"De engel van de laatste troost",
H.N. Werkman,
Chassidische legenden.

Preek gehouden op Paaszondag in de gezamenlijke dienst van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, de Vereniging van Vrijzinnig Protestanten en de Remonstrantse Gemeente Apeldoorn.

De lezingen waren:
Lucas 3:21v.
Johannes 20:1-8.11-18
Kolossenzen 3:1-4

"Uw leven ligt met Christus verborgen in God"
                                           (Kolossenzen 3:3)

Gemeente,
Het is misschien wat ongewoon om op de zondag van Pasen als tekst voor de preek niet te kiezen voor een tekst uit één van de evangeliën, maar uit een brief: deze brief aan de bewoners van Kolosse. Maar misschien toch ook weer niet zo vreemd als je bedenkt, dat deze brief de oudste tekst is die we bezitten over het Paasgeloof: ouder dan het oudste evangelie. En ook een stuk ouder dan het Johannesevangelie. Reden genoeg, dunkt me, om eens stil te staan bij het Paasgeloof waarvan in deze brief sprake is.

Opmerkelijk is dat in deze brief niet gesproken wordt over opstanding of over opstaan uit de dood waarover wij zojuist hebben gezongen. Volgens deze brief aan de Kolossenzen is Jezus niet opgestaan: hij is opgewekt. Het gaat dus - volgens de schrijver van de brief - om een kracht van buitenaf.

In de traditie van de vrijzinnigheid heeft altijd een groot optimisme geheerst met betrekking tot de mens en zijn mogelijkheden. God heeft mensenhanden nodig. Wij zijn zelf verantwoordelijk voor het heil. En het begrip autonomie heeft dan ook altijd een grote rol gespeeld: de mens moet op zelf zijn leven zin en betekenis geven. Maar in de brief aan de gemeente in Kolosse komt de gedachte naar voren, dat het heil iets is wat de mens ontvangt. Iets wat ons overkomt. Anders gezegd: wie humaan, sociaal of religieus probeert te leven is daarmee nog geen Christen. Want de kern van de Paasboodschap (althans volgens de schrijver van deze brief) is, dat het heil niet iets is wat we zelf bewerkstelligen. Dat gold ook voor Jezus: hij, die wordt afgeschilderd als de zaakwaarnemer van God op aarde, Gods trouwe knecht en de verkondiger van Gods verborgen rijk, wordt verhoogd. Het wonderlijke is dit op een of andere wijze ook voor elk van ons van betekenis is: want - zo lezen we - "ons leven ligt met Christus verborgen in God". Het mysterie rond de betekenis van het leven van Jezus is ook het mysterie van ons eigen leven. Wat zou de schrijver van de brief aan de gemeente te Kolosse daarmee bedoelen?

Het heeft allemaal te maken met de mededeling dat het leven van Jezus gericht was "op wat boven is". En dat zou ook onze grondhouding moeten zijn: "Richt u op wat boven is". Zou dat te maken hebben met hoe wij denken? Of heeft het betrekking op ons gevoelsleven? Of zou het om nog iets anders gaan? Misschien zijn we geneigd om te veronderstellen dat hier wordt bedoeld dat we ons niet moeten richten op het aardse; op materiele zaken. Maar meer op het spirituele. Toch denk ik niet dat het daarom gaat. De bekende theoloog K.H. Roessingh zit er, dunkt me, niet ver naast toen hij eens schreef: "Niet op denken berust mijn geloof; niet op mijn gevoel berust mijn geloof; noch op mijn ontroering bij het zien van de majestueuze pracht van alle schoonheid; en ook niet op mijn verlangen berust mijn geloof; maar alleen hierop dat God gekomen is, mij gegrepen heeft". Wat hij daarmee te kennen geeft is, dat de mens het feitelijk moet hebben van het besef dat hij veel meer ontvangt dan hij tot stand kan brengen. We doen ons uiterste best om goed te leven; om zinnige dingen te doen; om ons leven gestalte te geven door doelgericht bezig te zijn; te leven naar onze idealen. Maar doorgaans loopt alles altijd weer anders dan wij het ons hadden voorgesteld; anders ook dan we het hadden gewild. Er komt altijd weer iets tussen. Maar zelfs het onheil, dat ons overkomt, kan ons bij nader inzien de ogen openen voor nieuwe essenties. Voor hoogten en diepten van het bestaan, waar we anders geen oog voor zouden hebben gehad. Dat kan: maar dat gaat niet vanzelf. Je moet daar wel voor open staan. Roessingh spreekt in dit verband van divinatie: de menselijke mogelijkheid om Gods hand te ontdekken in het leven; in de geschiedenis. En ook: de sporen te zien van God, die vanuit de ander naar jou toekomen.

"Richt u op wat boven is": zou daarmee niet bedoeld zijn die scheppende, vormende kracht, waar we zelf niet over kunnen beschikken? Maar die we nu en dan wel kunnen gewaar worden? Er zijn krachten die ons vormen en veranderen waar we eigenlijk niet goed zicht op hebben. Hoe en waardoor wij groeien en worden tot wie wij kunnen zijn ontgaat ons dikwijls. Er zijn factoren die we maar moeilijk kunnen benoemen. De bijbel spreekt in dit verband niet over divinatie, maar over 'de heilige geest', die neerdaalt, vruchtbaar maakt, kracht geeft, toekomst schept, troost biedt, en ons kan doen beseffen dat we geliefd zijn. "Richt u op wat boven is". De schrijver raadt ons aan om bedacht te zijn op dingen, die met ons gebeuren. En open te staan voor een Stem die ons aanspreekt. Iemand zei eens: de kortste geloofsbelijdenis van de Christen ligt besloten in kleine woordjes zoals "Kom!"; "Luister"; woordjes die ons uitnodigen op niet te blijven stilstaan. Alleen wie in beweging komt zal ontdekken wat Pasen is. Ook het lege graf laat suggereert dat het verhaal nog niet uit is. "Houd me niet vast", zegt Jezus tegen Maria Magdalena; "ik ben nog niet opgestegen".

Het lijden en sterven van Jezus moet voor de mensen die hem volgden - leerlingen, vrienden en verwanten - iets onverteerbaars zijn geweest. Iets waar men niet over uit kon. Ik waag de stelling dat alles, wat er over Jezus is geschreven voortkomt uit het proces van rouwverwerking. Alles wat er over Jezus is geschreven zou nooit zijn opgeschreven wanneer er destijds in Jeruzalem niet zoveel verslagenheid zou zijn ontstaan rond zijn dood. Tegelijkertijd mogen we vermoeden, dat er nooit zoveel zou zijn opgeschreven als Jezus tijdens zijn leven niet zulke betekenisvolle dingen had gezegd over het mysterie van het Godsrijk dat weliswaar verborgen is, maar zich toch ook al aankondigt.

Deze Jezus is gekruisigd. En daarmee is hij het beeld geworden van de verworpen God: de wereld heeft de neiging om de God die Jezus zijn Vader noemde te verwerpen. Omdat het niet past in ons denken. Maar ter wille van het menselijk geluk en de menswaardigheid liet Jezus de betrekkelijkheid zien van heilig verklaarde instellingen, van politieke macht en van uiterlijk vertoon. Hij geloofde in een God die voor ons uitgaat en altijd weer nieuwe toekomst scchept; een God die zich niet laat vastleggen in gedachteconstructies of in leerstukken. Hij geloofde in een wereld die niet af is en in mensen die oog hebben voor wat zij ontvangen als gave.

Het lijkt wel of de betekenis van alles wat Jezus in zijn leven heeft gezegd en gedaan pas achteraf heel geleidelijk doordrong tot zijn volgelingen. En misschien heeft ook Jezus zelf nooit beseft wat zijn leven en sterven zou losmaken. Dat daar een kerk uit zou voortkomen. Maar geleidelijk ontstond er een nieuwe helderheid. Een helderheid omtrent het leven van Jezus die ook betrekking heeft op ons eigen leven: "Ook uw leven ligt met Christus verborgen in God".

Geloven in Pasen is:
luisteren naar wat in stilte spreekt
uitzien naar wat nog niet is;
niet blijven staan bij wat er was
maar uitzien naar wat nog komt;
en wat nog verborgen ligt,
besloten in ons bestaan,
als zaad.

Door openheid van geest
kom je tot inzicht
door je bereidheid
ontvang je groeikracht;
door los te laten wat je beheerst
word je bevrijd;
door volharding
voldraag je de vrucht.
Je zult het zien... AMEN.


DE LEZINGEN:
Lucas3:21v.
Toen Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: "Jij bent mijn geliefde zoon, in jou vind ik vreugde".

Johannes 20:1-8.11-18
1 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. 2 Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: 'Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.' 3 Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. 4 Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. 6 Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, 7 en hij zag dat de doek die Jezus' gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. 8 Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde.
11 Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 13 'Waarom huil je?' vroegen ze haar. Ze zei: 'Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.' 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 'Waarom huil je?' vroeg Jezus. 'Wie zoek je?' Maria dacht dat het de tuinman was en zei: 'Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.' 16 Jezus zei tegen haar: 'Maria!' Ze draaide zich om en zei: 'Rabboeni!' (Dat betekent 'meester'.) 17 'Houd me niet vast,' zei Jezus. 'Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.' 18 Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: 'Ik heb de Heer gezien!' En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had.

Kolossenzen 3:
1 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. 2 Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. 3 U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. 4 En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2013.