PREEK GEHOUDEN IN DE REGENTESSEKERK TE APELDOORN TIJDENS DE DIENST VAN DE VRIJZINNIG HERVORMDE GEMEENTE
OP 12 JANUARI 2003

De lezingen waren: Jesaja 55, 1-3
Marcus 1, 1-11

DE PREEK

Marcus is de enige van de evangelisten, die zijn boek uitdrukkelijk als "evangelie" afficheert. Wij zijn er zo aan gewend om over evangelisten en evangeliën te spreken, dat het ons nauwelijks meer opvalt: "Begin van het evangelie van Jezus Christus..." In dit evangelie wordt de vervulling verkondigd van oude heilsverwachtingen. En dan begint het: met de vertelling over de doop van Jezus in de Jordaan.

Hoe moeten we dat verhaal lezen? Je zou kunnen denken: het is een verhaal waar je niet al teveel achter moet zoeken. Het gaat 'gewoon' om een fragment uit het leven van Jezus. Een momentopname uit het fotoalbum.
Wat daartegen pleit is het feit, dat Marcus dit verhaal uitkiest als opening van zijn evangelie: hij opent niet met een geboorteverhaal, en niet met een verhaal over magiërs die in de sterren hebben gezien dat er een èchte koning is geboren; nee: hij begint zijn verhaal met te zeggen, dat Jezus zich wil laten dopen. Het is het enige verhaal waarin Jezus zich zo doelbewust in beweging zet: hij vertrekt uit Nazareth in Galilea omdat hij zich wil laten dopen.

Gaat het hier om een cruciaal besluit? Om een inwijding? Hoe dit ook zij: op dit keerpunt in het leven van Jezus splijt de hemel open.
===

Wat is hier gebeurd? Inmiddels weten we, dat bijbelverhalen dikwijls in compacte vorm vertellen hoe het in een mensenleven kan toegaan. Wat binnen het verhaal is gecomprimeerd tot één moment weerspiegelt vaak een proces dat in werkelijkheid jaren in beslag neemt.
===

Hoe en wanneer manifesteert God zich in een mensenleven? Als ik mijn eigen levensweg in gedachten terugloop herinner ik me, dat het woord 'God' vele jaren lang niet in mijn vocabulaire voorkwam. En dat ik het tot op de dag van vandaag bij voorkeur uiterst spaarzaam gebruik: het is zo verweven met voorstellingen, die je onmiddellijk moet corrigeren. Het roept zoveel misverstanden op.

Als ik mijn eigen levensweg in gedachten terugloop, dan zie ik dat ik er met name in mijn jonge jaren van ben uitgegaan dat je maar beter niet kunt rekenen op een hemel die zich opent. Dat je maar beter kunt bouwen op je gezond verstand, en gebruik maken van de kansen die zich voordoen, en van de mogelijkheden die het leven je biedt. Een mens moet zich toch zelf een weg zoeken door het leven?

Natuurlijk is er ook nog zoiets als het lot. De één treft het in het leven beter dan de ander. Niet voor niets wensen we elkaar geluk in het nieuwe jaar!
===

Er komt een dag waarop je je gaat realiseren, dat het leven niet maakbaar is. Er zijn bijvoorbeeld dingen, die je op het moment zelf niet kunt overzien - waar je pas veel later in je leven zicht op krijgt. Er zijn ook mensen, waar je tegen opkijkt en met wie je je identificeert, en die bij nader inzien van hun voetstuk vallen. Soms ontwaar je trekjes in anderen, die je maar liever niet had gezien. Mensen waar je op dacht te kunnen steunen, blijken soms ineens onbetrouwbaar te zijn. Maar ook in jezelf kun je soms ineens diepten ontdekken waar je van schrikt, draaikolken die angstaanjagend zijn, driften die sterker zijn dan je wilskracht. Momenten waarin je dreigt de grond onder je voeten te verliezen. Is dat niet: "de Jordaan"?
===

Weet U wat het woord Jordaan betekent? JRD is een Hebreeuws woord voor 'neerdalen', 'bergafwaarts gaan', 'er onderdoor gaan'. Vroeg of laat wordt elk mens "gedoopt", ondergedompeld in de realiteit van zijn/haar beperktheid. Dat zijn van die momenten waarop je bescheiden wordt, en waarin je de betrekkelijkheid gaat realiseren van het bestaan.

Misschien zou je ook kunnen zeggen: de "Jordaan", dat is de frustratie die ontstaat wanneer een mens zich bewust wordt van het feit dat zijn/haar dromen weersproken worden door de concrete ervaringen. Het moment waarop we onder ogen moeten zien dat de werkelijkheid anders is, dan alles wat we onszelf en elkaar eigenlijk willen laten geloven. Het moment waarop we van ons geloof vallen: "Er is geen God".
===

Hoe om te gaan met deze frustratie? Er zijn mensen die krampachtig 'mooi weer' blijven spelen: die de realiteit ontkennen. Anderen raken verbitterd, of worden depressief. Nog weer anderen dreigen hun menswaardigheid te verliezen: in hun streven om langs slinkse wegen alsnog aan hun trekken te komen; bij nog weer anderen groeit de jaloezie op hen, die in het leven méér geluk hadden.
===

Een somber verhaal! Maar daar staat tegenover dat er ook mensen zijn, die waardig hun lot dragen: hoe doen die dat? Hebben zij stomweg méér geluk? Worden zij minder op de proef gesteld? Soms kom je hen tegen: mensen, die zwaar beproefd worden, en desondanks hun waardigheid niet verliezen. Die kans zien om dankbaar te blijven voor elke levensdag. En verwachtingsvol uit te zien naar de toekomst. Hoe kunnen zij dat? Wat is hun geheim? Hebben zij bronnen van wijsheid ontdekt, die voor anderen verborgen zijn gebleven?

Vaak heb ik mezelf voorgehouden: "zoek niet naar antwoorden op vragen, die je nu nog niet kunt begrijpen". Je denkt wel eens dat je alles kunt begrijpen, als het je maar duidelijk wordt uitgelegd. Maar in werkelijkheid is er veel, wat een mens pas leert begrijpen door het leven zelf. Zo zou het wel eens kunnen zijn, dat het tot het ware menszijn behoort om vragen te laten 'staan'. Om afwachtend te zijn. En om trouw de wegen te volgen die de traditie ons aanreikt. Om te erkennen dat ons zicht beperkt is.

Zouden we niet veel verdraagzamer zijn, wanneer we zouden kunnen toegeven dat we het allemaal ook niet weten? Zouden we niet beter naar elkaar luisteren, wanneer we er diep van doordrongen zouden zijn, dat anderen mogelijk beschikken over wijsheid, inzicht en levenservaring, die wij nog niet hebben? Zouden jongeren niet veel meer respect hebben voor ouderen, wanneer ze zich zouden realiseren, dat een mens pas durende de tocht langzaam wordt ingewijd in de geheimen van het bestaan? Zo'n houding heet in de taal van het geloof: leven uit genade.

Leven uit genade: daarin ligt het het sterke besef besloten van een onbekendheid met de werkelijkheid; en ook met een onbeheersbaarheid van de werkelijkheid.
Leven uit genade impliceert ook: vragend, biddend door het leven gaan.
In ons gebed spreken wij ons uit. Wij laten onszelf kennen. En mogelijkerwijze heeft dat als neveneffect dat wij onszelf beter leren kennen: onze verborgen bronnen. Maar het meest verrassende is misschien wel: dat wij zo ook God leren kennen als datgene wat boven ons uitgaat en toch ook in ons aanwezig is. De bron die ons voedt, degene die ons kent - beter dan wij onszelf kennen -, en die ons draagt. Zou niet ergens in die ruimte niet ook de stem opklinken die uitroept: jij mag er zijn! Jij bent mijn zeergeliefde kind. In jou heb ik een welbehagen!?
In het gebed kan "de Jordaan" het keerpunt in ons leven worden. Hoe meer we onszelf laten kennen, hoe meer wij zullen ervaren van de hoogten en de diepten van ons bestaan: van God, als Geest, die zweeft over de diepe wateren van "de Jordaan" en die mensen herschept wanneer zij dreigen ten onder te gaan... Is dat het mysterie van de Geest waarmee het leven, waartoe wij bestemd zijn, pas werkelijk begint?

Begin van het evangelie van Jezus Christus, de zoon van God...
AMEN.

DE LEZINGEN:
Jesaja 55, 1-3
Komt allen die dorst hebt: hier is water;
en gij, die geen geld hebt, komt:
koopt koren en eet zonder geld,
en drinkt zonder betaling wijn en melk.
Waarom besteedt gij geld aan wat geen brood is,
en uw loon aan iets wat niet verzadigt?
Luistert aandachtig naar mij,
en ge zult eten wat goed is,
en uw honger stillen met uitgelezen spijs.
Neigt uw oor en komt naar mij,
luistert en ge zult leven.
Een eeuwig verbond zal ik met u sluiten,
een blijk van blijvende trouw.

Marcus 1, 1-11

Begin van de blijde boodschap van Jezus Christus, de zoon van God. Zoals er geschreven staat bij de profeet Jesaja: - 'Zie ik zend mijn bode voor u uit die voor u de weg zal banen;
een stem van iemand die roept in de woestijn 'Bereid de weg des Heren, maakt recht zijn paden' - zó trad Johannes op in de woestijn, en doopte; hij preekte een doopsel van bekering tot vergiffenis van zonden. Heel de landstreek Judea en alle inwoners van Jeruzalem trokken naar hem uit en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. Johannes ging gekleed in kamelenhaar, met een leren gordel om zijn lendenen; hij at sprinkhanen en wilde honing. Hij predikte: "Na mij komt die sterker is dan ik, en ik ben niet waardig mij te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. Ik heb u gedoopt met water, maar hij zal u dopen met de heilige geest". In die tijd vertrok Jezus uit Nazareth in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. En op hetzelfde ogenblik dat hij uit het water opsteeg, zag hij de hemel openscheuren en de geest als een duif op zich neerdalen. En er kwam een stem uit de hemel: 'Gij zijt mijn zoon, mijn veelgeliefde; in u heb ik een welbehagen".

Terug naar het begin van deze pagina

Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2002.