Ikoon van de doop van Jezus in de Jordaan Ikonenatelier Kerkwinkel Koinonia |
![]() |
PREEK
Bijbellezen is eigenlijk een kunst op zichzelf: je moet
daarbij eigenlijk alles wat je al weet vergeten. De Naardense
Bijbel, waaruit wij het evangelie-verhaal lazen heeft aan
gebruiksaanwijzing opgenomen. Die begint met de onthutsende
zin: "De bijbel is een boek dat nergens over gaat en dient ook
als zodanig vertaald en gelezen te worden". Uit het vervolg
blijkt wat de bedoeling is van deze merkwaardige openingszin:
waar het om gaat is, dat je niet moet denken dat het in de
bijbel gaat om dingen die lang geleden ooit zijn gebeurd. De
bijbel gebeurt hier en nu, op het moment waarop er hardop uit
wordt gelezen. Waar het op aankomt is, wat de woorden u nu, op
dit moment te zeggen hebben. Vandaar dat de verhalen ook zijn
vertaald in de tegenwoordige tijd: dus niet 'toen deed hij dit
en zei hij dat...', maar 'hij doet dit en zegt dat...'. Zo is
het net alsof je er zelf bij bent - alsof je deel uitmaakt van
het verhaal.
Jezus gaat op de Jordaan af. De wijze waarop dit klinkt wekt
de suggestie, dat daar moed voor nodig. Hij gaat erop af. Weet
U wat "Jordaan" betekent? JRD is een Hebreeuws woord voor
'neerdalen', 'bergafwaarts gaan', 'er onderdoor gaan'. Ik
geloof dat dit het enige verhaal is, waarin Jezus zich zó
doelbewust in beweging zet: hij trekt weg uit Galilea weg en
kiest de weg bergafwaarts - naar de Jordaan. Onwillekeurig
moet je toch even denken aan dat andere verhaal - over Elia.
Misschien kent u het wel. Van Elia wordt verteld, dat hij
voelt dat zijn leven er zo ongeveer opzit: en hij besluit dan
af te dalen naar de Jordaan. Elisa besluit met hem mee te
gaan. Maar tot drie maal toe raadt Elia hem aan terug te
keren, niet nog verder mee te gaan. Maar Elisa laat zich niet
ontmoedigen: hij wil Elia volgen, liefst tot over de grens van
de doodsrivier - de Jordaan. Het is misschien wel het meest
ontroerende verhaal, dat in de bijbel staat: dit verhaal over
Elisa die zijn meester niet alleen wil laten.
Jezus gaat op de Jordaan af: om zich te laten dopen. Het is
een cruciaal besluit. Vroeg of laat wordt elk mens "gedoopt",
ondergedompeld in de realiteit van zijn/haar bestaan,
doordrenkt van het besef dat wij vergankelijk zijn, voorbij
gaan. Op momenten dat je dat beseft, word je bescheiden, en ga
je de betrekkelijkheid realiseren van je bestaan. Je laten
dopen, is dat niet: deze realiteit onder ogen zien, en die
aanvaarden? Op dit keerpunt in het leven van Jezus splijt de
hemel open, en klinkt een stem die zegt:
Wat binnen het verhaal over de doop is gecomprimeerd tot één
moment weerspiegelt misschien wel een proces dat zich vaker
voltrekt in het leven van mensen; maar in werkelijkheid neemt
het dan misschien wel jaren in beslag.
Hoe, wanneer en op welke manier manifesteert God zich in een
mensenleven? In jouw leven? Als ik mijn eigen levensweg in
gedachten neem, herinner ik me dat het woord 'God' vele jaren
lang niet in mijn vocabulaire voorkwam. Tot op de dag van vandaag
gebruik ik het woord maar uiterst spaarzaam: omdat het zo verweven
is met voorstellingen, die je onmiddellijk moet corrigeren. Het
roept zoveel misverstanden op.
Maar er komt een dag waarop je je gaat realiseren, dat het
leven niet maakbaar is. Dat niet jij jouw weg zoekt, maar dat
jouw weg zich aandient. Je hebt geen keus. Het is jóuw weg,
die jij moet gaan. Soms kunnen zich situaties voordoen, die
ondragelijk, ondoenlijk zijn - naar menselijke maatstaf.
Draaikolken, die doodsangst wekken. Driften, waarvan je
schrikt, en die je doen beseffen hoe machteloos je kunt zijn.
Is dat niet "de Jordaan"? De plaats, waar een mens de grond
onder zijn voeten voelt wegzinken? Misschien zou je ook kunnen zeggen:
de "Jordaan", dat is de frustratie die ontstaat wanneer
een mens zich bewust wordt van het feit dat zijn/haar dromen
weersproken worden door de concrete ervaringen. Het moment
waarop we onder ogen moeten zien, dat de werkelijkheid anders is
dan alles wat we onszelf en elkaar eigenlijk het liefst zouden
willen laten geloven.
Klaarblijkelijk kan het gebeuren dat juist dan de hemel
opengaat, en dat het besef doorbreekt: jij bent het, in wie ik
een welbehagen heb. Wees niet bang. Je bent waardevol in mijn
ogen. Wees mijn getuige. Je kunt het. Laat zien hoe het leven
geleefd moet worden. Hoe zwaar het lot ook moge zijn: het gaat
om het bewaren van je menswaardigheid. Ik weet, dat jij ertoe
in staat bent!
De Oosters Ortodoxe kerk kent dit principe al eeuwen: vandaar
de ikonen. Die nodigen je uit om erbij te zijn, om getuige te
zijn van wat daar gebeurt. Maar: als je de ikoon goed bekijkt
zie je ook dat wat daar gebeurt, betrekking heeft op een
diepere werkelijkheid - een werkelijkheid die verborgen is.
We zien een slang, die het kwaad representeert; en engelen,
die gespannen toekijken.
"Dit is mijn zoon, de geliefde,
in wie ik een welbehagen heb" (Jes. 42:1)!
Opvallend is dat er staat: ZIE (!), een stem uit de hemel. Dat
wordt begrijpelijk, wanneer je beseft, dat de woorden die
volgen een citaat zijn: uit Jesaja. Alsof gezegd wil zijn dat,
op het moment, dat Jezus zich liet dopen, tot hem doordrong
wat zijn roeping was: 'de dienaar te zijn van de Heer', zoals
die al door Jesaja wordt bezongen:
"Zie mijn dienaar, ik ondersteun hem,
mijn uitverkorene,
in hem heeft mijn ziel behagen;
geven zal ik mijn geest over hem,
recht zal hij doen naar de volkeren."
Als ik mijn eigen levensweg in gedachten terugloop dan zie ik,
dat ik er met name in mijn jonge jaren van ben uitgegaan dat
alles draait om je eigen groei, je eigen ontwikkeling, je
eigen toekomst. Ik ging ervan uit dat je ook maar beter niet
kunt rekenen op een hemel die zich opent. Dat je maar beter
kunt bouwen op je gezond verstand; en gebruik maken van de
kansen die zich voordoen, en van de mogelijkheden die het
leven je biedt. Een mens moet zich toch immers zèlf een weg
zoeken door het leven? En natuurlijk is er ook nog zoiets als het lot. Het lot kan de
zaak aardig verpesten. De één treft het in het leven beter dan
de ander. Niet voor niets wensen we elkaar geluk in het nieuwe
jaar!
Soms kom je hen tegen: mensen, die zwaar beproefd worden, en
desondanks hun waardigheid niet verliezen. Die zichzelf
overstijgen. Die kans zien om dankbaar te blijven voor elke
levensdag. Kinderen bijvoorbeeld, die weten dat ze vroegtijdig
zullen sterven: en die in staat zijn om hun ouders te
troosten. Mensen, die zwaar gehandicapt zijn en niettemin niet
verbitterd raken, maar eerder een toonbeeld zijn van
levenslust. Hoe kan dat? Hoe kunnen zij dat? Wat is hun
geheim? Hebben zij bronnen van wijsheid ontdekt, die voor
anderen verborgen zijn gebleven? Het moet stoelen op ervaring:
niet een ervaring van 'iets' in het leven, maar de ervaring
van het leven zelf: van het mysterie. Van die Andere Ogen,
die je vanuit je oorsprong aankijken. Die ervaring is in staat
om je te doen ontwaken uit de droom van je eigen pretenties,
je bewust te maken van het feit dat je het belangrijkste
vergeten was: dat je niet jezelf in het leven hebt gesteld.
Ons leven is onlosmakelijk verbonden en opgenomen in het
mysterie dat ons draagt zolang wij ademen.
"Geven zal ik mijn geest over hem", profeteert Jesaja. Zou het
zó kunnen zijn, dat wie eenmaal begint het leven te ervaren
als een geschenk, daarmee ook op zoek gaat naar al het andere
dat ons in staat kan stellen om dit mysterie te blijven zien
als iets kostbaars? Om in de kleine dingen van alledag het
heilige te herkennen? Zo'n levenshouding is - denk ik - niet
iets waar je voor kiest; het is er één, waarmee je langzaam
vertrouwd kunt raken. Een levensvoorwaarde, die kan worden tot
een vanzelfsprekendheid - een tweede natuur - die in staat
stelt om onder alle omstandigheden te beamen: ja, ook dit is
mijn leven. Ik zou er geen dag van willen missen. Is dat niet:
leven uit genade?
Sinds het begin
is er het spreken;
dat spreken is God nabij,
ja, God zelf is dat spreken;
het is er al sinds het begin,
God zo nabij:
alles geschiedt daardoor
en buiten dat om
geschiedt niet één ding
dat is geschied.
Daardoor is er leven.
Johannes 1: 1-4a
Sinds het begin
is er het spreken;
dat spreken is God nabij,
ja, God zelf is dat spreken;
het is er al sinds het begin,
God zo nabij:
alles geschiedt daardoor
en buiten dat om
geschiedt niet één ding
dat is geschied.
Daardoor is er leven.
Jesaja 55, 1-3
Komt allen die dorst hebt: hier is water;
en gij, die geen geld hebt, komt:
koopt koren en eet zonder geld,
en drinkt zonder betaling wijn en melk.
Waarom besteedt gij geld aan wat geen brood is,
en uw loon aan iets wat niet verzadigt?
Luistert aandachtig naar mij,
en ge zult eten wat goed is,
en uw honger stillen met uitgelezen spijs.
Neigt uw oor en komt naar mij,
luistert en ge zult leven.
Een eeuwig verbond zal ik met u sluiten,
een blijk van blijvende trouw.
Mattheus 3:13-17
Dan
treedt Jezus aan,
uit Galilea op de Jordaan af
naar Johannes,
om door hem gedoopt te worden.
Maar die heeft hem tegengehouden,
zeggend: ik heb het nodig
door jou gedoopt te worden,
en jij komt tot mij?
Maar ten antwoord zegt Jezus
tot hem: sta het nu toe;
zó immers past het ons
alle gerechtigheid te vervullen!
Dan staat hij het hem toe.
Als Jezus is gedoopt
loopt hij meteen uit het water
de wal op;
en zie, geopend worden de hemelen
en hij ziet de Geest van God
neerdalen alsof het een duif is
en komen op hem,
en zie, een stem uit de hemel
die zegt: dit is
mijn zoon, de geliefde,
in wie ik een welbehagen heb (Jes. 42:1)!
Terug naar het begin van deze pagina
Terug naar de REGISTERS.
Reactie? Zend een E-mail
© A.E.J. Kaal, 2005.