Het kruis dat gaat bloeien en oprijst uit een lotusbloem; Thomaschristenen, India. |
![]() |
De lezingen waren:
Tekst: "Ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren
voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: 'Ik wens
jullie vrede'." (Johannes 20:19).
De Franciscanes Paula Copray laat de heilige Geest, Gods geest
van liefde aan het woord als zij dichtend schrijft:
"Ik wil jullie in mijn armen dragen
DE LEZINGEN:
Terug naar het begin van deze pagina
Handelingen 2:1-11
Johannes 20:19-23
Gemeente,
Het is vandaag Pinksteren. Maar wat vieren we vandaag nu
eigenlijk? Men zegt wel dat Pinksteren de verjaardag is van de
kerk. Maar gaat het daar dan om? Zijn we blij met wat er in de
kerkgeschiedenis zoal is gebeurd? Er wordt ook wel gezegd dat
Pinksteren het feest is van de uitstorting van de heilige
Geest. Maar: wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?
Gaat het dan om iets wat 2000 jaar geleden is gebeurd? Of om
iets wat tot op de dag van vandaag nog steeds gebeurt?
De Pinksterverhalen, die we vanochtend lazen zijn heel
verschillend: Lucas vertelt hoe mensen geestdriftig getuigen
van Gods grote daden; wat zouden ze dan precies gezegd hebben?
Johannes beschrijft hoe de leerlingen vervuld zijn van angst.
Op het eerste gezicht hebben die twee verhalen weinig met
elkaar gemeen. Toch zijn het beide verhalen Pinksterverhalen.
Wat ze gemeen hebben is, dat ze beide betrekking hebben op de
vraag wat nu uiteindelijk voor een gelovige de betekenis is
van Pasen. Lucas vertelt dat de leerlingen na Pasen de
opdracht krijgen om zich afte zonderen in gebed - net zo lang
tot ze zouden begrijpen dat de smartelijke dood van Jezus aan
het kruis niet een nederlaag was, maar een overwinning.
Johannes wekt de suggestie dat de leerlingen na Pasen worden
herschapen: zoals God (volgens Genesis) de mens tot leven wekt
door hem zijn adem in te blazen, zo doet Jezus dat bij zijn
leerlingen. De angst, die hen verlamt, maakt plaats voor
vrede. Dat is heel diepzinnig.
Om goed te begrijpen wat Johannes wil zeggen moeten we terug
naar Genesis, en met name naar het verhaal over de zondeval.
Naar het verhaal over de slang, het listigste dier is van alle
dieren in het veld. Zijn listigheid blijkt daaruit, dat hij
door zijn subtiele manier van vragen verwarring sticht,
twijfel zaait. "Zou het niet zo kunnen zijn", zo vraagt hij
aan Eva, "dat God heel anders is dan jullie misschien denken?
Dat God niet een liefdevolle Vader is, maar een strenge
heerser, die gehoorzaamheid vraagt? Zou het niet zo kunnen
zijn, dat hij jullie daarom heeft verboden van de vruchten te
eten van de boom in het midden van de tuin?" Met zulke vragen
suggereert hij God als een strenge God is, die onderdanigheid
en gehoorzaamheid eist. Die verwacht dat zijn mensen het beste
van de oogst aan hem offeren. Het misverstand dat hij daarmee
wordt gezaaid is dat de zonde van de mens bestaat uit
ongehoorzaamheid - een wijd verbreid misverstand tot op de dag
van vandaag.
Maar het paradijsverhaal vertelt nu juist dat God de mens alle
vrijheid geeft die hij zich wenst. Er is maar één ding waar
God de mensen voor wil behoeden: dat is de kennis van het
kwaad. En waaruit bestaat dat kwaad? Niet uit
ongehoorzaamheid, maar uit de angst dat een mens louter op
zichzelf zou zijn aangewezen. "Was ik niet beter af geweest
zonder God?" Nee: alleen de dwaas denkt, dat hij beter af is
zonder God. 'Het is niet goed als een mens alleen is' heeft
niet alleen betrekking op Eva. Die zin verwijst net zo goed
naar God.
Als Adam en Eva van de boom eten bekruipt hen de angst - die
de bron is van alle agressie, van alle hebzucht, van alle
egoïsme, van concurrentie en van elk verlangen naar macht.
Maar gelukkig is de mens niet op zichzelf aangewezen: er
bestaat zoiets als 'de Stem van God'. Is dat niet waar het
met Pinksteren om draait? De Stem, die ons aanspreekt en
uitnodigt om te verstaan dat God louter liefde is.
De grote Deense theoloog en filosoof Kierkegaard heeft daar
dikke boeken over geschreven: volgens hem is de ellende in ons
leven niet het gevolg van het feit dat we sterfelijk zijn.
Want dat is nu eenmaal een gegeven. Alles wat geschapen is is
ook vergankelijk. Maar ons leven wordt niet zelden vergiftigd
door allerhande vormen van liefdeloosheid. We sterven van
angst. En de vertwijfeling werpt voortdurend een schaduw over
ons bestaan werpen. De vertwijfeling bestaat volgens
Kierkegaard daaruit dat we voortdurend willen zijn wie we niet
zijn, en niet willen zijn wie we zijn.
Je zou het Pinksterfeest dan ook misschien wel het beste
kunnen omschrijven als een overwinning op de angst en de
vertwijfeling. De enige manier om die beide te boven te komen
is, om te geloven in de liefde. Of - zoals Lucas het zegt -
"de grote daden van God". De vraag is alleen of we daar wel
oog voor hebben; of we de Stem van God in het gebeuren wel
horen.
onder mijn vleugels beschermen
jullie naam staat gegrift
in de palm van mijn hand,
maar dat verwaande verstand van jullie
veegt elk gevoel weg.
Of ik besta
ja, dat is de vraag die jullie pijnigt:
of ik wel besta
om maar niet te voelen dat ik er ben.
Ik smeek om jullie
hol achter jullie aan
sta met open armen voor jullie
roep in jullie
ik put me uit in veelheid van vorm en kleur
in muziek, in taal,
in liefde voor ouders,
in het spel van een kind,
in een bloeiende bloem,
in golvend water,
in de trouw van een hond,
in de nabijheid van vrienden.
In stilte ben ik verstaanbaar.
Met de ogen van je hart
kun je mij zien.
Zie je mij? Jij?
Kun je mijn stem horen?
AMEN.
Handelingen 2
1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij
elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van
een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden
geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die
zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen
neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en
begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun
door de Geest werd ingegeven.
5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig
waren uit ieder volk op aarde. 6 Toen het geluid weerklonk,
dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat
ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal
hoorde spreken. 7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en
zeiden: 'Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? 8
Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal
horen? 9 Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië,
Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10 Frygië en
Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook
Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, 11 Joden en
proselieten, mensen uit Kreta en Arabië - wij allen horen hen
in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.'
Johannes 20
19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de
leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat
ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en
zei: 'Ik wens jullie vrede!' 20 Na deze woorden toonde hij hun
zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze
de Heer zagen. 21 Nog eens zei Jezus: 'Ik wens jullie vrede!
Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.'
22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: 'Ontvang de
heilige Geest. 23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn
ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet
vergeven.'
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2013.