"Het blijvende boek", Henk Valstar, olie/doek. |
![]() |
De lezingen waren:
PREEK: over het spreken van God
DE LEZINGEN:
Terug naar het begin van deze pagina
Jesaja 52:1-6
Marcus 6:6b-13
Spreekt God nog wel? Wordt Zijn stem vandaag de dag nog
gehoord? Kan er nog wel sprake zijn van God in een
cultuur waarin de logica regeert? In de taal van de wetenschap
is daarvoor nauwelijks ruimte. Toen Einstein eens zei dat hij
in God geloofde berustte dat op zijn verwondering over de
harmonie in de kosmos. Om misverstanden te voorkomen zei hij
er dan ook meteen bij, dat hij niet geloofde in een God die
zich met mensen bemoeide. Wetenschap kan alleen uit de voeten
met begrippen, die gedefinieerd kunnen worden. En wat men nog
niet kan verklaren wekt weliswaar verwondering; maar dat is
voor de meeste wetenschappers geen reden om het woord God
daaraan te verbinden.
Van Gods stem kan dan ook slechts sprake zijn in taal die
gebruik maakt - niet van definities en heldere begrippen -
maar van metaforen: beeldspraken; verhalen die kunnen
verduidelijken waarom mensen leven zoals ze leven. God is een
poëtische manier van spreken over datgene, dat ons in staat
stelt om onzekerheid, wantrouwen en angst te overwinnen. Dat
spreekt ook uit de woorden van Jesaja. En ook de leerlingen,
die er door Jezus op uit worden gestuurd, hebben die
boodschap: God verlost, God geneest, en schept toekomst.
Maar: we zijn moderne mensen. En de vraag is of moderne mensen
nog wel open staan voor deze boodschap. Je zou kunnen zeggen,
dat de moderniteit gekenmerkt wordt door een zekere
nuchterheid; een zekere scepsis; en ook door het ontbreken van
houvast. We weten het allemaal niet meer zo goed. Waar moet
het heen: met de demokratie? Met onze kennismaatschappij? En
met zoveel meer? Alom heerst onzekerheid en twijfel:
- twijfel rond onze democratie: wordt het land niet
onbestuurbaar wanneer de politiek beheerst wordt door de waan
van de dag en kortzichtigheid?
- twijfel rond de kennismaatschappij: is onze kennis wel
toereikend om ooit een oplossing te vinden voor de grote
problemen waar we tegenaan lopen?
- twijfel rond de economie: klopt het wel wat ons verteld
wordt - dat de markt er vanzelf voor zorgt dat verstoorde
evenwichten uiteindelijk worden hersteld? Of staan we op het
punt in een totale chaos terecht te komen?
- twijfel rond de cultuur: wat heet er vandaag de dag nog nog
heilig? Als je ziet dat zelfs mensenlevens vaak niet meer
heilig blijken te zijn?
- twijfel rond kerk: hebben de kerken nog wel reden van
bestaan? Ooit beschikte de kerk over een leer, die verkondigd
kon worden. Maar valt er nog wel iets te verkondigen? En hoe
geloofwaardig is dat nog? Als je ziet hoeveel ongeloofwaardigs
steeds weer boven water komt?
- twijfel rond de eigen identiteit: wie/wat ben ik eigenlijk?
Ooit dachten we in termen van lichaam en ziel; maar
tegenwoordig wordt ons uitgelegd dat die voorstellingen niet
te handhaven zijn: we zijn ons brein. Is de mens dan louter
sterrenstof? Materie?
Geloof jij nog? Is er nog iets overgebleven van het geloof van
destijds - toen geloven nog vanzelfsprekend was? Dat zijn
vragen die je kunt verwachten, wanneer je - zoals velen van
ons - voortkomt uit een verleden waarin God nog een
vanzelfsprekendheid was en de kerk een gezagsinstituut. Maar
het wereldbeeld is veranderd: in de loop van een paar
decennia. De kerken lopen leeg. Het individualisme viert
hoogtij. Het heet modern om ervan uit te gaan dat alles
draait om zelfredzaamheid en levenskunst. Of zoals de sociaal
liberaal Iasaiah Berlin het eens beschreef: "Ik wil dat mijn
leven en mijn beslissingen van mijzelf afhangen, niet van om
het even welke krachten van buiten. Ik wil het instrument zijn
van mijn eigen, niet van andermans wilshandelingen. Ik wil een
subject zijn, niet een object; ik wil worden bewogen door
redenen, door bewust bedoelingen die van mij zijn en niet door
oorzaken die mij als het ware van buitenaf overvallen (..):
een doener, beslissend, niet iemand over wie beslist wordt."
(Iasaiah Berlin, sociaal liberaal, 1958). Mensen willen zelf
uitmaken wat zinvol is en van waarde.
===
"Er klonken in die tijd zelden woorden van de Heer", lazen we
in het boek Samuël. Het is een verhaal waarin verteld wordt
dat de jonge Samuël moet leren luisteren. Zou het zo kunnen
zijn dat het ook ons is gaan ontbreken aan dit luisterend
vermogen? We hebben vijf zintuigen. Voor nuchtere
wetenschappers geldt dat we het daarmee moeten doen. Maar:
bestaat er niet ook nog zoiets als intuïtie? Een wonderlijke
antenne voor..., ja voor wat precies? Voor een scala aan
werkelijkheden, die maar moeilijk te verwoorden zijn. Soms
wordt je iets van een nabijheid gewaar; een andere keer ruik
je gevaar. Of het gebeurt dat iets je ontroert: een enkel
woord, of een gebaar. Dan weer kan het gebeuren dat iets ons
overkomt - juist op een moment, waardoor het veelbetekenend
wordt. Je zegt dan soms: dit kan toch geen toeval zijn.
"Tijding van de Heer: Ik ben het!" Er wordt wel eens gezegd
dat zulke verwonderlijke zaken op een of andere manier te
maken hebben met ons levensgeheim: het mysterie waardoor de
mens elke keer weer kans ziet om uit impasses te komen.
Er is een mooi sprookje over twee reuzen: die twee hadden het
niet op elkaar. De ene reus was heel sterk. Veel sterker dan
de andere. Vandaar dat in die laatste altijd angst sluimerde.
Maar hij had een geheim: het geheim van de zwakkere reus was,
dat hij een dwerg in zijn oor had, die hem op cruciale
momenten heel goede raad wist te geven. Daardoor kon hij
steeds overleven.
Je vraagt je wel eens af, of een mens het wel volhoudt in deze
wereld zonder God: als je ziet hoe het er vaak toegaat.
Ik denk dan vaak aan het sprookje over twee reuzen: ik zou niet
weten hoe ik zou moeten uitleggen hoe mijn leven eruit ziet als ik
daarin niet God betrek. De Stem, die nu en dan zegt: Ik ben
het: die jou leven richting geeft, die jou draagt door de
tijd, die jou van dag tot dag vernieuwt en herschept. Verbeeld
je maar niet dat je het allemaal in de hand hebt. Ik ben het die
steeds weer uitzicht biedt op nieuwe mogelijkheden.
===
'Klop het stof van je af': zo luidt de boodschap van Jesaja.
Hij richt zich tot mensen die, door alle narigheid,
klaarblijkelijk van hun geloof zijn afgevallen. 'Richt je weer
op!' Er klinkt in door dat het eigenlijk geen doen is om het
vol te houden zonder geloof. We zijn vertrouwd met de gedachte
dat gelovigen bidden tot God. Maar bij Jesaja krijg je de
indruk dat het omgekeerde het geval is: Het is alsof in die
tekst God bidt tot mensen: "Zie mij toch! Hoor mij toch! Erken
toch dat ik het ben die vraagt om verlost te worden van al die
dwaze ideeën die over mij bestaan".
'Klop het stof van je af!' Die woorden komen ook voor in het
evangeliegedeelte. Daar vormen ze een oproep aan de
volgelingen van Jezus om zich niet in te laten met mensen die
niet openstaan voor Gods spreken. Ze zouden je van de wijs
kunnen brengen. Zó lijken de twee teksten van vanochtend door
deze woorden met elkaar verbonden te zijn. Moeten wij,
kerkmensen ons dan afsluiten voor de wereld - in het spoor van
Paulus die waarschuwt: "Wordt niet wereldgelijkvormig!"?
===
Wat mij wel eens opvalt is dat er buiten de kerken een
groeiend aantal mensen diep religieus is. Vaak moeten zij niet
veel hebben van de kerken en van de taal die binnen de kerken
gangbaar is. Hoe zou dat komen? Ik kan daar nu verder niet op
ingaan, maar het is wel een belangwekkende vraag. Evenals de
vraag of God de kerken wel nodig heeft. Misschien is wachten
wel op nieuwe vormen van gemeenschap en op een nieuwe taal
waarin mensen hun levensgeheim weer kunnen delen met elkaar.
Wellicht een taal, zoals die van de Zeeuwse dichter van
Schagen. Hij schreef:
je hoort het suizen
er is een betekenis
het is niet zegbaar
er is een spinrag
dat overbrengt
- onzichtbaar misschien hoorbaar -
soms is er een aanwezigheid
het roept van heel ver
het is oneindig dringend
niemand verstaat het
het water weet ervan
nacht en dag weten ervan
het wordt niet gezegd
soms ritselt er iets
altijd weer ritselt er iets
nooit wordt het gezegd
is dit nu God?
(J.C. van Schagen, 1891 - 1985)
Jesaja 52:1-6
1 Ontwaak, ontwaak, Sion,
en bekleed je met je kracht!
Bekleed je met je pronkgewaad,
Jeruzalem, stad van het heiligdom.
Niet nog eens zullen
onbesnedenen of onreinen je betreden.
2 Klop het stof van je af, sta op,
gekerkerd Jeruzalem! -
maak de banden om je hals maar los
gekerkerde vrouwe Sion.
3 Want dit zegt de HEER:
Voor niets zijn jullie verkocht,
en zonder geld koop ik jullie weer vrij.
4 Ja, zo heeft God, mijn HEER, gezegd:
Eerst trok mijn volk naar Egypte
om daar als vreemdeling te leven;
later werd het in Assyrië onderdrukt.
5 En nu: wie heb ik hier nog over?
Tijding van de Heer:
"Want om niets is mijn volk meegenomen,
en zijn overheersers schelden
- is de tijding van de HEER.
Voortdurend, dag in dag uit
wordt mijn naam gehoond.
6 Daarom zal mijn volk mijn naam kennen,
Daarom verstaan dat ik het ben
die spreekt: 'Ja, ik ben het'
Marcus 6:6b-13
Hij (Jezus) trok rond langs de dorpen in de omtrek en
onderwees de mensen. 7 Hij riep de twaalf bij zich en zond hen
twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. 8
Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood,
geen reistas en geen geld, alleen een stok. 9 Sandalen mochten
ze wel dragen. 'Maar,' zei hij, 'trek geen extra kleren aan.'
10 En ook zei hij: 'Als jullie ergens onderdak krijgen, moet
je daar blijven tot je verder reist. 11 Maar als jullie ergens
niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen
luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten
schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt
hebben.' 12 Ze gingen op weg en riepen de mensen op om tot
inkeer te komen, 13 en ze dreven veel demonen uit en zalfden
veel zieken met olie en genazen hen.
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2012.