is een uitdrukking van verlangen. Met de geest is het net als met de wind: soms gaat het zomaar ineens waaien: en je begrijpt niet waarvandaan of waarheen. De wind waait waarheen hij wil. Met de geest is het net als in een droom: je reist terwijl je tegelijkertijd niet van je plaats komt. Met de geest is het net als met een oog: voor je geestesoog kun je prachtige landschappen oproepen, zonder dat je van je plaats komt. Je kunt hele schilderijen maken in kleuren naar believen. Heel wonderlijk.
De geest heeft ook te maken met de vrije wil - een groot mysterie. Als ik besluit om te tellen en bij 'drie' mijn vinger te bewegen: dan doet die vinger dat precies bij 'drie'. Voor mijn gevoel bedenk ik dat in mijn hoofd. Maar, hoe goed ik ook oplet: ik merk nooit dat er een seintje van mijn hoofd naar mijn vinger gaat. De wil: dat is heel geheimzinnig. Ik sprek over de wil, maar wat het precies is???

In de taal van het geloof is wel gezegd: de geest - dat is iets onstoffelijks; dat is het innerlijke spreken van God in ons. De Geest: dat is het leven zelf. De filosoof Hegel heeft er zijn meest beroemde boek over geschreven "De fenomenologie van de geest". Hij betoogt daarin dat niet de materie de grond van ons bestaan is, maar de geest. En daarmee wijst hij op het proces dat we aan alle kanten om ons heen zien, en waar we zelf ook deel van uitmaken: het proces van ontvouwing. Net zoals een eikel, zo schrijft hij, eigenlijk alles al in zich heeft om een grote eikenboom te worden, zo draagt de werkelijkheid alle mogelijkheden al in zich om zich te ontwikkelen tot ...? Ja, tot wat eigenlijk? Dat weten we niet. We zeggen dan: dat ligt in de toekomst verborgen. Maar we weten het ook - voor een klein beetje wel. Want wat er in de toekomst gaat gebeuren hangt in zekere zin toch ook weer af van wat we onze vrije wil noemen. Herman Andriessen spreekt in zijn boek over spiritualiteit en levensloop over de stroom waarin wij staan: dat is iets anders dan de levensweg. De levensweg bepalen we voor een belangrijk deel zelf. De stroom is een mysterieuze kracht die ons meeneemt en ook vormt.

De psalm van vanochtend roept ons op om God te loven om de schepping. En Lucas vertelt ons over Jezus, de messiaanse mens, die daartoe de kracht vond in de geest. In de komende weken zullen we deze Jezus op zijn weg volgen, om zo getuige te worden van waar - altans volgens Lucas - een mens toe in staat is: zijn eigen weg te gaan, gedragen door de stroom die we in het geloof 'de Heilige Geest' noemen: om aldus alle verzoekingen te weerstaan die probeerden hem van die weg af te halen. Vriend en vijand lieten hem in de steek: maar zijn levensopdracht was het om beeld te zijn van God. Gods droom over de mens gestalte te geven.

De Remonstrantse geloofsbelijdenis zegt het als volgt:
"Wij geloven in Jezus, een van Geest vervuld mens,
het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust.
Hij had de mensen lief en werd gekruisigd
maar leeft, zijn eigen dood en die van ons voorbij.
Hij is ons heilig voorbeeld van wijsheid en van moed
en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij."

Een vraag bij dit alles is of wij in ons eigen leven iets herkennen van die stroom. En of we durven vertrouwen op de dragende, de genezende kracht daarvan. Of zoals een dichteres schreef:

Is er een kracht die geneest?
Als wij op de bodem van ons kunnen zijn
als wij pijn hebben, ziek zijn
of eenzaam door de dagen gaan;
is er een kracht die ons doet opstaan?

Kom mij niet aan met mooie woorden
zeg niet dat lijden zin heeft, een doel!
Als de afgrond zich opent
en nergens houvast is
troost mij dan niet met schoonheid en zon.

Maar waak met mij in de grot van de smart
begrijp de volle omvang van mijn klacht
kleineer mij niet, laat mij mijn waardigheid.
Wie weet - in de nacht, tussen jou en mij -
roert zich een kracht die geneest.

(Uit: Opstaan in stilte, Catharina Visser.)


AMEN.


DE LEZINGEN:


Ps. 81
1 Voor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Van Asaf.
2 Jubel voor God, onze sterkte,
juich voor de God van Jakob,
3 zing een lied en sla de tamboerijn,
speel op de harp en de lieflijke lier,
4 blaas op de ramshoorn bij nieuwemaan
en bij vollemaan voor onze feestdag,

5 want dat is een opdracht aan Israël,
een voorschrift van Jakobs God.
6 Daartoe verplichtte hij Jozef,
toen hij optrok tegen Egypte.

Onvermoede woorden hoor ik zeggen:
7 'Ik nam de last van je schouder,
je hand raakte geen draagkorf meer aan.
8 Riep je om hulp, ik redde uit de nood
en gaf antwoord uit het duister van de donder.
Ik stelde je op de proef bij het water van Meriba: sela

9 "Hoor, mijn volk, ik moet je vermanen,
Israël, luister naar mij.
10 Laat geen andere god bij je toe,
buig je niet voor een vreemde god,
11 ik ben de HEER, je God,
die je wegleidde uit Egypte -
open wijd je mond, ik zal hem vullen."

12 Maar mijn volk luisterde niet,
Israël wilde niet van mij weten.
13 Toen liet ik hen begaan,
koppig volgden zij hun eigen inzicht.

14 Ach, wilde mijn volk maar horen,
wilde Israël mijn wegen maar volgen.
15 Spoedig zou ik zijn vijanden vernederen,
zou mijn hand zich keren tegen zijn belagers.

16 Wie de HEER haten, zouden kruipen voor zijn volk,
dat zou voor altijd hun lot zijn.
17 Maar Israël zou hij voeden met de edelste tarwe -
ja, jou zou ik spijzigen met honing uit de rots.'


Lucas 4: 1-13
4:1 Vol van heilige Geest
keert Jezus terug van de Jordaan;
door de Geest is hij geleid
in de woestijn,
4:2 veertig dagen lang beproefd
door de duivel;
hij heeft niets gegeten
in die dagen;
als ze voleindigd zijn
is hij uitgehongerd.
4:3 Dan zegt de duivel tot hem:
als jij de Zoon van God bent,
zeg dan tot deze steen
dat hij een brood wordt!
4:4 Jezus antwoordt hem:
geschreven staat 'niet bij brood alleen
zal de mens leven!' (Deut. 8,3).
4:5 Hij leidt hem omhoog
en toont hem alle koninkrijken
van de bewoonde wereld,
in een punt des tijds.
4:6 De duivel zegt tot hem:
jou zal ik geven heel deze macht
en al hun glorie,
omdat ze aan mij is overgegeven

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2007.