Het lam Gods
Torcello (bij Venetië)
Het lam Gods geldt als het Christelijke symbool voor de verzoening tussen God en mensen


PREEK GEHOUDEN IN DE DIENST OP ZONDAG, 18 JULI 2004,
IN DE REMONSTRANTSE KERK TE HENGELO

De lezingen waren:
Deuteronomium 8: 1-3
Lucas 10:38-43

"Martha, Martha..."

Een verhaal over twee zusters - de onderlinge verhouding lijkt niet zo goed te zijn. Er is wat irritatie. Misschien gaat het verhaal wel terug op een hele gewone, alledaagse gebeurtenis. Maar met dit simpele verhaal is door de jaren, door de eeuwen iets bijzonders gebeurd: het is uitgegroeid tot een legende. Dat betekent, dat je het moet lezen! En 'lezen' dat is: het herbeleven, alsof je er zelf bij was. Het kenmerkende van een legende is, dat het niet meer gaat om wat er precies gebeurd is, maar dat het alleen nog gaat om de emoties en reacties die het lezen bij je losmaakt. Wat doet het verhaal met je? Vanuit welke gezichtshoek kijk je ernaar? Met wie identificeer je je? Wat voor een gevoelens worden er bij je gewekt? Waarom die? En wat zegt dat over jou, en over de manier waarop je bent gevormd? Zó houden legenden de lezer een spiegel voor. Al vele eeuwen hebben mensen dit verhaal gelezen, en hebben ze zich gespiegeld aan dit tweetal: aan Martha en Maria.

====

MARTHA

Martha Martha! Twee maal de naam: dat komt in de bijbel vaker voor: Abraham, Abraham! Mozes, Mozes! Jeruzalem, Jeruzalem! Petrus, Petrus! Het is een indringende manier van aanspreken. Alsof er gezegd wordt: 'Denk eens na; wat is er met je aan de hand'? Martha wordt beschreven als een vrouw, die de handen uit de mouwen steekt. Niet zomaar een beetje: haar leven is het diakonaat: mensen opvangen, onderdak geven. Je zou haar kunnen typeren als het schoolvoorbeeld van een practisch ingesteld Christenvrouw. Een vrouwenoog ziet wat er nodig is om mensen bij te staan, weer op hun voeten neer te zetten. Vrouwen zijn daar veel beter in dan mannen. Zij hebben - zo lijkt het - speciale antennes om zich in te leven, om aan te voelen waar het een ander aan ontbreekt. Het duidelijkst zie je dat bij moeders - als het om hun kinderen gaat: moeders begrijpen vaak al, nog vóór er een woord is gewisseld, wat er aan scheelt: "Stil maar, kind: je hoeft mij niets te vertellen. Ik had al een vermoeden." Misschien mogen we iets daarvan ook terughoren in de woorden van Martha - wanneer ze tegen Jezus zegt: doet het jou nou niets, dat mijn zuster mij de zorg voor die mensen zó aan mij overlaat? Ik ga daar ongeveer aan onderdoor. Het woord "dienen" is een ongelukkige vertaling van "diakonaat", omdat het altijd maar weer is opgevat als 'het huishouden'. Maar op die wijze wordt de Martha-gestalte wat lachwekkend.

Niet voor niets gaat het verhaal over de barmhartige Samaritaan aan dit verhaal over Martha vooraf: wie zich identificeert met degenen, met wie het niet goed gaat, komt daar zelf niet zonder kleerscheuren vanaf! Het dienen/zorgen impliceert ook bezorgdheid: slapeloze nachten. Het diakonaat gaat je niet in de koude kleren zitten. De confrontatie met het lijden van anderen maakt van jou een ander mens. Ook voor jou verliest daardoor het leven een stuk van zijn glans verliest.

Wat roept deze Martha bij ons op? Dienen: dat gaat je niet in de kouwe kleren zitten. Veel mensen zijn zó bezig met presteren, produceren, consumeren, en zorgen voor hun eigen toekomst dat ze maar liever voorbij gaan aan hen met wie het niet zo goed gaat. Zijn we misschien, broos als we zijn, in feite niet op de vlucht voor onze eigen kwetsbaarheid!

====

MARIA

En Maria? Generaties van kloosterlingen hebben zich met haar vereenzelvigd. Zij is beschouwd als het logo van een meditatief leven. Zitten aan de voeten van de meester, dat is: leerling zijn. Zoals van Paulus gezegd wordt dat hij in zijn jonge jaren zat aan de voeten van Gamaliël de Oude - een tijdgenoot van Jezus. Hoe wordt een mens wijs: door zich te bezinnen. Eigenlijk zou elk mens een gids moeten hebben: want het is toch allerminst vanzelfsprekend, dat een mens in ditleven op eigen kracht zijn weg vindt? De kloosterling zondert zich af van de maatschappij, zoekt de stilte, het gebed, het zelfonderzoek: maar vooral - en dat wordt dikwijls over het hoofd gezien - geestelijke leiding. Want mediteren alleen, verstillen maakt een mens niet wijs. Een mens kan zich immers van alles gaan verbeelden?! Altijd weer is er behoefte aan de tegenstem, de ander. Zo'n teruggetrokken leven met als doel om wegen te vinden naar verlichting is vaak als asociaal gezien. Niettemin heeft men ook altijd geweten, dat ook dit een weg is tot God. Een vorm van levensheiliging. Over Maria zegt Jezus: "Waar zij voor heeft gekozen - dat zal haar niet worden afgenomen!" Wat roept deze gestalte bij ons op: aan verlangens? Aan gevoelens?

====

MARTHA EN MARIA: TWEE GESTALTEN VAN GELOVEN

Martha en Maria: twee zusters die op gespannen voet met elkaar staan. Zoals zo vaak in legenden het geval is: zij verwijzen naar onze eigen dubbelheid. Wie heeft niet ooit gedacht: ik moet tijd maken voor spirituele groei; me terugtrekken voor meditatie; op zoek gaan naar een gids, iemand die mij kan coachen op mijn levensweg. Hoe zal ik anders ooit zicht krijgen op de werkelijkheid waarin ik besta? En op een ander moment: ik moet me dienstbaar maken, solidair zijn, de strijd aangaan tegen onrecht in de wereld en tegen de macht van mensen die onderdrukken en anderen kleineren? Martha en Maria: het zijn twee gestalten van het geloof: beide wonen ze in ons. En Jezus? Die lijkt te zeggen: Martha, Martha: ik weet er alles van. Ook Jezus komt er niet zonder kleerscheuren vanaf: in feite ís hij die Samaritaan uit het verhaal. En Maria? Ook zij mag er zijn: zij heeft haar weg ontdekt, een heel andere dan die van Martha; en die zal van haar niet worden afgenomen. Zijn de wegen gelijkwaardig?

Zoals vooraf aan dit verhaal dat verhaal over de Samaritaan gaat, zo wordt dit verhaal gevolgd door het verhaal over leerlingen, die aan Jezus vragen of hij hen willen leren bidden. Bid en werk. Werk en bid. Martha en Maria: ze horen bij elkaar. De werkelijkheidszin en de verticaliteit. En tegelijkertijd is er ook altijd weer die spanning. Valt het ene te verbinden met het andere?

Ik denk dat er heel wat Martha's buiten de kerken zitten: omdat ze het geloof weltfremd vinden, surrealistisch. "Ik kom er eigenlijk nooit meer", hoor ik mensen wel eens zeggen. Het zegt me zo weinig - die liturgie, die traditie, de taal die daar klinkt. Maar bovendien: het is me allemaal te vroom; te abstract. Het gaat voorbij aan de realiteit: aan de mensen in het park en om de hoek met wie het niet goed gaat. En de Maria's? Het zou wel eens kunnen zijn, dat er heel wat Maria's in de kerken te vinden zijn, die daar niet vinden waarop ze hopen: geestelijke leiding, bevrijdende inzichten, troost. "Ik probeer er trouw te komen: maar ik ben er vast tedom voor. Het is vaak zo intellectualistisch."

De legende vertelt ons dat dit de mensen zijn, om wie Jezus zich bekommert. Zij vormen - hoe tegengesteld ook - het hart van de gemeente: degenen die de handen uit de mouwen willen steken, en zij die zoeken naar de verticaliteit. Is Jezus daarmee niet een embleem van de kerk, wiens roeping het is om deze krachten, hoe tegengesteld ook, te koesteren en zo mogelijk met elkaar in harmonie te brengen - opdat ze elkaar versterken? Op de goede weg zijn wij, die het verhaal horen en het begrijpen om het te gestalte te geven.

AMEN.

DE LEZINGEN: Deuteronomium 8: 1-3

Heel het gebod
dat ik je heden gebied
zult ge bewaren door te doen, -
opdat ge leven zult en talrijk worden,
en bereiken en bezitten: het land
dat de AANWEZIGE heeft gezworen aan je vaderen.
Gedenk dan heel de weg
welke de AANWEZIGE je God, je deze veertig jaar
heeft doen gaan
in de woestijn;
om je te verootmoedigen, om je te beproeven,
om te weten wat er in je hart omgaat:
bewaar je zijn geboden of niet?
Hij heeft verootmoedigd,
hij liet je honger lijden,
hij deed je het manna eten dat je niet kende
en ook je vaderen niet hebben gekend, -
opdat hij je tot erkenning zou brengen
dat niet bij brood alleen de - roodbloedige - mens zal leven,
nee, dat bij al wat voortkomt uit ZIJN mond de mens zal leven.

Lucas 10:38-43

Terwijl zij op reis waren, kwam Hij ergens in een dorp. Een
zekere vrouw, Martha genaamd, ontving Hem in haar huis. En
deze had een zuster die Maria heette. En terwijl zij zat aan
de voeten van Jezus luisterde zij naar zijn woord. Martha
echter had het erg zwaar door het vele dienen.; ze ging erbij
staan en zei: Heer, trek jij het je niet aan dat mijn zuster
mij alleen laat dienen? Zeg haar dan dat ze mij komt helpen.
En de Heer antwoordde en zei tot haar: Martha, Martha, je
maakt je bezorgd en ongerust over veel dingen, maar weinig
dingen zijn nodig of één; want Maria heeft het goede
deel gekozen, dat niet weggenomen zal worden van haar.

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2004.