Kathedraal te Autun, XIIe eeuw.

Teksten, die werden uitgesproken in de dienst op 6 februari, in de Remonstrantse kerk te Hengelo, bij de bevestiging van Ds. H. van den Berg als predikant van de gemeente

Voorgangers: Ds. A.E.J. Kaal en Ds. H. van den Berg
De lezingen waren:
Jesaja 43:9-12; Mattheus 5:13-16.
De liederen, die werden gezongen, waren:
- Overal vandaan
- Tot U heer is ons hart gericht
- Kaars, jij mag branden
- Wij die zo vaak de belofte vergeten
- Liefde eenmaal uitgesproken
- Gezegend God van mensen
- Houd mij in leven
- Zolang wij ademhalen
- Ubi caritas
- Onze Vader
- Zolang er mensen zijn

INLEIDING OVER HET AMBT (Ds. Kaal):
Graag wil ik enkele woorden zeggen ter toelichting op het ambt van predikant. Het is wat persoonlijk, maar ik hoop dat ik toch uw aller gevoelens vertegenwoordig.

Voorop staat dat de remonstrantse Geloofsgemeenschap deel uitmaakt van de universele Christelijke kerk. Maar daarbinnen vertegenwoordigt ze een bepaalde, door de tijden bestempelde, geloofstraditie. Grosso modo zou je kunnen zeggen dat die wordt gekenmerkt:
1.: door persoonlijke vrijheid met betrekking tot de eigen geloofsbeleving / geloofsexpressie ook, gevoed uiteraard door het evangelie van Jezus Christus
2.: door een hoge waardering voor de menselijke cultuurtaak - het leefbaar maken van het leven en het bewoonbaar maken van de aarde.
Beide elementen komen samen in wat je zou kunnen aanduiden als 'evangelische humaniteit' (Christelijk humanisme).

Een Remonstrantse Gemeente bestaat daarom uit mensen, die zich in deze traditie thuis voelen en die daar bewust voor kiezen. (We hebben, zoals u weet, geen doopleden.) Gemeenteleden en vrienden zijn dan ook mensen, die vanuit dit gegeven op eigen manier hun christen-zijn in de samenleving gestalte willen geven. Voor de gemeente betekent dit, dat inhoud en vormgeving in hoge mate worden bepaald door de leden en vrienden van de gemeente zelf.

Dit heeft gevolgen voor wie in zo'n gemeente predikant wil zijn. Een door de gemeente beroepen predikant heeft binnen het geheel een taakstelling, die van de taakstelling van de gemeente is afgeleid. Wat in de eerste Petrusbrief gezegd wordt over alle gemeenteleden, dat geldt ook voor de predikant:
"Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goedebeheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft."

De man of vrouw, die in een Remonstrantse gemeente geroepen wordt tot het predikantschap is daarom dus ook niet bekleed met een bepaalde macht om het geloof met gezag door te geven. De predikant wordt beroepen om vanuit zijn eigen theologische discipline, zijn eigen pastorale verantwoordelijkheid en zijn eigen charisma / bevlogenheid de gemeenteleden en vrienden te helpen bij het zoeken naar de bron van het leven, en hen voor te gaan in de liturgie - die de viering is van het leven waarin God ons wil laten delen. Ik meen dat de liturgie centraal staat: wat daar gestalte krijgt zet zich voort in pastoraat en diakonie - dat wil zeggen in dienst aan elkaar en aan de wereld met haar vele noden.

Vanzelfsprekend zal elke predikant aan dit pastoraat zijn eigen signatuur geven. Maar de kern van het pastoraat zal toch altijd zijn: wat bestaansverheldering brengen als leven en dood soms zo uitzichtsloos lijken; mensen helpen om de diepten van hun mens-zijn opnieuw te ervaren en vooral ook: de vreugde van het evangelie te wekken in het hart van allen die bij de gemeente betrokken zijn.

Beste Henk,
Het stemt me tot vreugde dat ik vandaag jou mag bevestigen in het ambt van predikant van deze gemeente. Dat ik het roer aan jou mag overgeven. Met opzet gebruik ik het woord roer, omdat de predikant in mijn ogen meer lijkt op een roerganger dan op een voorganger. Een voorganger gaat voorop, geeft de richting aan. De roerganger stuurt het schip in de richting, die al tevoren is uitgezet. Welnu: de richting is gegeven met het evangelie van Jezus Christus en natuurlijk met de wijze waarop de leden en vrienden van de gemeente aan dat evangelie gestalte willen geven.
Graag wil ik Gods zegen over je afbidden met de woorden, die ontleend zijn aan de tweede Petrusbrief: "Genade en vrede worde jou vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Heer!"

BEVESTIGING VAN DE NIEUWE PREDIKANT:
Gaan wij dan nu over tot de bevestiging.

Gemeente,
Wij zien het als onze opdracht om God te eren en te dienen naar het evangelie van Jezus Christus, in verkondiging en viering, en in pastoraat, toerusting en diakonie. Daartoe wordt van de predikant, net als van ieder in de gemeente, gevraagd:
- toewijding en liefde
- inzicht en fantasie
- openheid en inspiratie

Wilt U dan nu opstaan om te luisteren naar de volgende vragen, en daarop antwoorden:
HENK VAN DEN BERG: Ben je bereid om de verantwoordelijkheid op je te nemen voor het werk van een predikant in deze gemeente?
Beloof je dit werk naar beste kunnen te zullen verrichten? te En beloof je geheim te houden wat je, uit hoofde van je ambt, in vertrouwen wordt meegedeeld?
Wat is hierop je antwoord?

En U, GEMEENTE:
Wilt U opstaan en luisteren naar de volgende vraag:
Bent U bereid om Henk van den Berg als predikant in uw in uw midden op te nemen, en om naar beste kunnen hem te steunen, hem te omringen met uw medeleven en met hem samen te werken in onze dienst aan God en de wereld?
Wat is daarop uw antwoord?

Dan mag ik nu jou, HENK, bevestigen als predikant van deze gemeente. Moge de levende God, van wiens Geest wij alles mogen verwachten, U samen sterken, grondvesten en bewaren.

KORTE OVERWEGING NAAR AANLEIDING VAN DE LEZING UIT JESAJA (Ds. Kaal)

"Mijn getuige zijn jullie - spreekt de HEER - mijn dienaar."

(Voor de volledige lezing - Jesaja 43:9-12: zie onderaan)

Dat wordt gezegd tegen het volk - tegen de gemeente, zo U wilt. Maar daarmee ook tegen elk van ons. Jullie zijn mijn getuigen, mijn dienaren!

Eerst wil ik een mogelijk misverstand voorkomen. Deze Jesaja-tekst is ongelukkig vertaald. Je zou de indruk kunnen krijgen dat het hier om een opdracht gaat: jullie moeten mijn getuigen zijn! Maar daarvan is geen sprake. We hebben geen keus: God maakt ons tot getuigen! Het vers kan dan ook beter vertaald worden op een manier, waardoor elke dubbelzinnigheid is uitgesloten: "Jullie zijn het bewijs!" God voert jullie op als bewijs dat Hij de enige levende God is. "Ik, ík ben de HEER! Buiten mij is er niemand die redt." Jullie zijn daarvan het levende bewijs.

Gemeente, het is niet gewoon dat er nog steeds mensen zijn, die predikant willen worden - hoe leuk het soms ook is. We komen in ons bestaan de levende God vaak maar moeilijk op het spoor. Dat geldt natuurlijk ook voor predikanten. Maar juist daarom is het niet vanzelfsprekend dat zulke mensen er nog steeds zijn: mensen die in hun leven en in de samenleving er alles op zetten om God te eren, Hem de plaats te geven die Hem toekomt, en Hem te dienen. Dat dit gebeurt heeft betekenis: het bewijst iets.

En dat deze gemeente nog bestaat en leeft... ook dat is niet zonder betekenis. Dat wij hier bij elkaar zijn om voor het aangezicht van God ons met elkaar te verbinden en zo gestalte te geven aan een hemelse opdracht mogen we duiden als een echo van Gods Stem. Kunnen we dat zó ervaren? Kunnen wij God ervaren als de dragende, scheppende kracht in ons leven, die ons redt?

Dat is niet gemakkelijk: in een wereld die gekenmerkt wordt door ontkerkelijking. Veel gemakkelijker is het om, rondkijkend in deze wereld, te zien wat de afgoden vermogen: ik denk daarbij aan zaken zoals welvaart, macht, eer, carrière, bezit, de eigen zekerheid. Voortdurend is daar het spanningsveld tussen wat deze machten met ons doen en wat de levende God met ons doet. Laat zij komen met hun bewijzen! Worden wij door hen de mens, die wij worden moeten? "Ik, ík ben de HEER! Buiten mij is er niemand die redt.", horen we de profeet roepen.

Het is, hoe gek het ook klinkt, niet aan ons om het geding te beslechten. Het wordt ons aangezegd: "Mijn volk ben je" - of je dat nu zelf zo kunt zien of niet. Wij zijn des Heren. Wij zijn Zijn maaksel. Waar het op aankomt is of we, met name in onze eigen levensgeschiedenis, Gods hand kunnen herkennen: als de hand van de Grote Kunstenaar, die ons niet misvormt - maar vormt en waaraan ons leven zijn schoonheid ontleent.

Tot slot, een enkel persoonlijk woord tot jou, Henk: het feit, dat je - ondanks alles wat je in je leven hebt meegemaakt, of misschien wel juist dóór alles wat je in je leven hebt meegemaakt - ervoor hebt gekozen om je beschikbaar te stellen voor de vervulling van het ambt van predikant drukt iets uit. Het maakt duidelijk dat je ook bereid bent om dienaar te zijn in de zin waarop onze tekst daarover spreekt. Zoals ooit Maria het uitdrukte, toen ze tegen de engel zei: "Mij geschiede naar uw woord."
Maar hetzelfde geldt voor deze gemeente, die ervoor gekozen heeft om een beroep op je uit te brengen. Wanneer we dat inderdaad zo kunnen zien, wordt ook duidelijk dat we daarmee een levend bewijs zijn van de God, die er was voor wij er waren en die zal zijn tot in eeuwigheid.

Zijn genade zij u allen genoeg.

KORTE OVERWEGING NAAR AANLEIDING VAN DE LEZING UIT MATTHEUS (Ds. van den Berg)

(Voor de volledige lezing - Mattheus 5:13-16 - zie onderaan)

Gemeente,
Bij de overdracht van het werk kreeg ik van Ton Kaal een oude stratenatlas van Overijssel. Ik zocht meteen de kaart van Hengelo op, want ik ken hier Heg noch Steg, en ik ontdekte dat bij de Woltersweg geen kerkgebouw stond aangegeven. Ik heb intussen de nieuwste versie gekocht, want ik verdwaalde in suburbs van Glanerbrug. In deze nieuwste versie staat deze kerk wel aangegeven. De Remonstrantse gemeente is door u en door mijn illustere voorgangers op de kaart gezet, zeggen we dan.

De kerk op de kaart zetten. Laten zien dat je bent. Dat je een serieuze partij bent op de markt van spirituele aanbieders. Daar zijn Remonstranten niet zo goed in. Het komt denk ik door een oude allergie. Wij willen op geen enkele manier geassocieerd worden met evangelisatie of zending. Wij willen mensen niet dwingend overhalen om bij ons te komen. Als iemand kiest voor onze geloofsgemeenschap, dan moet die keuze in volstrekte vrijheid en autonomie gemaakt worden.

De spannende vraag is dan of wij ons nu moeten profileren. Willen wij ons laten zien als een geloofsgemeenschap die iets te bieden heeft voor mensen die op zoek zijn naar meer religieuze diepgang. Kunnen wij een vuurbaken zijn voor mensen die op de woelige zeeën van onze verwarrende samenleving, op zoek zijn naar hun bestemming? Kunnen we mensen enthousiast maken voor onze manier van geloven, zonder onze beginselen van vrijheid en tolerantie geweld aan te doen?

In de evangelielezing van vandaag staan prikkelende woorden. Woorden die ons persoonlijk, maar ook als geloofsgemeenschap, op een spoor kunnen zetten. Jullie, zo staat er, zijn het zout van de aarde, jullie zijn het licht in deze wereld. Jullie zijn de smaakmakers van deze samenleving! Jullie zijn de lichtpuntjes in deze donkere wereld! Wij? Hoezo, wij? Omdat jullie in een lange traditie staan waarin van generatie op generatie de kennis wordt overgedragen over de wezenlijke dingen. Jullie hebben daardoor op een of andere manier weet van die goddelijke energie die zich heeft gemanifesteerd op deze aarde. Jullie hebben kennis van de ziel. Jullie weten dat in elk mens iets van God aanwezig is. Jullie beschikken over inzichten uit oeroude verhalen waarin verteld wordt dat de mens is geboetseerd uit het stof van de aarde en ingeblazen is met adem van God. Jullie weten van het Licht dat op de eerste scheppingsdag uit het duister tevoorschijn is geroepen nog voor de zon en de maan aan de hemel stonden, en dat in ieder van ons aanwezig is.

De tekst uit Matteus is een fragment van het onderwijs van Jezus aan zijn leerlingen. Het leerdoel dat Jezus wilde bereiken was simpel en helder: Laat dat licht, dat in je is, stralen. Zo simpel als dat doel is, zo moeilijk is de weg om dat doel te bereiken. Er is iets paradoxaals aan de hand met dat licht. Aan de en kant is het onmiskenbaar, niet over het hoofd te zien als een stad op een berghelling. Maar aan de andere kant is het zo kwetsbaar dat een korenmaat, een emmertje van 9 liter, dat licht al kan verduisteren.

Ik scherm mijn innerlijk licht zelf af. Met mijn hoogmoed. Met mijn drang om alle omstandigheden te willen beheersen. Met mijn behoefte aan zekerheid. Zo bouw ik steeds dikkere muren waarbinnen het licht een walmende pit wordt. Zo bouw ik een vesting van eigen gelijk die uiteindelijk geen straaltje licht meer naar buiten laat gaan. Het onderwijs van Jezus aan zijn leerlingen, en over hun hoofden heen ook aan ons, heeft geen ander doel dan bressen te slaan in die dikke muren van ons ego, opdat ons innerlijk licht mag stralen als een lamp vanaf een hoge standaard, een lichtende stad op een helling.

Als vrijzinnig protestantse geloofsgemeenschap hebben wij een aantal kenmerken, die als een korenmaat het licht afschermen. In de eerste plaats zijn wij opgegroeid in de cultuur van het modernisme. Wij omarmen nog steeds de idealen van de Verlichting en gaan prat op ons denkend geloven. In een tijd waarin het ervarend geloven veel meer nadruk krijgt, kan onze sterkte omslaan in een zwakte. Daarom zou ik graag met u willen zoeken naar bronnen uit onze Remonstrantse traditie waarin dat ervarend geloven meer aan de orde komt. Als tweede kenmerk wil noemen onze nadruk op vrijheid, die al snel verandert in vrijblijvendheid en soms uitmondt in onverschilligheid. In onze tijd met allerlei vormen van fundamentalisme is er geen plaats meer voor vrijblijvendheid. De Franse filosoof en islamkenner Olivier Roy roept ons in het westen op om een krachtig weerwoord te formuleren tegenover extremistische gelovigen. Dit betekent wat mij betreft dat ik met u wil zoeken naar de kern van onze religieuze identiteit, en naar de vertaling van deze identiteit in een leven van bezinning en engagement. Alleen als we zelf krachtig genoeg zijn kunnen we onze moslimzusters- en broeders ondersteunen bij het keren van het fundamentalistische tij.

Het stukje uit Matteus eindigt met een curieus zinnetje. Zo moeten jullie licht laten schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. Hier wordt naar mijn mening heel kernachtig weergegeven wat spiritualiteit in het leven van alle dag betekent. Maak contact met je eigen innerlijk licht en verwijder alle belemmeringen die dat licht verhinderen te stralen. Als je die weg eenmaal hebt gevonden ontdek je de bron waaruit jouw licht ontstaat. Dan kun je leven in overgave en dat blijft nooit onopgemerkt. Een gemeenschap van mensen die elkaar stimuleren om die weg te gaan, zo'n gemeenschap is als een stad op een berghelling. Zij staat op de kaart als een richtingwijzer naar de bron.
Amen

DE GEBEDEN:

Dankgebed

Gezegend zijt Gij, God,
Om Uw naam, Ik-zal-er-zijn.
Gij hebt het licht geroepen
het werd avond en morgen tot op vandaag.
Uw naam zij geloofd
Vandaag en alle dagen.

VOORBEDEN:

Voor de gemeente:
Barmhartige God,
Geef, dat het vertrouwen dat wij in U en in elkaar stellen
niet wordt beschaamd.
Help ons te herinneren, wat uw bedoeling is met ons.
Geef dat onze gemeente een gezegende plaats is, waar nieuw leven ontstaat:
een plaats waar geborgenheid heerst,
waar niemand zich hoeft te verbergen
- waarin allen zich durven en kunnen laten zien,
ook al is dat soms met lege handen.
Weest gij troostend aanwezig met de mensen die rouwen om wat was
en niet meer zijn zal.
Voor Paul en Ina Kuiper bidden wij.
Het is vandaag acht jaar geleden ,
dat hun dochter Maaike op carnavalsavond op brute wijze vermoord werd.
Weest gij met hen en met hun gezin en met allen,
die zoals wij met hen meeleven.

Voor de nieuwe predikant:
Verborgene,
Bewaar in Henk de bezieling waarmee hij hier opnieuw op zoek gaat naar wegen om gestalte te geven aan zijn roeping; en leer hem, in het diepste gebed, waar Gij hem nodig hebt en wat de weg is die hij moet gaan; ja: treedt tevoorschijn uit uw verborgenheid, stukje bij beetje, daar waar mensen zo met elkaar kunnen bezig zijn dat zij, bevrijd van elke schaamte, een ècht bestaan met elkaar kunnen opbouwen, in het licht van uw koninkrijk.

Voor de wereld:
Boven de chaos en onrust van ons
Bestaan wiekt de adem van
Uw Geest.
De fluistering die licht uit het duister
Tevoorschijn roept.
Leer ons vertrouwen op dat licht
Als het duister van de eenzaamheid,
Van ziekte,
Van dood,
Ons omhult.
Houdt ons en onze wereld
vast in uw trouw.

DE LEZINGEN
Inleiding op de lezingen:
Het is vandaag de vijfde en laatse zondag van "epifanie", de verschijning van de Heer. Het epifanieverhaal bij uitstek is natuurlijk het verhaal over Gods verschijning aan Mozes, op de berg Sinaï.
Naar analogie van dat verhaal heeft de evangelist Mattheüs het evangeliegedeelte gecomponeerd, dat bekend staat als de bergrede: als een tweede Mozes spreekt Jezus tot de schare. Het gedeelte dat we vanmiddag lezen is een gedeelte uit het begin van deze bergrede.

De eerste lezing is een gedeelte uit de beschrijving van een visioen. Stelt U zich voor: een rechtbank. Alle goden zijn voor het gerecht gedaagd; En op de openbare tribune zitten de volkeren. Eens en voor altijd moet nu maar eens duidelijk worden, op welke God je kunt vertrouwen en bij wie je bedrogen uitkomt.
Dit visioen wordt beschreven door de zgn. "tweede Jesaja": iemand, die vermoedelijk leefde tijdens de Babylonische ballingschap. Om zijn geschriften meer gezag te verlenen, publiceerde hij die niet onder zijn eigen naam maar schreef hij ze toe aan de grote profeet Jesaja, die zo'n 200 jaar eerder had geleefd.

Jesaja 43:9-12
Alle volken zullen zich verzamelen,
alle naties komen bijeen.
Wie van hun goden heeft aangekondigd
wat eertijds nog te gebeuren stond?
Laten zij getuigen leveren om hun gelijk te bewijzen,
opdat ieder die hen hoort zal zeggen: "het is zo!"
Mijn getuige zijn jullie - spreekt de HEER -
mijn dienaar, die ik uitgekozen heb
opdat jullie mij zouden kennen en vertrouwen,
en zouden inzien dat ik het ben.
Vóór mij is er geen god gevormd,
en na mij zal er geen zijn.
Ik, ík ben de HEER!
Buiten mij is er niemand die redt.
Ik heb redding aangekondigd en redding gebracht,
jullie hoorden het van mij, niet van een vreemde.
Jullie zijn mijn getuige - spreekt de HEER -,
dat ik werkelijk God ben
en dat ik blijf wat ik ben.

Mattheus 5: 13-16
"Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel."

Terug naar het begin van deze pagina


Terug naar de REGISTERS.

Reactie? Zend een E-mail

© A.E.J. Kaal, 2005.