De Emmaügangers,
Abadia de Santo Domingo de Silos,
Bas-reliëf, 12de eeuw.

Preek gehouden tijdens een pelgrimsdienst van de Remonstrantse Gemeente te Doesburg, op zondag 22 April 2012.

De lezingen waren:
Genesis 12:1
Psalm 122
Lucas 24:13-15

"Lopen lautert"

De psalm, die we lazen, is een pelgrimspsalm. Drie maal per jaar trekken de twaalf stammen van Israël op naar Jeruzalem. In kleine groepjes gaan ze van huis. En langzaam groeit de stroom aan. Uiteindelijk bereiken ze Jeruzalem. Wat zie je dan: hoe daar de huizen schouder aan schouder staan! Zo moet heel Israël zijn: stam naast stam, schouder aan schouder, zoals vrienden verbonden met elkaar. Dan is het één groot feest van verbroedering! Is dat niet een prachtig beeld!

De psalm is geschreven in de verleden tijd: klaarblijkelijk gaat het om een indringende ervaring die iemand heeft gehad. De psalm is geschreven door een pelgrim die deze herinnering aan zijn tocht vol dankbaarheid met zich meedraagt als een verwijzing naar wat het betekent om, samen met anderen, langs velerlei wegen op te lopen en uiteindelijk samen aan te komen en je met al die anderen verbonden te weten. Zo moet het leven bedoeld zijn!

Het leven wordt dikwijls vergeleken met de weg: we zoeken allemaal naar wegen die moeten leiden tot onze bestemming. Je hoopt steeds dat dit ook zo is: dat er zoiets bestaat als een bestemming. En dat je op de goede weg bent. In de bergrede spreekt Jezus over nederigen van hart, over zachtmoedigen en over mensen die barmhartig zijn: zulke mensen zijn op de goede weg; zij zijn 'makarioi', d.w.z. dat ze hun bestemming zullen bereiken.

Maar we weten allemaal dat het niet altijd even gemakkelijk is om te bepalen wat de juiste richting is. "In de bergen is het pad er altijd één, kronkelend en klimmend in het zachte tempo van iemand die het gelijk aan zijn kant heeft; maar op de plateaus splitst het pad zich in takken, die uiteengaan, terugkeren, ruzie maken en elkaar weer ontmoeten, en die - net als levens - allemaal uitkomen bij hetzelfde eindpunt. Vanaf de klippen en in vogelvlucht zijn ze gemakkelijk te zien, maar vanaf de ooghoogte van een lopend mens zijn ze niet altijd zichtbaar, en het speurende oog moet oorlog voeren met de voet die rustige passen wil zetten, met het verstand dat uit is op logica en met het hart dat langzaam wil kloppen" - aldus schrijft Meïr Shalev, in zijn boek "De grote Vrouw". Prachtig verwoordt hij hoe een mens op de levensweg vaak moet proberen om te bemiddelen tussen wat hij denkt, wat hij ziet, wat hij voelt, en wat hij lichamelijk aankan.

Allemaal erg herkenbaar voor wie gaat pelgrimeren. Zo kan een pelgrimstocht een spiegel zijn van de levensloop. Het valt niet altijd mee. Dat maakt het ook begrijpelijk dat een pelgrim op de levensweg wel eens verzucht: "Het zijn nog verre wegen die ik lopen moet, tot U mij wellekome groet!"

Niettemin heb ik als motto voor deze overweging gekozen voor 'lopen lautert'. Is dat dan wel zo? En gaat dat vanzelf? Nee: dat is niet vanzelfsprekend. Dat vraagt van de pelgrim om 'aandachtig te lopen'. En steeds te beseffen dat alles, wat je meemaakt ook ergens naar verwijst. Alle levenswijsheid is gebouwd op ervaring. Maar we kunnen pas spreken over ervaring als de dingen de gebeuren worden overdacht. Zonder reflectie bestaat er geen wijsheid.

Dat begint al bij de voorbereiding. Dan vraag je je af:
- wat moet ik meenemen?
- wat moet ik thuis laten?
Twee simpele vragen die een mens zich ook in het leven steeds kan stellen: draag ik niet teveel met me mee? Wordt het niet tijd om eens wat uit mijn rugzak te kieperen, dat louter ballast is? Kan ik wel loslaten, of ben ik toch wel erg gehecht aan bepaalde zaken? Bouw ik niet teveel veiligheden in in mijn bestaan? "Kijk naar de leliën op het veld" zegt Jezus tegen zijn leerlingen om hen duidelijk te maken dat ze zich veel te veel bekommeren om wat ze zouden eten of drinken. Een mens heeft niet zoveel nodig. Het kan louterend zijn om dat eens te ervaren. Maar dat vraagt om durf, om vertrouwen.

Op de voorbereiding volgt het afscheid: een stuk onthechting. Maar er is meer: afscheid nemen is niet alleen onthechten. Het wordt 'afscheid' betekent oorspronkelijk 'je schild afleggen'. Kwetsbaar worden. Wie op pelgrimstocht gaat neemt risico's. Je kunt onmogelijk overzien welke dat precies zijn. Ook dat kan louterend zijn: bewust ervaren wat het van je vraagt om als het ware 'onverzekerd' op weg te gaan. In de hoop dat je eens verrijkt terugkeert.

Het woord 'ervaren' is afgeleid van het woordje 'varen'. Wie gaat varen moet 'van wal steken', het vaste land achter zich laten; dat wil zeggen: zich toevertrouwen aan een kwetsbaar vaartuig in de hoop dat het water dragende krachten heeft; en dat de wind er de vaart in houdt; en dat er een stuurman is die weet heeft van de richting.

Op tal van Oosters Orthodoxe ikonen staat het leven van heiligen verbeeld als een tocht in een wankel schip over de onpeilbare diepte van een water waarvan de overzijde niet is te zien. Met als stuurman aan het roer Christus in cognito. Het evangelie zegt: hij is de weg. Luister naar hem. Hij is de ochtendster waar je je op kunt richten.

Wie geen vertrouwen in hem heeft zakt, net als de ongelovige Petrus in het verhaal over de storm op zee, weg in de golven. Het zijn allemaal beelden van de mens onderweg naar zijn bestemming.

"Ga, Abram, maak je los van alles wat je bindt, en volg de wegen die ik je zal tonen". En is op grond van die tekst dat Abram wordt beschouwd als de vader van de pelgrims. Op de voorkant van de liturgie zien we hoe ook Jezus, als pelgrim,de leerlingen vergezelt die teleurgesteld Jeruzalem verlieten: dat was de verkeerde weg! Maar dat beseften ze niet. Jezus wees hen terug naar Jeruzalem - maar niet dan nadat hij hun de schriften had verklaard. Pas toen konden zijn vatten dat het geheim van het leven onmogelijk te ontraadselen is als je wegloopt van de realiteit: ook al is die realiteit soms nog zo smartelijk. Want alle wijsheid is gebouwd op ervaring.

Lopen is louterend: maar alleen als je aandacht hebt voor wat wel 'de Stem in het gebeuren' wordt genoemd. "Het is vol wonderen om ons heen", zongen we zoëven. Maar lang niet altijd hebben wij die openheid van geest die nodig is om de ruimte waarin wij leven en ons bewegen te ervaren als een mysterie. En ook om te beseffen dat de wijze waarop wijzelf bestaan en ons ontvouwen een deel is van dat mysterie. Luisterend leven - of misschien moet ik wel zeggen 'aandachtig leven' - brengt een eenheid tot stand tussen twee dingen: het onder ogen zien van wat we ervaren en het geduldig wachten op begrijpen.

Als we met die instelling onze weg gaan kan het woord van God ook vandaag de dag in ons opnieuw tot taal worden. Tot die taal die Jezus op het oog had toen hij eens met betrekking tot zijn eigen leefwijze zei: ik ben het goddelijk Woord. Daarmee stelde hij zichzelf in de plaats van de Tora - de aanwijzingen die God ooit aan Mozes gaf toen Hij hem instrueerde over de wijze waarop het volk het land van belofte zou kunnen bereiken.

Maar om die openheid te hebben, dat valt niet mee; vandaar het korte pelgrimsgebed:

    Guérit-moi, Seigneur,
    Je suis l'aveugle sur le chemin.

AMEN.


DE LEZINGEN:
Genesis 12:1
De HEER zei tegen Abram: 'Ga, trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.

Psalm 122
1 Een pelgrimslied van David.

Verheugd was ik toen ik hoorde:
'Wij gaan naar het huis van de HEER,'
2 verheugd ben ik, nu onze voeten staan
binnen je poorten, Jeruzalem.

3 Jeruzalem, als een stad gebouwd,
hecht en dicht opeen.
4 Daar komen de stammen samen,
de stammen van de HEER,

om Israëls plicht te vervullen,
te prijzen de naam van de HEER.
5 Daar zetelt het gerecht,
daar troont het huis van David.

6 Vraag om vrede voor Jeruzalem:
'Dat rust hebben wie van je houden,
7 dat vrede heerst binnen je muren
en rust in je vesting.'

8 Om mijn verwanten en vrienden
zeg ik: 'Vrede zij in jou.'
9 Om het huis van de HEER, onze God,
wens ik je al het goede.

Lucas 24: 13-16
13 Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaùs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. 14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, 16 maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2012.