'Het gastmaal van Abraham' Benaki Museum, Athene |
![]() |
De lezingen waren:
Abraham ziet plotseling drie mannen staan: vreemdelingen.
Vreemdelingen hebben altijd iets bedreigends. Ze roepen
doorgaans iets in ons op van bedachtzaamheid: je weet maar nooit..
Maar Abraham: hij rent hen tegemoet, buigt diep en nodigt hen
uit om bij hem te gast te zijn. Deze 'vader der gelovigen'
bereidt voor die vreemdelingen een feestelijke maaltijd.
Wat hij doet is zo heel anders dan je zou verwachten. Daarom
hebben de oosterse kerken daarin dan ook altijd een verwijzing
gezien naar God: naar hoe God in ons leven komt. Als God in
ons leven komt is dat vaak heel anders dan wij zouden verwachten.
Het is ook altijd maar de vraag of wij in staat zijn om dat te
herkennen: dat vraagt een zekere openheid van geest.
De evangelist Johannes vertelt ons hoe Jezus eens zijn
terugkeer ter sprake bracht. Heel wonderlijk wat hij daarover
zegt. Hij heeft het over weggaan van voor onze ogen, en daarna
ook weer terugkomen. Volgens de evangelist verwijst hij daarmee
duidelijk naar de maaltijd zoals wij die vandaag houden. De wereld
zal hem niet meer zien, maar gelovige ogen zullen hem herkennen - steeds
weer wanneer het brood wordt gebroken.
Zo schrijft de evangelist ook aan het begin van zijn evangelie
al over God zien: 'Niemand' - zo schrijft hij - 'heeft ooit God
gezien'. Maar wie zou in Jezus - hoe hij leefde, hoe hij onder
mensen was, hoe hij trouw bleef in zijn liefde voor allen - niet
God herkennen?
Waar wordt gesproken over het verschijnen van God wordt dat
woord gebruikt dat verwant met het woord 'schijn'. God manifesteert
zich als een invallend licht: licht, dat de duisternis van ons
bestaan binnenvalt. Zoals in den beginne: het scheppen van God,
zoals dat in Genesis wordt beschreven, bestaat uit licht dat in
de duisternis komt, en orde die in de chaos ontstaat. God verschijnt
altijd als een schepper van nieuwe perspectieven, van toekomst.
Herkennen wij Gods hand op die momenten dat er ineens, doorgaans
onverwacht licht binnenvalt in ons leven?
Zuster Angela (de tekst is te vinden bij Rositha Steenbeek
"Thuis in Rome") zegt: "Veel mensen zeggen: ik zie God niet, hij
is onzichtbaar. Maar ze willen hem niet zien. Ze nemen er de tijd
niet voor. God is onzichtbaar zoals een mens vaak onzichtbaar is.
We willen iets van God zoals we iets van een ander mens willen en
dat verhindert dat we de ander werkelijk zien. Als de ander moet
zijn zoals jij hem hebben wilt, zie je hem niet echt. Daarvoor
moet je kijken zonder hebzucht, angst, ijdelheid".
Om God te kunnen zien moet je niet iets speciaals willen: maar
alleen maar stil worden, ontvankelijk worden, aandacht schenken
tot in de kleinste details. Laten wij dat dan nu ook doen: nu wij
samen het brood gaan breken, en de wijn zullen uitschenken - gedachtig
aan Jezus - de Christus.
Johannes 13:1-2
Genesis 18:1-8
Johannes 14:18-20
Matteüs 26:36
Terug naar het begin van deze pagina
Johannes 13:1-2
Genesis 18:1-8
Johannes14:18-20
Matteüs 26:36'Verborgen essenties'
Hoe laat God zich aan ons zien? Hoe is God onder ons aanwezig?
In de bijbel staan talrijke verschijningsverhalen. Het meest
geheimzinnige verhaal daarover is misschien wel het verhaal over
het verschijnen van God aan Abraham. Het gebeurt op het heetst
van de dag: het moment, waarop een mens eigenlijk tot niets in staat is.
AMEN.
1 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen
was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had
de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor
hen zou tot het uiterste gaan. 2 Jezus en zijn leerlingen hielden
een maaltijd.
1 De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van
Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van
zijn tent. 2 Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling
drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar
hen toe. Hij boog diep 3 en zei: 'Heer, wees toch zo goed uw
dienaar niet voorbij te gaan. 4 Ik zal wat water voor u laten
halen zodat u uw voeten kunt wassen, maak het u hier onder de
boom intussen gemakkelijk. 5 Ik zal u ook iets te eten brengen,
zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat.
Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?' Zij
antwoordden: 'Wij nemen uw uitnodiging graag aan.'
6 Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. 'Vlug,' zei
hij, 'drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood.' 7
Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat
er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk
klaarmaakte. 8 Hij haalde boter en melk, nam het gebraden
kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten,
bleef hij bij hen staan onder de boom.
18 Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug. 19 Nog
een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij
wel zien, want ik leef en ook jullie zullen leven. 20 Dan zul je begrijpen
dat ik in mijn Vader ben, dat jullie in mij zijn en dat ik in jullie ben.
36 Jezus ging Jezus met zijn leerlingen naar een plek die Getsemane
genoemd werd. Hij zei: 'Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.'
Toen hij zich bedroefd en angstig voelde worden, zei hij tegen hen:
'Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met mij waken.'
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2012.