"La Vie", Chagall.
Fondation Maeght, Saint Paul, France.

Preek gehouden tijdens de dienst van de Parkstraatgemeente te Arnhem op zondag 22 april 2007
De lezingen waren:
Apocalyps 5:6-14
Lucas 24:35-38.45-48

VERBORGENHEID

De verhalen die we vandaag lazen gaan over een verborgenheid.
De schrijver van de apocalyps beschrijft een ervaring waarin iets helder wordt dat voordien verborgen was. In een visioen is een engel zijn gids. En die laat hem dingen zien waar een mens doorgaans geen zicht op heeft.

Verdiepen wij ons wel eens in wat verborgen is? Of is dat een rare vraag? Misschien zijn we wel zó gespitst op de actualiteit en het maatschappelijk gebeuren, dat we geen aandacht wensen te besteden aan wat verborgen is. Misschien ook vinden we de verborgenheid niet interessant genoeg om ons daarin te verdiepen.

Dezer dagen begon ik te lezen in een boek - Nachttrein naar Portugal (Pascal Mercier) - waarin het verhaal wordt beschreven wordt van iemand die op zekere dag, door een vluchtige ontmoeting, zich gaat realiseren hoeveel onbeantwoorde vragen hij met zich meedraagt: vragen rond zijn eigen leven. Hij beseft ineens hoe snel de tijd hem door de vingers glipt, en dat de tijd, die hem nog rest om helderheid te krijgen, wel eens heel beperkt zou kunnen zijn. Daar schrikt hij van. En omdat hij geen spijt wil krijgen, dat hij bepaalde dingen in zijn leven niet heeft gedaan, besluit hij om abrupt te breken met de dagelijkse routine. Hij gaat op reis: en daarmee op zoek naar helderheid en antwoorden op de vragen die hem bezighouden. Vragen in de trant van: had ik ook een ander kunnen worden dan ik ben geworden? Kan iemand veranderen? Ja, wie ben ik eigenlijk geworden? En is dat omdat ik daarvvoor heb gekozen? Of is het heel anders gegaan?
Onderweg, ver van huis, staat hij op zeker moment voor een etalageruit, en hij ziet in de weerspiegeling van die ruit hoe iemand naar hem staat te kijken. En dat roept bij hem weer andere vragen op: hoe zie ik er eigenlijk uit in de ogen van een ander, van iemand die mij niet kent? En hoe zouden degenen met wie ik jaren lang ben omgegaan mij ervaren? En ook als hij daarover begint te denken dringt ook het besef tot hem door, dat hij zelfs dat niet weet - terwijl hij toch zo lang met hen vertrouwd leek te zijn. Het zijn allemaal aspecten van verborgenheid in ons eigen leven. Vragen die bij nader inzien toch wel erg de moeite waard zijn om eens over na te denken.

Ook de Apocalyps is geschreven door iemand die zich vragen stelde: vragen over de situatie waarin hij verzeild was geraakt. Hij was door de overheid verbannen en gevangen gezet op een eiland voor de kust van wat wij nu Turkije noemde. En hij vroeg zich af hoe het zat met macht en machtsmisbruik; en hoe het zat met roeping, belofte, met heil en bestemming.

Over zijn geschrift - de Apocalyps - is door latere generaties heel wat onzin verteld:
Toch is het eigenlijk een betrekkelijk doorzichtig en helder boek, als je maar weet waar het over gaat. Het boek beschrijft een visioen: een soort droom, waarin de schrijver de tijd waarin hij leeft karakteriseert. Bij het lezen in de Apocalyps denk ik vaak terug aan Rob Knechtmans, een collega van mij die - op de dag dat de Berlijnse muur was gevallen - tegen me zei: daar zie ik de hand van God in. Zo'n uitspraak illustreert een gelovig kijken naar de geschiedenis. Zo ongeveer moet ook de schrijver van de Apocalyps hebben gekeken naar wat er in zijn eigen tijd gebeurde: dat was gruwelijk, wreed en onrechtvaardig. En hij moet gedacht hebben: hoe kun je in zo'n situatie nog geloven in God? Wat valt er nog te zeggen wanneer je als gelovige geconfronteerd wordt met de paradox tussen het heil dat ons van Godswege wordt toegezegd en de gruwelijke taferelen die zich voor je ogen voltrekken in een decadenye cultuur? Zó gezien heeft de Apocalyps iets wat eigenlijk altijd weer buitengewoon actueel is: de twijfel die wordt gewekt doordat Gods hand niet meer wordt ervaren, en Gods Stem niet meer wordt gehoord.

Ik zal nu niet ingaan op details van de tekst: je zou, om de boodschap van deze profeet uit het begin van onze jaartelling te kunnen verstaan, het gehele boek samen moeten doornemen, en niet alleen zo'n klein fragment - in een gecodeerde taal. De schrijver gebruikt namelijk een beeldtaal die is ontleend aan de oude profeten van Israël. Waarschijnlijk in de hoop dat de heersende overheid niet zou begrijpen wat hij de politiek uit zijn dagen typeerde. Net zoals in de tweede wereldoorlog de ondergrondse ook gebruik maakte van gecodeerde berichten en spotprenten.

Ik geef er de voorkeur aan om vanochtend met u na te denken over de betekenis van zulke dromen en visioenen. Het visioen van Johannes wijst naar een verborgenheid waar we allemaal wel eens mee te maken hebben: de verborgenheid die in dromen gestalte krijgt. Er is veel gezegd en nagedacht over de vraag in hoeverre dromen iets te betekenen hebben. Vaak zijn dromen opgevat als expressie van onze diepste gevoelens - in de vorm van beelden. Soms ook als boodschappen van buiten ons, van boven uit een werkelijkheid voorbij ons weten. En in een nuchtere cultuur als de onze worden dromen ook dikwijls afgedaan als onbetekenende flarden van gewaarwordingen waar je maar niet teveel betekenis aan moet toekennen. Hoe dit ook zij: zoveel is wel duidelijk dat ook, wanneer we bij onszelf naar binnenkijken, de blik wordt begrensd door een horizon binnenin onszelf. We hebben maar een beperkt zicht op wie we zijn en hoe we gevormd zijn. We hebben ook maar een beperkt zicht op wat onze mogelijkheden waren/zijn. Want, terugkijkend op ons eigen leven, is onze waarneming beperkt: net zoals die van een geschiedschrijver, die achteraf probeert de geschiedenis te reconstrueren; zoiemand realiseert zich dat hij vaak slechts bij benadering kan zeggen hoe gebeurtenissen zich hebben voltrokken. De details zijn niet meer bekend. Zelfs wie erbij was en het heeft meegemaakt kan beseffen hoe selectief is en onbetrouwbaar ons geheugen is.
Soms komt er ineens weer iets boven: gewekt door een geur, een gebaar of een samenloop van de dingen.

Je ziet dit ook aan de verhalen over Jezus: ook die weerspiegelen veel verborgenheid: met name waar het gaat om de dimensies van zijn leven. Hoe Jezus zichzelf zag, weten we niet. Hoe zijn omgeving hem heeft ervaren: dat blijkt nogal uiteen te lopen. Zo geven de evangelisten allemaal hun eigen visie weer. Het zijn doorgaans ervaringsuitspraken over de wijze waarop hij in hun leven van betekenis is gebleven, hen heeft geïnspireerd. Wat zij opschrijven zegt vooral iets over de wijze waarop zij door hem zijn gevormd. Hoe zij achteraf, bij nader inzien hem zijn gaan zien.
En ook zo'n verschijningsverhaal, zoals we dat vanochtend hebben gelezen maakt duidelijk dat het hier gaat om een verhelderende ervaring achteraf: waardoor voor de leerlingen de geschriften die zij toch al hadden stukgelezen, ineens weer een andere, nieuwere en rijkere betekenis krijgen.
Het vreemde van de 'verborgenheid' is, dat het iets in ons wekt. Net zoals wanneer in een gesprek een stilte soms ineens onzekerheid kan oproepen: Wat nu? Hoe moet ik dit begrijpen? Zo'n stilte kan twijfel zaaien en verwarring stichten, kan je veronzekeren.

Je kunt je afvragen of er tussen de verborgenheid van God, en de verborgenheid van onszelf niet een verband ligt. Misschien is het wel onmogelijk om ooit Gods verborgenheid op het spoor te komen als we niet ooit onze eigen verborgenheid ontdekken. Misschien ook is het wel onmogelijk om God op het spoor te komen, wanneer er niet twijfel wordt gewekt omtrent onszelf. Een zelfverzekerde atheïst zal niet gauw God op het spoor komen. Wij worden wie we worden - niet in de eerste plaats uit onszelf - maar door wat er met ons gebeurt, door wat er van buitenaf op ons afkomt; vooral door door wat ons verrast en wat we niet verwachtten. De onzekerheid en de twijfel, die nu en dan in ons worden gewekt, hebben dan ook altijd een religieus karakter.

De eigenlijke oorzaak van onze twijfel is altijd God, de onruststoker, die ons steeds weer ontneemt wat vanzelfsprekend lijkt. In die twijfel ligt ons leven zèlf verborgen. Het geloof is dan ook nooit een veroverde zekerheid: God laat zich niet veroveren. Geloof is een losgelaten vertwijfeling: de mens heeft de keus tussen ondergaan in vertwijfeling of zich overgeven en toevertrouwen aan een onvoorspelbare werkelijkheid. Dat is léven. Alleen wie het leven durft te leven wordt uiteindelijk verlost van de angst voor het nieuwe en onbekende.

Tot zo'n inzicht moet ook de schrijver van de Apocalyps zijn gekomen, toen hij in een visoen werd geconfronteerd met de ongewisheid, de onzekerheid en alle ellende van de hele wereld en de vertwijfeling daarover. Een vertwijfeling die alleen kon worden overwonnen door te vertrouwen op het lam dat de boekrol ontvangt en ook aanneemt uit Gods hand. De boekrol is het symbool bij uitstek van de verborgenheid: want niemand kan zien wat erin staat.

De boekrol komt dikwijls voor op ikonen: heiligen worden afgebeeld met zo'n boekrol. Dat is hun geestelijk testament: daarin staat wat de boodschap is van hun leven - een boodschap die voor henzelf bij leven was verborgen. Want geen mens is in staat om bij leven te weten wat zijn leven betekent. Evenals Jezus bij leven onmogelijk kon weten welke rol hij zou spelen in de heilsgeschiedenis. Gods wegen zijn wonderlijk en de heilsgeschiedenis is niet een product van mensen - maar het werk van Gods scheppend handelen. (Ik denk dat, wanneer u de tekst uit de Apocalyps nog eens rustig overleest, er al heel wat meer duidelijk wordt waar het om gaat.)

De dichter Huub Oosterhuis schreef eens:

Niemand weet wat leven is,
alleen dat het gegeven is
en dat van dit geheimenis
God het begin en einde is.

Maar zoveel is wel duidelijk dat ècht leven alleen mogelijk is vanuit de twijfel die God altijd weer zaait in ons leven, door ons steeds opnieuw te confronteren met het onverwachte, het verborgene. Niet voor niets is staat er: "Ik ben zoals ik er zal zijn" - "alle dagen nieuw" - en "probeer niet Mij vast te leggen in een woord of een beeld".

Op openbreken staan
hoe kan ik het verdragen?

het doet ondragelijke pijn
als het moet....

niet als ik wacht
tot het gebeurt.

(Loes Marijnissen)

AMEN.


DE LEZINGEN:

Apocalyps 5:6-14

5:6 En zie!-
ik zag in het midden van de troon
en van de vier levende wezens
en in het midden van de oudsten
een lam staan als geslacht,
met zeven horens en zeven ogen;
dat zijn de zeven geesten Gods
uitgezonden over de hele aarde.
5:7 En het kwam en ontving de rol
uit de rechterhand van hem
die op de troon zat.
5:8 En toen het de boekrol aannam,
vielen de vier levende wezens
en de vierentwintig oudsten
neer voor het aanschijn van het lam,
ieder met een citer en gouden schalen
vol reukwerk,-
dat zijn gebeden van de heiligen.
5:9 En zij zingen een nieuw lied, en zeggen:
waardig zijt gij
de boekrol in ontvangst te nemen
en zijn zegels te openen,
want gij zijt geslacht
en hebt vrijgekocht voor God met uw bloed
mensen uit alle stammen en talen
en volken en naties;
5:10 en gij hebt hen gemaakt voor onze God
tot een koningschap en priesters,
en zij zullen als koningen heersen op aarde!
5:11 En ik zag,
en ik hoorde een stem van vele engelen
rondom de troon
en van de levende wezens
en van de oudsten,
en hun aantal was
tienduizenden tienduizendtallen
en duizenden duizendtallen,
5:12 roepende met grote stem:
waardig is het lam dat is geslacht
om te ontvangen de kracht,
de rijkdom en de wijsheid,
de sterkte, de eer, de glorie en de lof!
5:13 En ieder schepsel in de hemel
en op de aarde,
onder de aarde en op de zee,
en alles wat daarin is,
hoorde ik zeggen:
aan hem die op de troon zit en aan het lam,
de lof en de eer, de glorie en de kracht,
tot in de eeuwen der eeuwen!
5:14 En de vier levende wezens zeiden:
amen!
En de oudsten vielen in aanbidding neer.

Lucas 24:35-38.45-48

24:35 En zij zetten alles uiteen
van onderweg,
en hoe hij zich aan hen
heeft laten kennen
in het breken van het brood.
24:36 Terwijl zij over dit alles spreken,
komt hijzelf in hun midden staan.
24:37 Maar geschrokken en zeer bevreesd
hebben ze gedacht een geest te aanschouwen.
24:38 Hij zegt tot hen:
waarom zijt ge zo verward,
en waardoor
komen er zulke overwegingen op
in uw hart?-
24:45 Dan opent hij hun verstand
om de Schriften te verstaan.
24:46 En hij zegt tot hen:
zó staat geschreven,
dat de Christus moet lijden
en ten derden dage opstaan uit de doden,
24:47 en in zijn naam
moet bekering gepredikt worden
tot vergeving van zonden,
aan alle volkeren,
beginnend bij Jeruzalem;
24:48 gij zijt hiervan getuigen.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2007.