Ikoon van de doop van Jezus in de Jordaan
Ikonenatelier Kerkwinkel Koinonia

Preek gehouden in de dienst van de Remonstrantse Gemeente te Oosterbeek, op zondag 9 januari 2005
De lezingen waren: Johannes 1: 1-4a
Jesaja 55: 1-3
Mattheus 3: 7-12

PREEK

Bijbellezen is eigenlijk een kunst op zichzelf: je moet daarbij eigenlijk alles wat je al weet vergeten. De Naardense Bijbel, waaruit wij het evangelie-verhaal lazen heeft aan gebruiksaanwijzing opgenomen. Die begint met de onthutsende zin: "De bijbel is een boek dat nergens over gaat en dient ook als zodanig vertaald en gelezen te worden". Uit het vervolg blijkt wat de bedoeling is van deze merkwaardige openingszin: waar het om gaat is, dat je niet moet denken dat het in de bijbel gaat om dingen die lang geleden ooit zijn gebeurd. De bijbel gebeurt hier en nu, op het moment waarop er hardop uit wordt gelezen. Waar het op aankomt is, wat de woorden u nu, op dit moment te zeggen hebben. Vandaar dat de verhalen ook zijn vertaald in de tegenwoordige tijd: dus niet 'toen deed hij dit en zei hij dat...', maar 'hij doet dit en zegt dat...'. Zo is het net alsof je er zelf bij bent - alsof je deel uitmaakt van het verhaal.
De Oosters Ortodoxe kerk kent dit principe al eeuwen: vandaar de ikonen. Die nodigen je uit om erbij te zijn, om getuige te zijn van wat daar gebeurt. Maar: als je de ikoon goed bekijkt zie je ook dat wat daar gebeurt, betrekking heeft op een diepere werkelijkheid - een werkelijkheid die verborgen is. We zien een slang, die het kwaad representeert; en engelen, die gespannen toekijken.

Jezus gaat op de Jordaan af. De wijze waarop dit klinkt wekt de suggestie, dat daar moed voor nodig. Hij gaat erop af. Weet U wat "Jordaan" betekent? JRD is een Hebreeuws woord voor 'neerdalen', 'bergafwaarts gaan', 'er onderdoor gaan'. Ik geloof dat dit het enige verhaal is, waarin Jezus zich zó doelbewust in beweging zet: hij trekt weg uit Galilea weg en kiest de weg bergafwaarts - naar de Jordaan. Onwillekeurig moet je toch even denken aan dat andere verhaal - over Elia. Misschien kent u het wel. Van Elia wordt verteld, dat hij voelt dat zijn leven er zo ongeveer opzit: en hij besluit dan af te dalen naar de Jordaan. Elisa besluit met hem mee te gaan. Maar tot drie maal toe raadt Elia hem aan terug te keren, niet nog verder mee te gaan. Maar Elisa laat zich niet ontmoedigen: hij wil Elia volgen, liefst tot over de grens van de doodsrivier - de Jordaan. Het is misschien wel het meest ontroerende verhaal, dat in de bijbel staat: dit verhaal over Elisa die zijn meester niet alleen wil laten.

Jezus gaat op de Jordaan af: om zich te laten dopen. Het is een cruciaal besluit. Vroeg of laat wordt elk mens "gedoopt", ondergedompeld in de realiteit van zijn/haar bestaan, doordrenkt van het besef dat wij vergankelijk zijn, voorbij gaan. Op momenten dat je dat beseft, word je bescheiden, en ga je de betrekkelijkheid realiseren van je bestaan. Je laten dopen, is dat niet: deze realiteit onder ogen zien, en die aanvaarden? Op dit keerpunt in het leven van Jezus splijt de hemel open, en klinkt een stem die zegt:
"Dit is mijn zoon, de geliefde,
in wie ik een welbehagen heb" (Jes. 42:1)!
Opvallend is dat er staat: ZIE (!), een stem uit de hemel. Dat wordt begrijpelijk, wanneer je beseft, dat de woorden die volgen een citaat zijn: uit Jesaja. Alsof gezegd wil zijn dat, op het moment, dat Jezus zich liet dopen, tot hem doordrong wat zijn roeping was: 'de dienaar te zijn van de Heer', zoals die al door Jesaja wordt bezongen:
"Zie mijn dienaar, ik ondersteun hem,
mijn uitverkorene,
in hem heeft mijn ziel behagen;
geven zal ik mijn geest over hem,
recht zal hij doen naar de volkeren."

Wat binnen het verhaal over de doop is gecomprimeerd tot één moment weerspiegelt misschien wel een proces dat zich vaker voltrekt in het leven van mensen; maar in werkelijkheid neemt het dan misschien wel jaren in beslag. Hoe, wanneer en op welke manier manifesteert God zich in een mensenleven? In jouw leven? Als ik mijn eigen levensweg in gedachten neem, herinner ik me dat het woord 'God' vele jaren lang niet in mijn vocabulaire voorkwam. Tot op de dag van vandaag gebruik ik het woord maar uiterst spaarzaam: omdat het zo verweven is met voorstellingen, die je onmiddellijk moet corrigeren. Het roept zoveel misverstanden op.
Als ik mijn eigen levensweg in gedachten terugloop dan zie ik, dat ik er met name in mijn jonge jaren van ben uitgegaan dat alles draait om je eigen groei, je eigen ontwikkeling, je eigen toekomst. Ik ging ervan uit dat je ook maar beter niet kunt rekenen op een hemel die zich opent. Dat je maar beter kunt bouwen op je gezond verstand; en gebruik maken van de kansen die zich voordoen, en van de mogelijkheden die het leven je biedt. Een mens moet zich toch immers zèlf een weg zoeken door het leven? En natuurlijk is er ook nog zoiets als het lot. Het lot kan de zaak aardig verpesten. De één treft het in het leven beter dan de ander. Niet voor niets wensen we elkaar geluk in het nieuwe jaar!

Maar er komt een dag waarop je je gaat realiseren, dat het leven niet maakbaar is. Dat niet jij jouw weg zoekt, maar dat jouw weg zich aandient. Je hebt geen keus. Het is jóuw weg, die jij moet gaan. Soms kunnen zich situaties voordoen, die ondragelijk, ondoenlijk zijn - naar menselijke maatstaf. Draaikolken, die doodsangst wekken. Driften, waarvan je schrikt, en die je doen beseffen hoe machteloos je kunt zijn. Is dat niet "de Jordaan"? De plaats, waar een mens de grond onder zijn voeten voelt wegzinken? Misschien zou je ook kunnen zeggen: de "Jordaan", dat is de frustratie die ontstaat wanneer een mens zich bewust wordt van het feit dat zijn/haar dromen weersproken worden door de concrete ervaringen. Het moment waarop we onder ogen moeten zien, dat de werkelijkheid anders is dan alles wat we onszelf en elkaar eigenlijk het liefst zouden willen laten geloven.

Klaarblijkelijk kan het gebeuren dat juist dan de hemel opengaat, en dat het besef doorbreekt: jij bent het, in wie ik een welbehagen heb. Wees niet bang. Je bent waardevol in mijn ogen. Wees mijn getuige. Je kunt het. Laat zien hoe het leven geleefd moet worden. Hoe zwaar het lot ook moge zijn: het gaat om het bewaren van je menswaardigheid. Ik weet, dat jij ertoe in staat bent!
Soms kom je hen tegen: mensen, die zwaar beproefd worden, en desondanks hun waardigheid niet verliezen. Die zichzelf overstijgen. Die kans zien om dankbaar te blijven voor elke levensdag. Kinderen bijvoorbeeld, die weten dat ze vroegtijdig zullen sterven: en die in staat zijn om hun ouders te troosten. Mensen, die zwaar gehandicapt zijn en niettemin niet verbitterd raken, maar eerder een toonbeeld zijn van levenslust. Hoe kan dat? Hoe kunnen zij dat? Wat is hun geheim? Hebben zij bronnen van wijsheid ontdekt, die voor anderen verborgen zijn gebleven? Het moet stoelen op ervaring: niet een ervaring van 'iets' in het leven, maar de ervaring van het leven zelf: van het mysterie. Van die Andere Ogen, die je vanuit je oorsprong aankijken. Die ervaring is in staat om je te doen ontwaken uit de droom van je eigen pretenties, je bewust te maken van het feit dat je het belangrijkste vergeten was: dat je niet jezelf in het leven hebt gesteld. Ons leven is onlosmakelijk verbonden en opgenomen in het mysterie dat ons draagt zolang wij ademen.
"Geven zal ik mijn geest over hem", profeteert Jesaja. Zou het zó kunnen zijn, dat wie eenmaal begint het leven te ervaren als een geschenk, daarmee ook op zoek gaat naar al het andere dat ons in staat kan stellen om dit mysterie te blijven zien als iets kostbaars? Om in de kleine dingen van alledag het heilige te herkennen? Zo'n levenshouding is - denk ik - niet iets waar je voor kiest; het is er één, waarmee je langzaam vertrouwd kunt raken. Een levensvoorwaarde, die kan worden tot een vanzelfsprekendheid - een tweede natuur - die in staat stelt om onder alle omstandigheden te beamen: ja, ook dit is mijn leven. Ik zou er geen dag van willen missen. Is dat niet: leven uit genade?
Sinds het begin
is er het spreken;
dat spreken is God nabij,
ja, God zelf is dat spreken;
het is er al sinds het begin,
God zo nabij:
alles geschiedt daardoor
en buiten dat om
geschiedt niet één ding
dat is geschied.
Daardoor is er leven.


DE LEZINGEN:

Johannes 1: 1-4a

Sinds het begin
is er het spreken;
dat spreken is God nabij,
ja, God zelf is dat spreken;
het is er al sinds het begin,
God zo nabij:
alles geschiedt daardoor
en buiten dat om
geschiedt niet één ding
dat is geschied.
Daardoor is er leven.

Jesaja 55, 1-3
Komt allen die dorst hebt: hier is water;
en gij, die geen geld hebt, komt:
koopt koren en eet zonder geld,
en drinkt zonder betaling wijn en melk.
Waarom besteedt gij geld aan wat geen brood is,
en uw loon aan iets wat niet verzadigt?
Luistert aandachtig naar mij,
en ge zult eten wat goed is,
en uw honger stillen met uitgelezen spijs.
Neigt uw oor en komt naar mij,
luistert en ge zult leven.
Een eeuwig verbond zal ik met u sluiten,
een blijk van blijvende trouw.

Mattheus 3:7-12

Dan
treedt Jezus aan,
uit Galilea op de Jordaan af
naar Johannes,
om door hem gedoopt te worden.
Maar die heeft hem tegengehouden,
zeggend: ik heb het nodig
door jou gedoopt te worden,
en jij komt tot mij?
Maar ten antwoord zegt Jezus
tot hem: sta het nu toe;
zó immers past het ons
alle gerechtigheid te vervullen!
Dan staat hij het hem toe.
Als Jezus is gedoopt
loopt hij meteen uit het water
de wal op;
en zie, geopend worden de hemelen
en hij ziet de Geest van God
neerdalen alsof het een duif is
en komen op hem,
en zie, een stem uit de hemel
die zegt: dit is
mijn zoon, de geliefde,
in wie ik een welbehagen heb (Jes. 42:1)!

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2005.