De Emmaügangers, Abadia de Santo Domingo de Silos, Bas-reliëf, 12de eeuw. |
![]() |
De lezingen waren:
"Lopen lautert"
DE LEZINGEN:
Terug naar het begin van deze pagina
Genesis 12:1
Psalm 122
Lucas 24:13-15
De psalm, die we lazen, is een pelgrimspsalm. Drie maal per
jaar trekken de twaalf stammen van Israël op naar Jeruzalem.
In kleine groepjes gaan ze van huis. En langzaam groeit de
stroom aan. Uiteindelijk bereiken ze Jeruzalem. Wat zie je
dan: hoe daar de huizen schouder aan schouder staan! Zo moet
heel Israël zijn: stam naast stam, schouder aan schouder,
zoals vrienden verbonden met elkaar. Dan is het één groot
feest van verbroedering! Is dat niet een prachtig beeld!
De psalm is geschreven in de verleden tijd: klaarblijkelijk
gaat het om een indringende ervaring die iemand heeft gehad.
De psalm is geschreven door een pelgrim die deze herinnering
aan zijn tocht vol dankbaarheid met zich meedraagt als een
verwijzing naar wat het betekent om, samen met anderen, langs
velerlei wegen op te lopen en uiteindelijk samen aan te komen
en je met al die anderen verbonden te weten. Zo moet het leven
bedoeld zijn!
Het leven wordt dikwijls vergeleken met de weg: we zoeken
allemaal naar wegen die moeten leiden tot onze bestemming. Je
hoopt steeds dat dit ook zo is: dat er zoiets bestaat als een
bestemming. En dat je op de goede weg bent. In de bergrede
spreekt Jezus over nederigen van hart, over zachtmoedigen en
over mensen die barmhartig zijn: zulke mensen zijn op de goede
weg; zij zijn 'makarioi', d.w.z. dat ze hun bestemming zullen
bereiken.
Maar we weten allemaal dat het niet altijd even gemakkelijk is
om te bepalen wat de juiste richting is. "In de bergen is het
pad er altijd één, kronkelend en klimmend in het zachte tempo
van iemand die het gelijk aan zijn kant heeft; maar op de
plateaus splitst het pad zich in takken, die uiteengaan,
terugkeren, ruzie maken en elkaar weer ontmoeten, en die -
net als levens - allemaal uitkomen bij hetzelfde eindpunt.
Vanaf de klippen en in vogelvlucht zijn ze gemakkelijk te
zien, maar vanaf de ooghoogte van een lopend mens zijn ze niet
altijd zichtbaar, en het speurende oog moet oorlog voeren met
de voet die rustige passen wil zetten, met het verstand dat
uit is op logica en met het hart dat langzaam wil kloppen" -
aldus schrijft Meïr Shalev, in zijn boek "De grote Vrouw".
Prachtig verwoordt hij hoe een mens op de levensweg vaak moet
proberen om te bemiddelen tussen wat hij denkt, wat hij ziet,
wat hij voelt, en wat hij lichamelijk aankan.
Allemaal erg herkenbaar voor wie gaat pelgrimeren. Zo kan een
pelgrimstocht een spiegel zijn van de levensloop. Het valt
niet altijd mee. Dat maakt het ook begrijpelijk dat een
pelgrim op de levensweg wel eens verzucht: "Het zijn nog verre
wegen die ik lopen moet, tot U mij wellekome groet!"
Niettemin heb ik als motto voor deze overweging gekozen voor
'lopen lautert'. Is dat dan wel zo? En gaat dat vanzelf? Nee:
dat is niet vanzelfsprekend. Dat vraagt van de pelgrim om
'aandachtig te lopen'. En steeds te beseffen dat alles, wat je
meemaakt ook ergens naar verwijst. Alle levenswijsheid is
gebouwd op ervaring. Maar we kunnen pas spreken over ervaring
als de dingen de gebeuren worden overdacht. Zonder reflectie
bestaat er geen wijsheid.
Dat begint al bij de voorbereiding. Dan vraag je je af:
- wat moet ik meenemen?
- wat moet ik thuis laten?
Twee simpele vragen die een mens zich ook in het leven steeds
kan stellen: draag ik niet teveel met me mee? Wordt het niet
tijd om eens wat uit mijn rugzak te kieperen, dat louter
ballast is? Kan ik wel loslaten, of ben ik toch wel erg
gehecht aan bepaalde zaken? Bouw ik niet teveel veiligheden in
in mijn bestaan? "Kijk naar de leliën op het veld" zegt Jezus
tegen zijn leerlingen om hen duidelijk te maken dat ze zich
veel te veel bekommeren om wat ze zouden eten of drinken. Een
mens heeft niet zoveel nodig. Het kan louterend zijn om dat
eens te ervaren. Maar dat vraagt om durf, om vertrouwen.
Op de voorbereiding volgt het afscheid: een stuk onthechting.
Maar er is meer: afscheid nemen is niet alleen onthechten. Het
wordt 'afscheid' betekent oorspronkelijk 'je schild afleggen'.
Kwetsbaar worden. Wie op pelgrimstocht gaat neemt risico's. Je
kunt onmogelijk overzien welke dat precies zijn. Ook dat kan
louterend zijn: bewust ervaren wat het van je vraagt om als
het ware 'onverzekerd' op weg te gaan. In de hoop dat je eens
verrijkt terugkeert.
Het woord 'ervaren' is afgeleid van het woordje 'varen'. Wie
gaat varen moet 'van wal steken', het vaste land achter zich
laten; dat wil zeggen: zich toevertrouwen aan een kwetsbaar
vaartuig in de hoop dat het water dragende krachten heeft; en
dat de wind er de vaart in houdt; en dat er een stuurman is
die weet heeft van de richting.
Op tal van Oosters Orthodoxe ikonen staat het leven van
heiligen verbeeld als een tocht in een wankel schip over de
onpeilbare diepte van een water waarvan de overzijde niet is
te zien. Met als stuurman aan het roer Christus in cognito.
Het evangelie zegt: hij is de weg. Luister naar hem. Hij is de
ochtendster waar je je op kunt richten.
Wie geen vertrouwen in hem heeft zakt, net als de ongelovige
Petrus in het verhaal over de storm op zee, weg in de golven.
Het zijn allemaal beelden van de mens onderweg naar zijn
bestemming.
"Ga, Abram, maak je los van alles wat je bindt, en volg de
wegen die ik je zal tonen". En is op grond van die tekst dat
Abram wordt beschouwd als de vader van de pelgrims. Op de
voorkant van de liturgie zien we hoe ook Jezus, als pelgrim,de
leerlingen vergezelt die teleurgesteld Jeruzalem verlieten:
dat was de verkeerde weg! Maar dat beseften ze niet. Jezus
wees hen terug naar Jeruzalem - maar niet dan nadat hij hun de
schriften had verklaard. Pas toen konden zijn vatten dat het
geheim van het leven onmogelijk te ontraadselen is als je
wegloopt van de realiteit: ook al is die realiteit soms nog zo
smartelijk. Want alle wijsheid is gebouwd op ervaring.
Lopen is louterend: maar alleen als je aandacht hebt voor wat
wel 'de Stem in het gebeuren' wordt genoemd. "Het is vol
wonderen om ons heen", zongen we zoëven. Maar lang niet altijd
hebben wij die openheid van geest die nodig is om de ruimte
waarin wij leven en ons bewegen te ervaren als een mysterie.
En ook om te beseffen dat de wijze waarop wijzelf bestaan en
ons ontvouwen een deel is van dat mysterie. Luisterend leven -
of misschien moet ik wel zeggen 'aandachtig leven' - brengt
een eenheid tot stand tussen twee dingen: het onder ogen zien
van wat we ervaren en het geduldig wachten op begrijpen.
Als we met die instelling onze weg gaan kan het woord van God
ook vandaag de dag in ons opnieuw tot taal worden. Tot die
taal die Jezus op het oog had toen hij eens met betrekking tot
zijn eigen leefwijze zei: ik ben het goddelijk Woord. Daarmee
stelde hij zichzelf in de plaats van de Tora - de aanwijzingen
die God ooit aan Mozes gaf toen Hij hem instrueerde over de
wijze waarop het volk het land van belofte zou kunnen
bereiken.
Maar om die openheid te hebben, dat valt niet mee; vandaar het
korte pelgrimsgebed:
Guérit-moi, Seigneur,
Je suis l'aveugle sur le chemin.
AMEN.
Genesis 12:1
De HEER zei tegen Abram: 'Ga, trek weg uit je land, verlaat je
familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land
dat ik je zal wijzen.
Psalm 122
1 Een pelgrimslied van David.
Verheugd was ik toen ik hoorde:
'Wij gaan naar het huis van de HEER,'
2 verheugd ben ik, nu onze voeten staan
binnen je poorten, Jeruzalem.
3 Jeruzalem, als een stad gebouwd,
hecht en dicht opeen.
4 Daar komen de stammen samen,
de stammen van de HEER,
om Israëls plicht te vervullen,
te prijzen de naam van de HEER.
5 Daar zetelt het gerecht,
daar troont het huis van David.
6 Vraag om vrede voor Jeruzalem:
'Dat rust hebben wie van je houden,
7 dat vrede heerst binnen je muren
en rust in je vesting.'
8 Om mijn verwanten en vrienden
zeg ik: 'Vrede zij in jou.'
9 Om het huis van de HEER, onze God,
wens ik je al het goede.
Lucas 24: 13-16
13 Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een
dorp dat Emmaùs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd
ligt. 14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was
voorgevallen. 15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren,
kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, 16 maar hun
blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden.
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2012.