"Het blijvende boek",
Henk Valstar,
olie/doek.

Preek gehouden tijdens de dienst van de Doopsgezinde en Remonstrantse Gemeente te Deventer op zondag 15 Juli 2012

De lezingen waren:
Jesaja 52:1-6
Marcus 6:6b-13

PREEK: over het spreken van God

Spreekt God nog wel? Wordt Zijn stem vandaag de dag nog gehoord? Kan er nog wel sprake zijn van God in een cultuur waarin de logica regeert? In de taal van de wetenschap is daarvoor nauwelijks ruimte. Toen Einstein eens zei dat hij in God geloofde berustte dat op zijn verwondering over de harmonie in de kosmos. Om misverstanden te voorkomen zei hij er dan ook meteen bij, dat hij niet geloofde in een God die zich met mensen bemoeide. Wetenschap kan alleen uit de voeten met begrippen, die gedefinieerd kunnen worden. En wat men nog niet kan verklaren wekt weliswaar verwondering; maar dat is voor de meeste wetenschappers geen reden om het woord God daaraan te verbinden.

Van Gods stem kan dan ook slechts sprake zijn in taal die gebruik maakt - niet van definities en heldere begrippen - maar van metaforen: beeldspraken; verhalen die kunnen verduidelijken waarom mensen leven zoals ze leven. God is een poëtische manier van spreken over datgene, dat ons in staat stelt om onzekerheid, wantrouwen en angst te overwinnen. Dat spreekt ook uit de woorden van Jesaja. En ook de leerlingen, die er door Jezus op uit worden gestuurd, hebben die boodschap: God verlost, God geneest, en schept toekomst.

Maar: we zijn moderne mensen. En de vraag is of moderne mensen nog wel open staan voor deze boodschap. Je zou kunnen zeggen, dat de moderniteit gekenmerkt wordt door een zekere nuchterheid; een zekere scepsis; en ook door het ontbreken van houvast. We weten het allemaal niet meer zo goed. Waar moet het heen: met de demokratie? Met onze kennismaatschappij? En met zoveel meer? Alom heerst onzekerheid en twijfel:
- twijfel rond onze democratie: wordt het land niet onbestuurbaar wanneer de politiek beheerst wordt door de waan van de dag en kortzichtigheid?
- twijfel rond de kennismaatschappij: is onze kennis wel toereikend om ooit een oplossing te vinden voor de grote problemen waar we tegenaan lopen?
- twijfel rond de economie: klopt het wel wat ons verteld wordt - dat de markt er vanzelf voor zorgt dat verstoorde evenwichten uiteindelijk worden hersteld? Of staan we op het punt in een totale chaos terecht te komen?
- twijfel rond de cultuur: wat heet er vandaag de dag nog nog heilig? Als je ziet dat zelfs mensenlevens vaak niet meer heilig blijken te zijn?
- twijfel rond kerk: hebben de kerken nog wel reden van bestaan? Ooit beschikte de kerk over een leer, die verkondigd kon worden. Maar valt er nog wel iets te verkondigen? En hoe geloofwaardig is dat nog? Als je ziet hoeveel ongeloofwaardigs steeds weer boven water komt?
- twijfel rond de eigen identiteit: wie/wat ben ik eigenlijk? Ooit dachten we in termen van lichaam en ziel; maar tegenwoordig wordt ons uitgelegd dat die voorstellingen niet te handhaven zijn: we zijn ons brein. Is de mens dan louter sterrenstof? Materie?

Geloof jij nog? Is er nog iets overgebleven van het geloof van destijds - toen geloven nog vanzelfsprekend was? Dat zijn vragen die je kunt verwachten, wanneer je - zoals velen van ons - voortkomt uit een verleden waarin God nog een vanzelfsprekendheid was en de kerk een gezagsinstituut. Maar het wereldbeeld is veranderd: in de loop van een paar decennia. De kerken lopen leeg. Het individualisme viert hoogtij. Het heet modern om ervan uit te gaan dat alles draait om zelfredzaamheid en levenskunst. Of zoals de sociaal liberaal Iasaiah Berlin het eens beschreef: "Ik wil dat mijn leven en mijn beslissingen van mijzelf afhangen, niet van om het even welke krachten van buiten. Ik wil het instrument zijn van mijn eigen, niet van andermans wilshandelingen. Ik wil een subject zijn, niet een object; ik wil worden bewogen door redenen, door bewust bedoelingen die van mij zijn en niet door oorzaken die mij als het ware van buitenaf overvallen (..): een doener, beslissend, niet iemand over wie beslist wordt." (Iasaiah Berlin, sociaal liberaal, 1958). Mensen willen zelf uitmaken wat zinvol is en van waarde.

===

"Er klonken in die tijd zelden woorden van de Heer", lazen we in het boek Samuël. Het is een verhaal waarin verteld wordt dat de jonge Samuël moet leren luisteren. Zou het zo kunnen zijn dat het ook ons is gaan ontbreken aan dit luisterend vermogen? We hebben vijf zintuigen. Voor nuchtere wetenschappers geldt dat we het daarmee moeten doen. Maar: bestaat er niet ook nog zoiets als intuïtie? Een wonderlijke antenne voor..., ja voor wat precies? Voor een scala aan werkelijkheden, die maar moeilijk te verwoorden zijn. Soms wordt je iets van een nabijheid gewaar; een andere keer ruik je gevaar. Of het gebeurt dat iets je ontroert: een enkel woord, of een gebaar. Dan weer kan het gebeuren dat iets ons overkomt - juist op een moment, waardoor het veelbetekenend wordt. Je zegt dan soms: dit kan toch geen toeval zijn.

"Tijding van de Heer: Ik ben het!" Er wordt wel eens gezegd dat zulke verwonderlijke zaken op een of andere manier te maken hebben met ons levensgeheim: het mysterie waardoor de mens elke keer weer kans ziet om uit impasses te komen.

Er is een mooi sprookje over twee reuzen: die twee hadden het niet op elkaar. De ene reus was heel sterk. Veel sterker dan de andere. Vandaar dat in die laatste altijd angst sluimerde. Maar hij had een geheim: het geheim van de zwakkere reus was, dat hij een dwerg in zijn oor had, die hem op cruciale momenten heel goede raad wist te geven. Daardoor kon hij steeds overleven.

Je vraagt je wel eens af, of een mens het wel volhoudt in deze wereld zonder God: als je ziet hoe het er vaak toegaat. Ik denk dan vaak aan het sprookje over twee reuzen: ik zou niet weten hoe ik zou moeten uitleggen hoe mijn leven eruit ziet als ik daarin niet God betrek. De Stem, die nu en dan zegt: Ik ben het: die jou leven richting geeft, die jou draagt door de tijd, die jou van dag tot dag vernieuwt en herschept. Verbeeld je maar niet dat je het allemaal in de hand hebt. Ik ben het die steeds weer uitzicht biedt op nieuwe mogelijkheden.

===

'Klop het stof van je af': zo luidt de boodschap van Jesaja.
Hij richt zich tot mensen die, door alle narigheid, klaarblijkelijk van hun geloof zijn afgevallen. 'Richt je weer op!' Er klinkt in door dat het eigenlijk geen doen is om het vol te houden zonder geloof. We zijn vertrouwd met de gedachte dat gelovigen bidden tot God. Maar bij Jesaja krijg je de indruk dat het omgekeerde het geval is: Het is alsof in die tekst God bidt tot mensen: "Zie mij toch! Hoor mij toch! Erken toch dat ik het ben die vraagt om verlost te worden van al die dwaze ideeën die over mij bestaan".

'Klop het stof van je af!' Die woorden komen ook voor in het evangeliegedeelte. Daar vormen ze een oproep aan de volgelingen van Jezus om zich niet in te laten met mensen die niet openstaan voor Gods spreken. Ze zouden je van de wijs kunnen brengen. Zó lijken de twee teksten van vanochtend door deze woorden met elkaar verbonden te zijn. Moeten wij, kerkmensen ons dan afsluiten voor de wereld - in het spoor van Paulus die waarschuwt: "Wordt niet wereldgelijkvormig!"?

===

Wat mij wel eens opvalt is dat er buiten de kerken een groeiend aantal mensen diep religieus is. Vaak moeten zij niet veel hebben van de kerken en van de taal die binnen de kerken gangbaar is. Hoe zou dat komen? Ik kan daar nu verder niet op ingaan, maar het is wel een belangwekkende vraag. Evenals de vraag of God de kerken wel nodig heeft. Misschien is wachten wel op nieuwe vormen van gemeenschap en op een nieuwe taal waarin mensen hun levensgeheim weer kunnen delen met elkaar. Wellicht een taal, zoals die van de Zeeuwse dichter van Schagen. Hij schreef:

je hoort het suizen
er is een betekenis
het is niet zegbaar

er is een spinrag
dat overbrengt
- onzichtbaar misschien hoorbaar -
soms is er een aanwezigheid

het roept van heel ver
het is oneindig dringend
niemand verstaat het

het water weet ervan
nacht en dag weten ervan
het wordt niet gezegd

soms ritselt er iets
altijd weer ritselt er iets
nooit wordt het gezegd

is dit nu God?
(J.C. van Schagen, 1891 - 1985)


DE LEZINGEN:
Jesaja 52:1-6

1 Ontwaak, ontwaak, Sion,
en bekleed je met je kracht!
Bekleed je met je pronkgewaad,
Jeruzalem, stad van het heiligdom.
Niet nog eens zullen
onbesnedenen of onreinen je betreden.
2 Klop het stof van je af, sta op,
gekerkerd Jeruzalem! -
maak de banden om je hals maar los
gekerkerde vrouwe Sion.

3 Want dit zegt de HEER:
Voor niets zijn jullie verkocht,
en zonder geld koop ik jullie weer vrij.

4 Ja, zo heeft God, mijn HEER, gezegd:
Eerst trok mijn volk naar Egypte
om daar als vreemdeling te leven;
later werd het in Assyrië onderdrukt.
5 En nu: wie heb ik hier nog over?

Tijding van de Heer:
"Want om niets is mijn volk meegenomen,
en zijn overheersers schelden
- is de tijding van de HEER.
Voortdurend, dag in dag uit
wordt mijn naam gehoond.
6 Daarom zal mijn volk mijn naam kennen,
Daarom verstaan dat ik het ben
die spreekt: 'Ja, ik ben het'

Marcus 6:6b-13
Hij (Jezus) trok rond langs de dorpen in de omtrek en onderwees de mensen. 7 Hij riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. 8 Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok. 9 Sandalen mochten ze wel dragen. 'Maar,' zei hij, 'trek geen extra kleren aan.' 10 En ook zei hij: 'Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je verder reist. 11 Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.' 12 Ze gingen op weg en riepen de mensen op om tot inkeer te komen, 13 en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2012.